Timmermans eert Anne Frank in Washington
‘Deze boom herinnert ons eraan dat we altijd moeten blijven vechten voor gerechtigheid, tolerantie en mensenrechten.’ Dat zei minister Frans Timmermans van Buitenlandse Zaken woensdag op Capitol Hill in Washington bij de inwijdingsceremonie van een loot van de Anne Frank boom. De plechtigheid werd georganiseerd door John Boehner, voorzitter van het Huis van Afgevaardigden.
De jonge boom komt voort uit de paardenkastanje die in Amsterdam voor het raam van Anne Frank stond. ‘Deze boom houdt de nalatenschap van Anne Frank levend’, aldus Timmermans. In totaal krijgen 11 loten van de paardenkastanje een plek in de VS. Er staan onder meer al bomen in New York, Indiana en Michigan.
De Anne Frank boom op Capitol Hill in Washington.
Eerder op de dag bracht de minister een bezoek aan de militaire begraafplaats Arlington. Hij eerde daar de Amerikaanse soldaten die in de Tweede Wereldoorlog zijn omgekomen. ‘Zij stierven voor de vrijheid van Europa. En daarmee ook voor de vrijheid van Amerika, en de wereld als geheel’, aldus Timmermans.
Op de begraafplaats vertelde hij het verhaal van soldaat Leo Lichten, een Amerikaan die in de Tweede Wereldoorlog stierf en op Margraten begraven ligt. Minister Timmermans adopteerde het graf jaren geleden en begon een persoonlijke zoektocht naar het leven en de geschiedenis van deze soldaat.
In zijn speech refereerde Timmermans aan de onverbrekelijke band tussen de VS en de Europa. ‘Die band is sterk door de gedeelde waarden als democratie, het versterken van de rechtsstaat en het verbeteren van de mensenrechten. Ook de economische samenwerking en de wens om zo veel mogelijk te handelen en te investeren aan beide zijden van de oceaan, verbinden onze samenlevingen.’
Timmermans is voor een driedaags bezoek in Washington om de trans-Atlantische banden aan te halen en de slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog te herdenken.
Aansluitend reist hij door naar Canada, waar hij op donderdag 1 en vrijdag 2 mei Ottawa bezoekt.
Minister Timmermans brengt een bezoek aan de militaire begraafplaats Arlington in Washinton.