Eerste Kamerdebat de staat van de rechtsstaat
Verkorte versie van de inleiding van minister Opstelten van Veiligheid en Justitie tijdens het debat op 12 maart 2014 over de staat van de rechtsstaat in de Eerste Kamer.
De rechtsstaat is geen onveranderlijk en voor altijd vastliggend begrip. Toen Willem I, Prins van Oranje-Nassau, op 2 december 1813 in Amsterdam de soevereiniteit van Nederland aanvaardde, deed hij dat "alleen onder waarborging eener wijze constitutie, welke uwe vrijheid tegen mogelijke misbruiken verzekert".
De rechtsstaat verankert kernwaarden als vrijheid, rechtszekerheid, rechtsgelijkheid, democratie en subsidiariteit. Deze en andere kernwaarden zijn vanmiddag door u allen gememoreerd. En omdat de manier waarop we invulling geven aan die waarden kan verschillen, is het belangrijk om geregeld na te gaan of we op de goede weg zijn. De rechtsstaat is dynamisch, vraagt om permanent onderhoud. Sterker nog, de heer Holdijk wees er al terecht op dat het begrip "rechtsstaat" helemaal niet zo precies vaststaat.
Hoe dit ook zij, uit wat er gewisseld is tijdens de door uw Kamer georganiseerde deskundigenbijeenkomst, maar ook uit uw inbreng vanmiddag, blijkt dat de rechtsstaat leeft. Ook bleek dat er over de betekenis van de intrinsieke waarden achter de rechtsstaat geen discussie is. Maar wel dat er - en verschillende sprekers gaven daar uiting aan - ook zorgen en twijfels zijn over de instrumenten die we hanteren om de rechtsstaat te verwerkelijken. Zorgen die voortkomen uit de ook door mij gekoesterde oprechte wens op te komen voor de waarden van de rechtsstaat. Twijfels of we wel de goede middelen kiezen om de rechtsstaat verder te brengen. Alleen door deze zorgen en twijfels serieus te nemen en er zoals nu over te debatteren kunnen we de rechtsstaat bij de tijd houden.
En dat onze Nederlandse rechtsstaat het waard is om te beschermen en verder te ontwikkelen blijkt wel uit de positie die Nederland inneemt in de "Rule of Law Index". Deze index van het World Justice Project geeft een waardering aan de mate waarin voldaan wordt aan de eisen van 'Rule of Law' van 99 landen. Nederland neemt de 5e plaats in op deze ranglijst. Geen reden voor zelfgenoegzaamheid, wel een inspiratiebron, die aangeeft dat onze rechtsstaat de moeite meer dan waard is om verder aan te werken. "Onverschilligheid is geen optie. De rechtsstaat maken we samen." Dat was het motto van het advies van een commissie die in 2008 praktische aanbevelingen deed om de kernwaarden van onze rechtsstaat over te dragen. De heer Franken herinnerde hier impliciet aan. Ik maak mij dit motto graag eigen.
Voorzitter! In mijn reactie zal ik beginnen om mijn visie te geven op het belang van checks and balances in onze rechtsstaat en ingaan op de rechtspraak en het strafrecht.
De staatsecretaris zal ingaan op de toegang tot het recht, specifiek in relatie tot de rechtsbijstand.
De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zal afronden met kwesties op het gebied van de democratische rechtstaat, de Grondwet en grondrechten.
Helaas zijn er ook nu aan deze kant van de tafel louter mannen aan het woord, zo zeg ik in de richting van de heer Reynaers. Of zij tot de "top van juridisch Nederland" behoren, laat ik uiteraard graag ter beoordeling aan uw Kamer over.
Dat laatste geldt overigens zonder meer wel voor alle sprekers die wij vanmiddag gehoord hebben. Wij zijn onder de indruk van hun betogen, of zij nu hoogleraar zijn of niet, zo zeg ik speciaal aan het adres van de heer Engels.
