Toespraak Staatssecretaris Wilma Mansveld bij het in ontvangst nemen van de VNG Duurzaamheidmeter
Vandaag huldigde staatssecretaris Wilma Mansveld op een bijeenkomst bij de VNG te Den Haag de gemeenten Nijmegen, Breda en Leeuwarden voor hun duurzame ambities. Deze 3 gemeenten eindigden bovenaan de zogeheten lokale duurzaamheidsmeter. Dit meetinstrument is een soort van duurzame barometer. Ze meet duurzame ambities van gemeenten en maakt deze zichtbaar. En is daarmee een bron van inspiratie voor andere gemeenten en bewoners. Mansveld constateerde dat het wel goed zit met de duurzame ambities van Nederlandse gemeenten, maar vond tegelijkertijd dat we meer tempo moeten maken. Mansveld: "Het moet onze ambitie zijn een groeispurt te maken. Dat is mijn inzet. En dat moet de inzet zijn van ons allemaal. Door alle energie uit de samenleving te benutten, kunnen we grote uitdagingen zoals klimaatverandering, grondstoffenschaarste en biodiversiteit aanpakken."
In haar toespraak sprak zij onder meer over haar ideeën voor de modernisering van het milieubeleid. "Ik wil een eigentijds milieubeleid. Met een overheid die alle initiatieven uit de samenleving versterkt. Want die drang, die energie om echt iets te willen veranderen, komt uit de samenleving zelf. Het milieuvraagstuk is van iedereen. Dus moeten we het ook met z'n allen oplossen. We moeten ons milieubeleid niet onder een dekbed aan regels en normen verstikken. Maar die energieke samenleving juist lucht en ruimte geven", aldus de bewindspersoon.
Een paar weken geleden zag ik op televisie een item over de stad Bristol. Een middelgrote Engelse stad ter grootte van Utrecht. Bristol is onlangs verkozen tot Groene hoofdstad van Europa. En terecht! Bristol is een inspirerende en innovatieve voorbeeldstad, echt een 'stadslaboratorium' van verandering. De stad investeert veel in lokaal ondernemerschap. Bijvoorbeeld door de introductie van een eigen munt, de Bristol Pound. Ook zoekt de stad nadrukkelijk verbinding met de lokale landbouw door het aanbod van lokale producten in winkels te stimuleren, investeert zij fors in energiebesparing, duurzame energie en duurzaam transport.
Door al deze initiatieven heeft Bristol een betere luchtkwaliteit dan andere Engelse steden, daalt de CO2-uitstoot ondanks economische groei, is de omzet van groene bedrijven met 5% gestegen, is het aantal fietsers in de stad verdubbeld enzovoorts.
Het motto van de burgemeester George Ferguson van Bristol is: "You cannot produce a good city without breaking rules". Nu wil ik vanaf deze kansel alle burgemeesters van Nederland niet oproepen tot anarchie, maar wel inspiratie te vinden in het voorbeeld van Bristol. Net zoals ik hoop dat Nederlandse gemeenten vandaag inspiratie vinden in de prestaties van de topscoorders op de lokale duurzaamheidsmeter.
Dit meetinstrument is een soort van duurzame barometer. Ze meet duurzame ambities van gemeenten en maakt deze zichtbaar. En is daarmee een bron van inspiratie voor andere gemeenten en bewoners. Het helpt ook raadsleden voor het opstellen van hun politieke agenda of kan voeding geven voor de collegeonderhandelingen die nu plaatsvinden.
Daar bovenop is het een prima aanvulling op andere instrumenten als de Klimaatmonitor en de duurzaamheidsmonitor van Telos. Deze laatste krijg ik zo meteen overhandigd zo begreep ik. Daar ben ik bijzonder blij mee, want zoals u weet: meten is weten. Gemeenten willen graag weten waar ze moeten bijsturen, wat goed gaat, wat er beter kan. Telos helpt met dit soort afwegingen.
Prachtig al deze meetinstrumenten. Maar toch moet mij iets van het hart. Ik wil de mensen achter deze instrumenten oproepen meer de samenwerking te zoeken. Verdere integratie of wellicht een meer gezamenlijk meetinstrument is wenselijk. Daarmee wint 'het instrument' namelijk aan kracht.
Ik juich het dan ook toe dat we - VNG en Rijk - in het SER Energieakkoord hebben afgesproken de Duurzaamheidsmeter en Klimaatmonitor te koppelen. Zo kunnen we nog beter de relatie leggen tussen ons klimaat- en energiebeleid en de effecten daarvan. Niet onbelangrijk willen we ons kompas goed blijven richten op het verduurzamen en versterken van onze economie.
Voordeel van al die meetinstrumenten is wel dat het ons ondubbelzinnig toont dat duurzaamheid inmiddels verankerd is in onze samenleving. Overheden, bedrijven en burgers; ze gaan er allemaal mee aan de slag.
