Toespraak Rutte bij de herdenking van Minister van Staat Els Borst in de Eerste Kamer
Toespraak bij de herdenking van Minister van Staat Els Borst in de Eerste Kamer, 18 februari 2014.
Mevrouw de voorzitter,
Het overlijden van Els Borst en de berichten over de manier waarop zij mogelijk om het leven is gekomen, hebben ons allen zeer diep geschokt. Het is intens verdrietig dat wij vandaag deze bijzondere vrouw moeten herdenken, die op haar 81e nog midden in het leven stond. Bijzonder was zij als mens, maar bijzonder was ook haar rol in het politieke leven.
Els Borst was minister, vicepremier en minister van Staat. Zij is vaker getypeerd als ‘arts in de politiek’. Toen haar tijdens haar ministerschap werd gevraagd of zij zich meer arts of politica voelde, antwoordde zij: ‘Weet u, het gevoel arts te zijn gaat nooit helemaal weg. Het is een soort bekommerd zijn om mensen die in de gezondheidszorg in de knel komen.’
Leven en dood liepen als een rode draad door haar bestaan. Tijdens haar loopbaan en in haar privéleven werd ze veelvuldig met de dood geconfronteerd. Het was ook een van de redenen waarom zij op 62-jarige leeftijd ja zei, toen Hans van Mierlo haar vroeg minister van Volksgezondheid te worden. Want dat departement ging ergens over. Zoals ze zelf zei: ‘Dit gaat over leven en dood.’
Els Borst was een vakminister pur sang, met een grote passie voor de gezondheidszorg. Maar vooral ook iemand die de mens achter de dossiers, de patiënt, nooit uit het oog verloor.
In haar acht jaar als minister werd zij met moeilijke vraagstukken geconfronteerd en haar staat van dienst is indrukwekkend. Meer dan 100 wetten staan op haar naam. Zo bracht zij de wet geneesmiddelenprijzen, de wet op de orgaandonatie en de wet op medisch-wetenschappelijk onderzoek met mensen tot stand. Aan het eind van haar loopbaan als minister legde ze de basis voor de nieuwe zorgverzekeringswet.
Een dossier waarmee haar naam altijd verbonden zal zijn, is dat van het zelfgekozen levenseinde. In 2001 maakte zij de eerste euthanasiewet ter wereld mogelijk. Op de weg daarnaartoe combineerde zij een doelgerichte en scherpe houding, met menslievendheid en respect voor andere opvattingen.
Het leverde haar het imago op van vernieuwer en grensverlegger in de zorg. Maar dat op de weloverwogen en bescheiden manier die haar eigen was. Zij koos de weg van de geleidelijkheid. Zij was een politica van de kleine stapjes.
Els Borst had als minister alle eigenschappen van een goede arts. Ze was meelevend en begripvol, maar straalde ook autoriteit en gezag uit. Innemend en warm, maar niet bang voor de confrontatie. En altijd vanuit een grote liefde voor haar vakgebied.
Het maakte haar tot een zeer geliefd minister en tot een zeer geliefd mens. Dat juist zij waarschijnlijk door een misdrijf aan haar einde moest komen, maakt ons intens verdrietig.
Nederland is Els Borst veel dank verschuldigd. Wij gedenken haar met het allerdiepste respect.
Namens het kabinet wens ik haar kinderen, kleinkinderen en andere nabestaanden veel kracht toe bij het verwerken van dit grote verlies.