Spreektekst van de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, Wilma Mansveld, voor de persconferentie LTSA

"Nederland heeft 1 van drukst bereden spoorwegnetten ter wereld, maar ook 1 van de beste en veiligste ter wereld. Vergeleken met andere landen doen we het in Nederland - gemiddeld genomen - goed. Maar 'gemiddeld goed' is niet goed genoeg. Prestaties, comfort en ervaringen op het spoor moeten beter. Dat is een complexe legpuzzel. Het beeld op die puzzel moet bovendien mee veranderen met de wensen van reizigers en de eisen van de tijd. Vandaag hebben besluiten genomen, die moeten leiden tot meer tevreden reizigers en verladers. En tot meer comfort, veiligheid en betrouwbaarheid."

Dames en heren,

In Nederland ligt ruim 7.000 kilometer spoor. Daarop rijden elke dag ruim 9.000 treinen, met daarin meer dan 1 miljoen mensen. En elke dag brengen 350 goederentreinen 115.000 ton goederen op hun bestemming. Dat staat gelijk aan 2.300 volle vrachtauto's op de weg.
175 jaar na de eerste treinrit is het spoor niet meer weg te denken uit ons land. Het is niet voor niets 'openbaar vervoer'. Het is van iedereen: het is essentieel voor onze samenleving en onze economie. Nederland heeft 1 van drukst bereden spoorwegnetten ter wereld, maar ook 1 van de beste en veiligste ter wereld. Vergeleken met andere landen doen we het in Nederland - gemiddeld genomen - goed.

Beleving

Maar 'gemiddeld goed' is niet goed genoeg. Bijvoorbeeld op drukke trajecten in de spits en in de Randstad. Daar zijn de prestaties onvoldoende en bepalen negatieve ervaringen met comfort, verstoringen en aansluitingen op ander vervoer de beleving van reizigers. Prestaties, comfort en ervaringen op het spoor moeten dus beter. Dat is geen rocket science, maar wel een complexe legpuzzel. Het beeld op die puzzel moet bovendien mee veranderen met de wensen van reizigers en de eisen van de tijd. Het spoor moet fit for the future zijn.

Denken vanuit de reiziger

Echte verbetering zit hem in het streven naar een 10 voor de reiziger. Die wil een veilige, betrouwbare en voorspelbare reis van deur tot deur, altijd en overal. Het OV moet zo aantrekkelijk mogelijk zijn, of je nu naar je werk gaat met het OV of in het weekend uitstapjes maakt. Jongeren en ouderen, met of zonder beperkingen, 's morgens vroeg of 's avonds laat.
Dat betekent voor het spoor meer kwaliteit en comfort:

  1. de best mogelijke verbindingen en aansluitingen;
  2. een hoge frequentie van treinen;
  3. altijd genoeg zitruimte in de trein;
  4. comfort in de trein, inclusief toiletten en goede toegang voor mensen met een beperking;
  5. uitnodigende en comfortabele stations, dus ook inclusief goede faciliteiten en toegang voor mensen met een beperking;
  6. actuele reisinformatie, altijd en overal;
  7. reistijd is 'kwalitijd': wifi, stiltezones, stopcontacten.

Denken vanuit de verlader

De vraag om meer kwaliteit en comfort speelt ook in het goederenvervoer. Het Nederlandse spoor is een cruciale verbinding tussen de havens van Rotterdam en Amsterdam, de luchthaven Schiphol en het Europese achterland. Die positie kunnen en moeten we versterken, door bijvoorbeeld de Betuweroute maximaal te benutten. Verladers, vervoerders en andere logistieke partijen kunnen bovendien meer samenwerken, informatie delen en processen afstemmen, om het goederenvoer zo efficiënt mogelijk te maken.
Bovendien is veel goederenvervoer op het spoor is internationaal. Dat betekent dat we in heel Europa drempels moeten weghalen voor het vervoer: zo min mogelijk verschillende eisen per land en zoveel mogelijk samenwerking tussen Europese spoorbeheerders.

Besluiten

Vandaag hebben besluiten genomen, die moeten leiden tot meer tevreden reizigers en verladers. En tot meer comfort, veiligheid en betrouwbaarheid. Daarbij is ons uitgangspunt: 'eerst beter, dan meer'. Voordat de frequentie van treinritten en verbindingen omhoog kan, verbeteren we eerst de samenwerking, betrouwbaarheid en de veiligheid.

