Inzet op alternatief voorkomt dierproeven

Alleen een dierproef als er echt geen alternatief is. Dat is het uitgangspunt voor staatssecretaris Dijksma van Economische Zaken in het plan van aanpak ‘Dierproeven en alternatieven’ dat zij vandaag naar de Tweede Kamer stuurt. Met het plan wil Dijksma kennis over alternatieven vergroten en toe laten passen in de praktijk.

Staatssecretaris Dijksma over het plan: 'Iedere dierproef die wij overbodig kunnen maken telt. Nieuwe technologie biedt mogelijkheden voor alternatieven. Alleen kan de kennis daarover nog beter gedeeld worden. Samen met onderzoekers en dierenwelzijnsorganisaties gaan wij alle kennis en mogelijkheden ten volste benutten om zo onnodig dierenleed te besparen.'

Trendbreuk in het stijgende fokoverschot

In 2012 waren er in totaal 589.056 dierproeven uit oogpunt van volksgezondheid. Dat is 0,1% minder dan in 2011. Door genetische modificatie is het fokoverschot - dieren die niet benut worden in een proef - gestegen naar ca. 525.000 (met name vissen en muizen). De staatssecretaris wil een trendbreuk realiseren in deze stijging. Dat kan door kennis over genetische modificatie te concentreren in 'centers of excellence'. Ook komen er afspraken over fokcoördinatoren binnen de instellingen. En bovendien wordt er in opleidingen extra aandacht gevraagd voor alternatieven.

Verbod op teenknip bij muizen

Een van de speerpunten uit het plan van aanpak is pijnbestrijding. Zo wil staatssecretaris Dijksma de teenknip bij proefmuizen op termijn verbieden. Nu is deze ingreep nog onmisbaar voor identificatie, maar daar moet zo snel mogelijk een diervriendelijkere methode voor komen.

Afspraken

In komende maanden worden de acties samen met wetenschap, bedrijfsleven en dierenwelzijnsorganisaties verder uitgewerkt in onder meer een convenant. Voor de zoektocht naar alternatieven is aanvullende financiering nodig. Hiervoor wordt een denktank opgericht. De aanstaande wijziging van de Wet op de dierproeven biedt daarnaast meer mogelijkheden om alternatieven te stimuleren. En in samenwerking met dierenwelzijnsorganisaties wordt er verder gewerkt aan een adoptieplan voor voormalige proefdieren.