Resultaat NSS 2014: wereld weer stap veiliger
De wereld wordt weer veiliger. Tijdens de Nuclear Security Summit (NSS 2014) in Den Haag (Nederland) hebben 58 wereldleiders concrete afspraken gemaakt om te voorkomen dat terroristen nucleair materiaal in handen krijgen waarmee zij een kernwapen zouden kunnen maken. De kans op een nucleaire aanslag - of het dreigen daarmee - wordt zo weer kleiner.
Dat blijkt uit het slotcommuniqué van de top. De conclusies van de NSS 2014 zijn een flinke stap vooruit en daarmee een mooi vervolg op wat eerder in Seoul (2012) en Washington (2010) al werd afgesproken.
De nieuwe afspraken gaan over:
- het verminderen van de hoeveelheid gevaarlijk nucleair materiaal in de wereld waarmee terroristen een kernwapen zouden kunnen maken (hoogverrijkt uranium en plutonium);
- het beter beveiligen van radioactieve materiaal (ook laagverrijkt uranium en ander nucleair materiaal) dat gebruikt kan worden in een 'vuile bom';
- het internationaal uitwisselen van informatie en betere internationale samenwerking.
Nieuwe afspraken
In het slotcommuniqué van de NSS 2014 staan nieuwe afspraken die voortborduren op eerdere resultaten van de NSS 2010 (Washington) en de NSS 2012 (Seoul).
Een greep daaruit:
- Hoe minder materiaal er is, hoe kleiner het risico. De NSS-landen hebben daarom afgesproken de hoeveelheden nucleaire materiaal zo klein mogelijk te houden, en waar mogelijk te verminderen. Landen die hoogverrijkt uranium of plutonium gebruiken als brandstof voor energie-opwekking of onderzoek hebben dat uiteraard nog wel nodig. Maar dan in zo klein mogelijke hoeveelheden.
- De afspraken gaan niet alleen over nucleair materiaal waarmee kernwapens gemaakt kunnen worden (hoogverrijkt uranium en plutonium), maar ook over andere radioactieve materialen: laagverrijkt uranium en stoffen als cobalt-60, strontium-90 of caesium-137. Veel van deze radioactieve stoffen hebben nuttige toepassingen in ziekenhuizen, in de industrie en wetenschappelijk onderzoek. Maar samen met gewone explosieven kan er ook een 'vuile bom' van gemaakt worden.
- Alle deelnemende landen zullen de richtlijnen van het IAEA, het International Atomic Energy Agency uitvoeren. Bovenop de afspraken in het slotcommuniqué hebben 35 landen toegezegd de IAEA-richtlijnen te verwerken in hun nationale wetten en regels. Daardoor worden de richtlijnen voor die landen ook een verplichting. Deze landen zullen ook teams van het IAEA inschakelen om de beveiliging van nucleaire stoffen te beoordelen.
- Forensisch (strafrechtelijk) onderzoek is een belangrijk instrument in de aanpak van crimineel misbruik van nucleaire materialen. Met forensisch onderzoek kan de herkomst en de route van nucleair materiaal achterhaald worden.
- De landen hebben een basis gelegd voor een efficiënte en duurzame internationale structuur van van verdragen, richtlijnen en internationale organisaties (een 'architectuur') voor het beveiligen van nucleair materiaal. Het IAEA speelt daarbij een leidende rol. Een belangrijk nieuw onderdeel zijn de afspraken over maatregelen die landen kunnen nemen om het vertrouwen in elkaars nucleaire beveiligingsmaatregelen te vergroten. Door dat vertrouwen te vergroten kan er nog efficiënter worden samengewerkt en valt beter te beoordelen of het nucleaire materiaal in de wereld goed beveiligd is.
- Waar nucleaire stoffen gebruikt worden in de industrie, moeten overheden en bedrijven goed samenwerken. De beveiliging van nucleair materiaal moet wettelijk goed gewaarborgd zijn, zonder dat bedrijven en instellingen last hebben van onnodige regels van de overheid.