Persconferentie na ministerraad 7 maart 2014

Minister-president Rutte gaat tijdens zijn wekelijkse persconferentie in op de nieuwste economische cijfers van het Centraal Planbureau. Verder staat hij stil bij de situatie in Oekraine.

INLEIDEND STATEMENT
Deze week heeft het Centraal Planbureau de nieuwe raming gepresenteerd en die laat zien dat het met de Nederlandse economie voorzichtig de goede kant op gaat. Daar hebben we vandaag in het kabinet bij stil gestaan. En tegelijkertijd hebben we met elkaar vastgesteld dat we er nog lang niet zijn. Ook dit jaar stijgt de werkloosheid nog en dat betekent dat de belangrijkste prioriteit van het kabinet was, is en blijft het herstel van werkgelegenheid. Bovendien zijn er risico's. Met bijvoorbeeld de invloed van de onrust van Oekraïne en wat voor effecten die zou kunnen hebben op de wereldhandel. En zelfs als de risico's er niet zijn dan hebben we met elkaar vastgesteld dat ook een tekort van vlak boven de 2 procent absoluut geen eindstation kan zijn. Want ook bij een tekort van boven de 2 procent geven we nog steeds 12 miljard meer uit dan er binnenkomt. Het devies is koers houden, verder werken aan herstel van de overheidsfinanciën, verder werken aan hervormingen die bijdragen aan het herstel van het groei-vermogen van de Nederlandse economie.

Dan hebben we gesproken natuurlijk over de Oekraïne. Ik heb in de ministerraad verslag gedaan van het overleg met mijn Europese collega's gisteren over de Oekraïne. De situatie op de Krim is en blijft buitengewoon zorgelijk. Een oplossing kan alleen in internationaal politiek verband worden gevonden. De-escalatie, dialoog, dat zijn wat ons betreft de kernwoorden. De Europese Raad heeft gisteren gekozen voor een traject dat het diplomatieke spoor verbindt met stevige maatregelen als dit niet zou lukken. En omdat een aantal de-escalerende stappen waar de ministers van Buitenlandse Zaken maandag op hadden aangedrongen, omdat die niet zijn genomen, is gisteren besloten om de onderhandelingen met Rusland over visumliberalisatie en het zogeheten strategisch akkoord op te schorten en we hebben tegen elkaar gezegd dat als komende tijd blijkt dat de Russen onvoldoende investeren in de relatie met Oekraïne, de dialoog die daarvoor nodig is, c.q. doorgaan met het destabiliseren van de Oekraïne, dat aanvullende sancties mogelijk zijn. En die zullen we deels ook voorbereiden.