Reactie minister Opstelten op uitzending Nieuwsuur van 11 maart
Het televisieprogramma Nieuwsuur besteedt vanavond aandacht aan de zaak H. Hieronder de reactie van minister Opstelten van Veiligheid en Justitie aan Nieuwsuur.
In antwoord op Kamervragen heeft toenmalig minister Korthals van Justitie op 15 april 2002 geschreven dat hij in 1999 bekend was met het feit dat met H. onderhandelingen werden gevoerd. In het kader van de beantwoording van deze Kamervragen is de minister in 2002 over de schikkingsovereenkomst door het College geïnformeerd. De uiteindelijke schikkingsovereenkomst is in 2000 aan de waarnemend voorzitter van het College van Procureurs-Generaal voorgelegd. Er is namens het College met deze schikkingsovereenkomst ingestemd. De schikking was in lijn met de toen geldende wet- en regelgeving.
Het betreft een schikkingsovereenkomst die betrekking heeft op strafbare feiten gepleegd in de periode 1989-1991. Ten tijde van de totstandkoming van deze schikking in 2000 was het OM er niet toe gehouden een dergelijke overeenkomst ter instemming voor te leggen aan de minister van Justitie. In 2001 heeft de minister in een brief naar aanleiding van de bouwfraude aan de Kamer aangegeven dat de regelgeving omtrent hoge transacties, inclusief ontnemingsschikkingen, te zullen aanpassen. Begin 2002 is dit gebeurd, waarbij grensbedragen in de aanwijzing van het OM genoemd. In de huidige tijd zou daarom deze ontnemingsschikking wel aan de minister ter instemming zijn voorgelegd.