Kabinet vult hervormingen huursector in
Het kabinet heeft op voorstel van minister Blok voor Wonen en Rijksdienst ingestemd met de uitwerking van de hervormingen op de huurmarkt, die de doorstroming op de woningmarkt gaan bevorderen en ervoor gaan zorgen dat er een beter passend aanbod van huurwoningen komt in zowel de sociale- als de vrije sector.
Het taakgebied van corporaties wordt gericht op het huisvesten van lagere inkomens, het toezicht op de corporatiesector wordt versterkt en corporaties en gemeenten maken bindende prestatieafspraken over wat er lokaal nodig en mogelijk is. Ook moeten corporaties nadrukkelijker gaan toetsen of een aangeboden woning ook betaalbaar is voor de gegadigde.
De heldere taakafbakening van corporaties voorkomt dat verliezen door projectontwikkeling ten koste gaan van de kerntaak: het huisvesten van lagere inkomens. Verder draagt de focus op de kerntaak bij aan eerlijker concurrentieverhoudingen. Voor beleggers wordt het interessanter om te investeren in middeldure huurwoningen, waar veel vraag naar is.
Er blijft onder strikte waarborgen ruimte om bij noodzakelijke stads- en dorpsvernieuwing ook te investeren in woningen voor hogere inkomens, wanneer dat ten goede komt aan de uitoefening van de kerntaak.
De inkomensgrens voor een sociale huurwoning wordt binnen de EU-voorwaarden tijdelijk (5 jaar) verruimd. In aanvulling op de bestaande mogelijkheid om 10% van de woningvoorraad aan inkomens boven de 34.000 euro toe te wijzen, komt er nog eens 10% extra ruimte voor de categorie tussen 34.000 en 38.000 euro. Daarmee voert het kabinet de motie-Monasch uit.
Tijdelijke huurcontracten
Het kabinet wil verder dat er meer mogelijkheden komen voor het aanbieden van tijdelijke huurcontracten. Verhuurders zullen daardoor eerder woonruimte aanbieden omdat ze de zekerheid hebben dat een contract eindigt. Vooral bijzondere groepen op de woningmarkt krijgen zo sneller toegang tot een betaalbare woning.
Zo komen er tijdelijke huurcontracten voor maximaal twee jaar en startercontracten van maximaal vijf jaar voor jongeren tot 30 jaar. In aanvulling op de zogeheten campuscontracten en de nog in te voeren promovendi-contracten, wordt het mogelijk om woningen te bestemmen voor specifieke doelgroepen zoals bijvoorbeeld grote gezinnen.
Woningwaarderingsstelsel
Het Woningwaarderingsstelsel (‘puntenstelsel’) wordt meer marktconform waardoor de locatie van een sociale huurwoning beter tot uitdrukking komt in de maximaal toegestane huurprijs. De WOZ-waarde gaat in de berekening voor ongeveer een kwart meetellen. Streven is het nieuwe stelsel medio 2015 in te laten gaan. Daarmee vervallen ook de zogeheten ‘Donnerpunten’ waarmee nu nog in een aantal schaarstegebieden de lokale marktsituatie beperkt kan worden meegewogen.
Liberalisatiegrens
De liberalisatiegrens die de overgang tussen gereguleerde en vrije huursector markeert, wordt voor drie jaar bevroren op 699,48 euro. Huurprijzen kunnen als gevolg van de jaarlijkse verhogingen en als het puntenaantal het toestaat wel boven deze grens stijgen.