Toespraak bij de opening van het Zorginstituut Nederland

“Het verzamelen en publiceren van gegevens de kwaliteit van de zorg verbeterd. Dat is evident en daar moeten we mee door, sterker nog; het kan veel beter. Maar het is tijd om op te schonen en uit te dunnen. Niet meer, maar beter en slimmer.” Dat zei minister Schippers bij de opening van het Zorginstituut Nederland, op 2 april 2014.

Beste mensen,

Kort geleden las ik een brief van een gepensioneerde huisarts. Een huisarts die intussen de zorg van de andere kant heeft leren kennen: als patiënt. Hij had geen klachten over de kwaliteit van het ziekenhuis waar hij patiënt is, integendeel. Hij schreef dat hij zich geborgen voelde, gedragen en goed behandeld.

Maar hij maakte zich wel grote zorgen over alle mensen die voor hem in de weer waren.

De artsen, de verpleegkundigen, de paramedici. Over de gigantische administratieve last waar zij - dag in dag uit - mee te maken hebben. Over de eindeloze hoeveelheid uitvragen, keurmerken, registraties, accreditaties, indicatoren en af te vinken lijstjes. Het groeiende aantal richtlijnen. Die het plezier in het werk vergallen. Die het werk uithollen. Ik denk dat we allemaal wel begrijpen wat deze arts bedoelt.

Jan Kimpen – u kent hem – schreef in zijn blog dat het UMC Utrecht in één jaar 60 pagina’s met zo’n 2000 vragen en indicatoren moest leveren. Sommige zinvol. Andere zinloos, of dubbelop.

En ook al is er soms verwarring over de termen en de cijfers, één ding is duidelijk: het zijn er vooral gewoon veel te veel. En dat kunnen we alleen samen oplossen.

Uit het onderzoek door Actal naar de administratieve lasten van verpleegkundigen, blijkt dat 90 procent komt van brancheverenigingen, de eigen beroepsgroep. Van patiëntenorganisaties, keurmerken, accreditatie-instellingen, het eigen ziekenhuis en de verzekeraar.

Natuurlijk heeft het verzamelen en publiceren van gegevens de kwaliteit van de zorg verbeterd. Dat is evident en daar moeten we mee door, sterker nog; het kan veel beter. Maar het is tijd om op te schonen en uit te dunnen. Niet meer, maar beter en slimmer.

Het is voorjaar, dus ik zou zeggen: de bezem erdoor! Tijd voor een grote schoonmaak!

En dit is één van de redenen waarom ik enorm blij ben dat het Zorginstituut Nederland vandaag echt van start kan. Arnold Moerkamp tipte zo even al uw lange historie aan.

17 jaar geleden maakte ik zelf kennis met het CVZ. Toen heette het CVZ nog Ziekenfondsraad. In de zes daarop volgende jaren heb ik het instituut aardig leren kennen. Het CVZ is sindsdien uitgegroeid tot een huis met vele kamers. Door de jaren heen kreeg u nieuwe taken op uw bord, naast pakketbeheer, pakketadvies, fondsbeheer, risicoverevening.

En de uitvoeringstaken: wanbetalers, buitenland, gemoedsbezwaarden, onverzekerden.

Een hele mand vol. 2012 kwam daar de Innovatie van Zorgberoepen en Opleidingen bij, onder leiding van Marjan Kaljouw. En dan – formeel sinds gisteren – het Kwaliteitsinstituut.

Wat ontzettend fijn dat u aan de slag kunt!

U heeft lang moeten wachten op de onderliggende wetgeving, waardoor u zich alleen op interne aangelegenheden kon richten. Daardoor ontstond bij sommigen het gevoel dat we er misschien wel een nieuwe regelkathedraal bij hadden.

Wat mij betreft rekent u vanaf vandaag heel snel af met dat imago.

Wat mij betreft laat u vanaf vandaag aan Nederland zien dat u een slagvaardige, flexibele organisatie bent.

Dat u niet alleen hard werkt aan het verbeteren en inzichtelijk maken van de kwaliteit van de zorg, maar dat u in datzelfde proces ook de regeldruk te lijf gaat die daar omheen is ontstaan.

De taken van het Kwaliteitsinstituut zijn duidelijk:

• U zorgt dat het veld breed gedragen, leesbare kwaliteitstandaarden ontwikkelt.

• Met de bijbehorende meetinstrumenten. Geen 360 pagina’s, maar bruikbare, overzichtelijke standaarden.

