Teeven spreekt ter gelegenheid Europese Dag van het Slachtoffer
In Nederland is al veel gedaan om de positie van slachtoffers van seksueel geweld en seksueel misbruik te verbeteren, maar het kan nóg beter. Dat heeft staatssecretaris Teeven van Veiligheid en Justitie vandaag gezegd in een toespraak tijdens het symposium van Slachtofferhulp Nederland (SHN), ter gelegenheid van de Europese Dag van het Slachtoffer.
Thema van het symposium was de zorg voor slachtoffers van seksueel geweld en seksueel misbruik. Teeven stond in zijn toespraak onder meer stil bij wat er allemaal al is gedaan om de positie van deze slachtoffers te verbeteren. Zo hebben zij recht op rechtsbijstand die door de overheid wordt betaald. Ook wordt er in het strafproces volgens de staatssecretaris meer rekening gehouden met de specifieke wensen en behoeftes van slachtoffers. “Een mooi en aansprekend voorbeeld vind ik zelf de Amsterdamse zedenzaak, waar ouders van de misbruikte kinderen het recht kregen om het woord te voeren op de zitting. Dat gaf een indringend beeld van de impact die het misbruik had, zowel op de kinderen zelf, als op het gezin en de omgeving”.
Hoewel er al veel is gedaan, vindt Teeven dat er mogelijkheden zijn voor verdere verbetering. Hij stelde in zijn toespraak onder meer dat de aangiftebereidheid onder zedenslachtoffers omhoog moet. Zij vinden het vaak moeilijk om naar de politie te stappen. Het is volgens de staatssecretaris daarom belangrijk dat zij voldoende aandacht krijgen en goed worden opgevangen en bejegend.
De onlangs opgerichte Centra Seksueel Geweld kunnen hieraan bijdragen, vindt Teeven. Artsen, verpleegkundigen, psychologen, maatschappelijk werkers en politie bundelen in deze centra hun krachten om slachtoffers van seksueel geweld bij te staan. Voor slachtoffers van verkrachting of aanranding kunnen deze centra de drempel om aangifte helpen verlagen, en ze kunnen bijdragen aan een betere bejegening en opvang van de slachtoffers, vindt de staatssecretaris.