Niettemin vind ik dat we meer tempo kunnen en moeten maken. Het moet onze ambitie zijn een groeispurt te maken. Dat is mijn inzet. En dat moet de inzet zijn van ons allemaal. Door alle energie uit de samenleving te benutten, kunnen we grote uitdagingen zoals klimaatverandering, grondstoffenschaarste en biodiversiteit aan.
Hoe wil ik dat bereiken?
Ik wil een eigentijds milieubeleid. Met een overheid die alle initiatieven uit de samenleving versterkt. Want die drang, die energie om echt iets te willen veranderen, komt uit de samenleving zelf. Het milieuvraagstuk is van iedereen. Dus moeten we het ook met z'n allen oplossen. We moeten ons milieubeleid niet onder een dekbed aan regels en normen verstikken. Maar die energieke samenleving juist lucht en ruimte geven. Bijvoorbeeld door regels toegankelijker te maken en ze op te nemen in de Omgevingswet. Doel hiervan is om de overheidslaag die het beste bepaalde problemen op kan lossen, ook de bevoegdheden heeft dat te doen.
Dat past bij deze tijd en de huidige trend. Want de trend is duurzaam lokaal!
In steden, dorpen, wijken en straten. Daar gebeurt het. Daar maken we de duurzame samenleving waarin we energie besparen, hergebruiken, schone energie gebruiken en zelf produceren, stadslandbouw bedrijven en met duurzaam van A naar B reizen. Ik lees elke dag over wethouders en buurtbewoners die zelf de handschoen oppakken. Tienduizenden Nederlanders, ondernemers, bewoners, wethouders etc.; zij nemen initiatieven die de grote vraagstukken van onze huidige tijd aanpakken.
Een andere trend is dat de rol van onze steden steeds belangrijker wordt. Steden groeien, in omvang en populatie. Daarmee komt de leefomgeving meer onder de druk te staan. Het is mijn overtuiging dat een gezonde leefomgeving alleen tot stand komt, als je vanaf het begin rekening houdt met duurzaamheid; bij gebiedsontwikkeling, herinrichting van wijken, woningbouwprojecten enzovoorts. Neem duurzaamheid vanaf het begin mee in je afwegingen en keuzes.
Slimme steden zijn gezonde steden. Gebruik de creatieve krachten die huisvesten in de stad. Kijk bijvoorbeeld naar Bristol, waarmee ik mijn verhaal begon. Kijk naar ontwikkelingen als Het Nieuwe Werken, smart grids, stadslandbouw, elektrisch rijden, duurzame stadsdistributie etc.; ze zijn allemaal van invloed op de leefomgeving van onze steden. Het Rijk wil partijen bij elkaar brengen zodat we slimme keuzes maken. Ik steun bijvoorbeeld initiatieven als het Rotterdam Climate Initiative, Amsterdam Smart City en Duurzaam Almere 2.0. Bijvoorbeeld met een Green Deal afspraak.
Al die energie en dynamiek binnen gemeenten is de kracht en sleutel tot de overgang naar een duurzame samenleving. Daarom gaan we als Rijk bijvoorbeeld door met Green Deals. En zo ondersteunt het Rijk met de Lokale Klimaatagenda, klimaatambassadeurs en de coalitie Klimaatbestendige stad lokale initiatieven op verschillende manieren. Denk aan hulp bij communicatie over en het verspreiden van succesvolle projecten.
Uiteraard moeten we behalve een lokale ook een krachtige mondiale klimaatagenda hebben. Daar zet ik mij met gelijkstemde landen voor in. Want internationale samenwerking is noodzakelijk om een mondiaal antwoord te vinden op een mondiaal probleem als klimaatverandering.
De gezamenlijke verklaring van de VS en Nederland tijdens het bezoek van president Obama geeft dat belang goed aan. Behalve over de aanpak en financiering van de overgang naar een CO2-arme wereldeconomie met kansen voor groene groei wijzen Obama en Rutte op de essentiële rol die lokale en regionale overheden spelen. Bij zowel het vinden van oplossingen als het weerbaarder worden tegen de gevolgen van klimaatverandering.
Ik ga afronden want ik zie de vertegenwoordigers van de winnende gemeenten Nijmegen, Breda en Leeuwarden ongeduldig worden. Maar dat wil ik niet doen zonder de gemeente Tytsjerksteradiel, nummer 4 op de eindlijst, apart te vermelden. In tegenstelling tot de top 3 een kleine gemeente met 32.000 inwoners en 17 dorpen. In deze gemeente denkt de hele ambtelijke organisatie actief en creatief mee over duurzame initiatieven. Van isolatie van dorpshuizen tot beter scheiden van afval.
Ik hoop dat al deze groene gemeentelijke toppers andere gemeenten, maar ook bedrijven en bewoners inspireren. Zodat we gezamenlijk die noodzakelijke duurzame groeispurt kunnen inzetten.
Ik dank u wel.