Evenwicht en tegenwicht in de rechtstaat
Het stelsel van checks and balances met een cruciale rol voor de rechtspraak, de onafhankelijke rechterlijke macht, vormt de ruggengraat van onze rechtsstaat. De rechtsstaat beschermt de rechten van burgers in de context van beslissingen van een democratische meerderheid. "Het recht bindt de macht aan maat en regel." Zo formuleerde Schuyt dat in 1987 in de bundel 'Rechtsstaat en sturing': ik heb er goede nota van genomen dat de heer Witteveen als redacteur mede de hand heeft gehad in deze fraaie bundel.
Geregeld vervult de rechtspraak daadwerkelijk een sleutelrol bij de bescherming van de rechten van burgers. En ook speelt de rechtspraak een waardevolle economische en maatschappelijke functie wanneer de rechtspraak conflicten tussen burgers en tussen overheid en burgers bindend beslecht. Zonder het tegenwicht dat de rechtspraak biedt, zou de rechtsstaat uit zijn evenwicht kunnen raken.
Beroepstrots
En ik ben trots op de Nederlandse rechters. Tijdens mijn werkbezoeken aan de gerechten ben ik onder de indruk geraakt van hun betrokkenheid en motivatie. In de gesprekken is de beroepseer en de gedrevenheid het ambacht uit te oefenen voelbaar.
De praktijk is dat de Nederlandse rechters kwaliteit leveren. In internationale vergelijkingen scoort de Nederlandse rechtspraak steevast goed. Dat is in de 1e plaats te danken aan de professionaliteit en het hoge arbeidsethos. De denkkracht binnen de rechtspraak is groot. We kunnen putten uit een diepe, brede vijver van kennis. Ook de rechters kunnen trots zijn op wat ze met hun inzet bereiken. Het maatschappelijk vertrouwen in de rechtspraak is hoog. De hoge kwaliteit van de rechtspraak maakt Nederland tot een gunstige vestigingsplaats voor bedrijven.
Ontbureaucratiseren
Het verminderen van de bureaucratie. Daar gaat echt iets aan gebeuren. Door de professionals zelf. Concrete verbeteractiviteiten uit een recent rapport van de Taskforce OM/ZM zullen ter hand worden genomen om ervoor te zorgen dat de individuele rechter en officier weer meer 'eigenaar' worden van hun zaak, onder meer door hen in een eerder stadium te betrekken bij de voorbereiding daarvan. En in de ZSM-werkwijze is een belangrijk uitgangspunt dat een ervaren officier aan de voorkant van het proces beoordeelt hoe de zaak moet worden afgehandeld. Het werkprogramma OM 2020 kondigt aan dat nieuwe competentieprofielen voor de officier van justitie worden opgesteld om - zoals bij medici - de officier het gezicht van het OM te maken. Innovatieve werkwijzen, vakmanschap en heterdaadkracht zijn de motoren achter het programma VPS.
Ik kom daar nog nader op terug.
Rechtspraak bij de tijd
De rechtspraak heeft in de Nederlandse rechtsstaat een controlerende rol ten opzichte van uitvoerende macht en een toetsende, dan wel interpreterende, rol ten opzichte van de wetgevende macht. Die 2 centrale functies ten aanzien van de andere staatsmachten moet de rechtspraak ook in de toekomst kunnen blijven vervullen. Daarvoor zijn aanpassingen nodig.
In de afgelopen jaren was het mijn inzet om de gerechtelijke infrastructuur te versterken. Per 2013 is een gebiedsindeling met 11 rechtbanken ontstaan. Hiermee is de spankracht vergroot en zijn condities gecreëerd om deskundigheid, snelheid en kwaliteit verder te bevorderen en meer maatwerk te leveren. Dit biedt kansen voor specialisatie en het leveren van de deskundigheid voor steeds complexere typen zaken die zich aandienen.
Samen met de Rechtspraak geef ik op dit moment een logisch en noodzakelijk vervolg aan de hiervoor genoemde ontwikkelingen. Mijn speerpunten voor de komende jaren zijn het programma kwaliteit en innovatie rechtspraak (KEI) en de versterking van de prestaties van de strafrechtketen (VPS). Met deze aanpassingen kan de rechtspraak ook in de toekomst haar rol goed blijven vervullen. Ik licht dat toe.