• U neemt die standaarden op in uw register, een register dat echt autoriteit moet krijgen. En zal krijgen. Want de Inspectie voor de Gezondheidszorg zal deze standaarden als veldnorm gaan gebruiken.

• U ondersteunt het veld bij het invoeren van deze standaarden, met best practices, met innovatie.

• En tot slot: U bevordert de transparantie over kwaliteit. Cruciaal voor een goed werkend zorgstelsel waar het niet alleen draait om de prijs.

Het doel is ook duidelijk: U schept helderheid over de kwaliteit van de zorg in Nederland. Zodat patiënten weten wat goede zorg is.

Wat ze mogen en kunnen verwachten en waar ze moeten zijn om die goede zorg te krijgen.

Ik vind het belangrijk dat er ook kwaliteitscriteria komen voor de langdurige zorg, om te beginnen over gedragsproblemen en voedingsproblemen. Dat is heel erg gewenst, zeker nu we bezig zijn met die enorme hervorming in de langdurige zorg.

Dan moeten alle partijen weten: doen we het goed? En hoe weten we of we het goed doen?

Om die helderheid te krijgen, is het wel van groot belang dat de veldpartijen zich verbinden aan die meetinstrumenten en zorgstandaarden die u in het register opneemt. Dat betekent dus dat zij afstand moeten doen van hun eigen instrumenten, keurmerken en gekleurde lintjes. Hoe waardevol die ook zijn geweest. En dan kom je natuurlijk aan heel menselijke obstakels.

Want iedereen hecht aan wat hij zelf heeft bedacht, waar hij energie in heeft gestopt, wat zijn eigendom is. Not invented here is de bedreiging van betere zorg.

U heeft dus een stevige opdracht en ik verwacht dat u die opdracht waarmaakt.

Daarom heeft u ook doorzettingsmacht.

Als zorgstandaarden niet van de grond komen, of als iedereen blijft vasthouden aan z’n eigen meetinstrumenten, dan neemt u de regie.

In de gesprekken die ik heb met zorgaanbieders, is mij verteld dat u in hoog tempo grote stappen kunt zetten.

Alleen al door dubbele en niet-valide meetinstrumenten te schrappen kunt u het aantal indicatoren waarschijnlijk al halveren.

De verzekeraars hebben bijvoorbeeld al toegezegd dat zij de meetinstrumenten in het register van het Kwaliteitsinstituut als leidend gaan beschouwen. Heel goed nieuws.

En als ik hoor dat u op het gebied van oncologie samen met patiëntenorganisaties het aantal uitvragen flink denkt te kunnen verminderen, dan zie ik de stofwolken optrekken en de zon door de ramen schijnen!

Gebruik wat er al is. Aansluiten bij wat er internationaal gebeurt. Efficiënt en effectief. Dat is de sleutel tot succes en draagvlak.

Beste mensen,

Arnold Moerkamp sloot zo even zijn verhaal even af met de woorden ‘Niet meer dan nodig. Niet minder dan noodzakelijk’. Cruciale woorden. Arnold doelde met die woorden op gepast gebruik van zorg. Een ontzettend belangrijk thema, als we willen dat er voor iedereen in de toekomst goede, betaalbare zorg is.

Duurzame kostenbeheersing door het leveren van zinnige, zuinige zorg. Dit staat voor mij hoog op de agenda. Ik werk daar actief aan, want ook na de Hoofdlijnenakkoorden gaat het leven door.

Het Zorginstituut, dat vandaag van start gaat, heeft een enorm takenpakket, dat aan alle kanten raakt aan die agenda. Er ligt ontzettend veel op uw bord.

En daarom is het goed om die woorden voortdurend in het oog te houden: niet meer dan nodig, niet minder dan noodzakelijk. Als het gaat om het doorlichten van het pakket, als het gaat om gepast gebruik van zorg, als het gaat om opleidingen en beroepen, als het gaat om meetinstrumenten, indicatoren en zorgstandaarden.

Maar denk ook aan die woorden ook als het gaat om uw eigen werk.

Ook in uw eigen huis blijft het belangrijk om te zorgen dat de boel aan kant blijft. Want u kent dat allemaal: een groot huis slibt gemakkelijk dicht als je niet blijft opruimen en weggooien. Met spullen die kapot zijn, maar die je misschien hebt bewaard voor je weet maar nooit.

Met stofnesten en spinnenwebben. Dus haal af en toe de bezem erdoor, en zorg dat de zon door de ramen blijft schijnen.

Ik wens u heel veel succes in uw nieuwe organisatie!