Ranglijst bevestigt belang van combinatie hulp en handel
Nederland staat op de derde plek van de Enabling Trade Index, een jaarlijkse ranglijst van het World Economic Forum (WEF) die meet hoe gemakkelijk het is om handel te drijven met en vanuit een land.
Volgens minister Lilianne Ploumen (Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking) is deze hoge score belangrijk voor de kracht van onze economie. ‘We verdienen bijna een derde van ons inkomen met handel. Voor groei en banen is het cruciaal dat we het voor bedrijven zo makkelijk mogelijk maken om zaken te doen over de grens.’
Nederland scoort met name hoog op het gebied van infrastructuur en douaneprocedures. De Haven van Rotterdam wordt in het rapport nadrukkelijk geprezen. Bovendien doet Nederland het goed op het gebied van instituties zoals het rechtssysteem, openheid voor buitenlandse investeringen en zakelijke ICT-toepassingen. Alleen Singapore (1) en Hong Kong (2) scoren hoger.
Het rapport breekt bovendien een lans voor maatregelen om ontwikkelingslanden meer te laten profiteren van handel. Die landen staan beduidend lager op de ranglijst door zaken als bureaucratie, corruptie aan de grens en gebrekkige infrastructuur. Ploumen ziet dit als een steun voor haar agenda van hulp, handel en investeringen. ‘Deze index laat zien hoe belangrijk het is dat we ook dat soort handelsbarrières aanpakken.’ Het rapport roemt in dit verband de afspraken over douane-afhandeling die zijn gemaakt tijdens de recente WTO-top in Bali. ‘Daar moeten we dus daadkrachtig mee aan de slag’, aldus Ploumen. ‘Zo kunnen we met relatief weinig hulpgeld ervoor zorgen dat bedrijven er gaan investeren en daarmee zorgen voor banen, belastinginkomsten en betere producten.’
Met de ranglijst meet het WEF voor 138 landen in hoeverre de instituties, het beleid en de harde infrastructuur van een land vrijhandel faciliteren. De index bestaat uit vier hoofdgebieden: markttoegang, douane procedures, infrastructuur en algemene bedrijfsomgeving.