Persconferentie na ministerraad 17 april 2014
Minister-president Rutte gaat tijdens zijn wekelijkse persconferentie in op het zorgakkoord en de situatie in Oost-Oekraïne.
Gisteren is overeenstemming bereikt met de fracties van VVD, PvdA, D66, CU en SGP over een extra bijdrage voor de langdurige zorg. Tegelijkertijd is er afgesproken dat we blijven werken aan kwaliteitsverbetering, efficiencyverhoging en betaalbare zorg langs de lijnen van het hoofdlijnenakkoord dat in de zorg is gesloten en daarbij is ook vastgesteld dat de keuzevrijheid blijft behouden. Voor het kabinet staat voorop dat wij bij deze grote hervorming in de zorg hechten aan een breed draagvlak en in dat kader ook blij zijn met het feit dat we erin geslaagd zijn dat brede draagvlak ook hier te organiseren. Intussen is Jeroen Dijsselbloem bezig met de bilaterale gesprekken voor de begroting 2015 met de individuele bewindslieden. Die is hij nu aan het afronden. Wij verwachten binnenkort in het kabinet te spreken over de hoofdlijnen van de begroting voor het komend jaar. Dan is er ook meer zicht op het totaal aan mee- en tegenvallers. Uitgangspunt daarbij, zoals bekend: solide overheidsfinanciën, het terugdringen van de tekorten en tegelijkertijd blijven inzetten op het versterken van onze economie, het verdienvermogen, het banen creërend vermogen van onze economie en daarvoor zijn hervormingen ook op velerlei terrein - in de sociale zekerheid, de gezondheidszorg, het onderwijs - zijn noodzakelijk.
Dan hebben we vandaag ook uitgebreid stilgestaan bij de situatie in Oost-Oekraïne. Allereerst hebben we met elkaar vastgesteld dat het goed is dat de Oekraïense regering tot dusver heel terughoudend is geweest. Deze week heeft de regering de verantwoordelijkheid genomen voor de veiligheid en stabiliteit in het land. Dat is ook logisch. Dat is ook de taak van de regering. Tegelijkertijd moet de-escalatie voorop blijven staan. Het is belangrijk dat Rusland en Oekraïne in hun gesprekken in Genève vandaag de gelegenheid aangrijpen om de dialoog ook daadwerkelijk met elkaar te voeren. De ontwikkelingen in Oost-Oekraïne worden door de oostelijke NAVO-lidstaten zonder meer als bedreigend ervaren. Daarom zal de NAVO ook extra militaire middelen inzetten om de oostelijke bondgenoten binnen de NAVO extra te beschermen. Nederland stelt onder meer F-16’s, een mijnenjager en een marine fregat ter beschikking. De inzet van de NAVO is evenwichtig en proportioneel en biedt ook de bondgenoten op zichzelf voldoende zekerheid in deze bedreigende tijden en de maatregelen geven uitdrukking aan de eensgezindheid en solidariteit in het bondgenootschap zonder dat zij escalerend werken.