Cultuur

Om deze doelen te bereiken is onder meer een cultuuromslag in de spoorsector nodig. Zodat alle bedrijven in het OV elke dag streven naar een 10 van en voor de reiziger: het kan en moet elke dag beter.
Opdrachtgevers (Rijk, provincies en gemeenten) gaan structureel met elkaar om tafel om de dienstverlening in het OV te verbeteren. De verschillende vervoerders gaan dat ook doen. Dit gebeurt vrijwillig, maar is niet vrijblijvend: afspraak is afspraak.
Omdat het openbaar vervoer (net als bijvoorbeeld zorg en onderwijs) van groot publiek belang is, gaat het kabinet op deze doelen actiever sturen, op 3 manieren:

  1. door als opdrachtgever concretere afspraken over prestaties, samenwerking en financiën te maken in de concessies;
  2. door als wetgever wet- en regelgeving aan te scherpen;
  3. door als aandeelhouder intensiever te sturen op publieke belangen en de financiering.

1. Concessies

Ten eerste iets over de nieuwe concessies voor NS en ProRail. Hierin ga ik concrete prestaties vastleggen, waar beide bedrijven op worden afgerekend. Denk aan het aantal treinen dat op tijd rijdt, of reizigers tevreden zijn over reisinformatie bij vertragingen en over de reinheid van treinen en stations. Bij al deze zaken gaat de lat omhoog. Naast deze prestaties zal ik in de concessies ook sturen op concrete programma's en maatregelen, zoals rond het winterweer. Ook moeten reizigers beter inzicht krijgen in prestaties op het spoor.
Ik wil dat ze meer mogelijkheden krijgen om invloed op NS uit te oefenen. Daarom zal ik hen in de nieuwe concessie een belangrijke rol als adviseur en als tegenkracht geven.
In de concessie voor het beheer van het spoor krijgt ProRail de opdracht om de samenwerking met Rijkswaterstaat te verbeteren. Ze gaan gezamenlijk projecten aanbesteden, waarbij zowel aan weg als spoor wordt gewerkt. Daarbij opereren ze als 1 partij, zodat reizigers (en automobilisten) zo min mogelijk hinder ondervinden.
Omdat de nieuwe concessies worden verleend voor 10 jaar, wil ik tussentijds de mogelijkheid hebben om prioriteiten te kunnen aanpassen. Dat kan in het jaarlijkse vervoer- (NS) en beheerplan (ProRail). Reizigersorganisaties zullen NS ook jaarlijks adviseren over de invulling van het vervoerplan.

2. Wet- en regelgeving

Ten tweede pas ik wet- en regelgeving aan, om samenwerking en prestaties te verbeteren. Zo zorg ik ervoor dat regionale vervoerders onder dezelfde voorwaarden en tarieven gebruik kunnen maken van NS-stations. De Autoriteit Consument en Markt gaat hierop toezicht houden.
En ik geef ProRail meer wettelijke bevoegdheden om de beschikbare ruimte (capaciteit) op het spoor efficiënter te gebruiken.

3. Aandeelhouderschap (en opdrachtgever)

Ten derde gaat het Rijk - als aandeelhouder van ProRail en NS - actiever sturen op publieke belangen. Het spoor is tenslotte voor iedereen. Dat betekent dat we de strategie van de spoorbedrijven zullen toetsen op het volgen van publieke belangen, beslissingen om te investeren (al dan niet) goedkeuren en bestuurders en commissarissen benoemen die zich bewezen hebben met publieke taken. Bij ProRail zal de benoeming van bestuurders in intensiever overleg met de raad van commissarissen gebeuren.
Daarnaast zal ik als opdrachtgever en financier intensiever sturen op de financiële verantwoording van ProRail (dat jaarlijks bedragen voor beheer en onderhoud ontvangt).

Ordening

Na het bepalen van 1) onze doelen en 2) de werkwijze en sturing die daarbij horen, hebben we ook gekeken of 3) de huidige ordening op het spoor voldoet. Het is onze overtuiging dat dit zo is. Het aanpassen van de huidige ordening van NS en ProRail brengt de doelen die ik wil bereiken (cultuurverandering, betere samenwerking en betere sturing) niet dichterbij. Maar met de afspraken die we vandaag hebben gemaakt, kunnen we wel zorgen dat de samenwerking en de kwaliteit verbetert.

Ambitie: Netwerk Nederland

Dames en heren, ik rond af. Reizigers en verladers verwachten dat het Spoor en de rest van het OV in Nederland een hecht, geolied en comfortabel netwerk vormen. Een netwerk waarin de belangen van alle verschillende partijen ondergeschikt zijn aan die van reizigers en verladers. Hun tevredenheid staat op nummer 1. Alleen zo kunnen we werken aan een OV dat echt voor iedereen is. Daar ga ik voor. En ik reken op het enthousiasme van alle betrokken partijen.