Kwaliteit en innovatie
De bestendiging en versterking van de rechtsstaat is 1 van de 7 kernthema's uit mijn werkprogramma. In dat kader schenk ik, samen met de Raad voor de rechtspraak, bijzondere aandacht aan innovatie. Dat doen we met het vernieuwingsprogramma 'Kwaliteit en Innovatie rechtspraak'. Mevrouw Duthler sprak daar al over en noemde het programma veelbelovend. Dat is het zeker, maar dat schept dan ook verplichtingen, die ik uiteraard graag nakom. U kent mij.
Het programma's draagt bij aan het behoud en de versterking van een goede, toegankelijke en doelmatige rechtspraak. Met het oog daarop bereid ik voorstellen voor tot wijziging van het burgerlijk procesrecht en het bestuursprocesrecht. Tegelijkertijd werkt de Rechtspraak aan digitalisering van procedures.
Deze voornemens zijn omvangrijk, complex en ingrijpend. Om die reden heb ik professor Hammerstein benoemd tot regeringscommissaris voor de wijziging van het burgerlijk procesrecht. Professor Scheltema vervult een vergelijkbare rol op het terrein van het bestuursrecht. Beide regeringscommissarissen zijn zeer nauw betrokken bij de uitwerking van onze voornemens.
De "KEI-wetgeving" die ik op dit moment voorbereid, bevat verschillende elementen die bijdragen aan het behoud van de kwaliteit van de rechtspraak. Zo wordt de procesgang straks overzichtelijker en meer voorspelbaar. Door nadruk te leggen op tijdig contact met en sturing door de rechter wordt bereikt dat de procedure efficiënter kan verlopen. De digitalisering van procedures in het burgerlijk recht en het bestuursrecht maakt het procederen voor veel rechtzoekenden toegankelijker. Iedereen die dat wil kan in de toekomst digitaal een procedure starten, stukken indienen en ontvangen. Voor professionele partijen wordt het digitale verkeer verplicht. Denk daarbij aan advocaten, deurwaarders en rechtspersonen.
Natuurlijke personen mogen digitaal procederen, maar hoeven het niet te doen. Zo houden we rekening met mensen die nog niet klaar zijn voor het digitaal procederen. Zij houden dus toegang tot de rechter via de gebruikelijke papieren weg.
Versterking rechtsstatelijkheid strafrechtspleging
Niet alleen op het terrein van het civiele- en bestuursrecht, maar ook op het terrein van het strafrecht is het nodige in beweging. Mijn inzet is, dat de samenleving recht heeft op een herkenbaar, krachtig en op maat gesneden strafrecht, dat de rechten en belangen van alle burgers beschermt. Dat zijn de belangen van verdachten, maar ook van slachtoffers en de belangen van de samenleving als geheel. Om de rechtsstatelijkheid van de strafrechtspleging te versterken heb ik de positie van het slachtoffer en getuigen versterkt. Zijn de rechten van verdachten in strafzaken uitgebreid. Is de positie van de rechter-commissaris versterkt.
Versterking Prestaties Strafrechtketen
Ik heb onder de noemer van de Versterking Prestaties Strafrechtketen (afgekort: VPS) concrete en ambitieuze doelstellingen geformuleerd om het functioneren van de keten te verbeteren. In dit kader zijn en worden diverse maatregelen getroffen. Ik noem U er een paar, maar ik kom er straks nog uitgebreider op terug:
- De aangifte van misdrijven wordt makkelijker gemaakt en kan meer via digitale middelen geschieden.
- De opsporingsprestatie van de politie wordt versterkt evenals de samenhang in de tenuitvoerlegging van straffen en maatregelen.
- De informatievoorziening over het functioneren van de strafrechtketen wordt op een hoger niveau gebracht, zodat tijdig kan worden gereageerd op de knelpunten die een efficiënte zaaksbehandeling bedreigen.
In totaal gaat het om maar liefst 18 wetsvoorstellen op deelterreinen van het Wetboek van Strafvordering. Dit najaar zend ik een zogeheten Contourennota naar de Tweede Kamer, waarin ik aangeef met welke uitgangspunten aanpassing van het Wetboek van Strafvordering zal plaatsvinden, hoe de herziening wordt aangepakt en wat de inhoud ervan zal zijn.