Korte toespraak Staatssecretaris Wilma Mansveld op startbijeenkomst Omgevingsdienst Noordzeekanaal gebied
Staatssecretaris Wilma Mansveld gaf vandaag het officiële startsein van de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied [NZKG]. “Hiermee bundelen we kennis voor een gezonde, veilige leefomgeving en een gelijke behandeling van bedrijven”, aldus de staatssecretaris.
Meer kwaliteit, meer efficiency en meer uniformiteit.
Dat is wat het kabinet voor ogen had met de Omgevingsdiensten.
Maar ook: bundeling van expertise door samenwerking in de regio.
Met als einddoel een gezonde en veiliger leefomgeving voor mens en milieu.
En dames en heren, het fundament ligt er inmiddels.
Een stevig fundament.
Met organisaties die de nieuwe uitdagingen van de 21ste eeuw aan kunnen.
Ik ben daar bijzonder blij mee.
Het is met recht een prestatie van formaat.
Van alle betrokken medewerkers en bestuurders.
Alle 29 Omgevingsdiensten zijn nu opgericht.
En bijna allemaal operationeel.
Zes zijn gespecialiseerd in toezicht op grote risicovolle bedrijven.
En u kent mijn inzet inmiddels: de veiligheid bij deze bedrijven gaat mij bijzonder aan het hart.
En dus ook hier bij één van de zes: het Noordzeekanaalgebied.
Gefeliciteerd met Uw nieuwe organisatie.
Alle lof aan iedereen die keihard heeft gewerkt de datum van 1 januari te halen.
Echt klasse!
Komend jaar gaan de nieuwe diensten zichtbare en meetbare resultaten laten zien.
Ik noem er drie:
- Landelijk uniforme en actuele vergunningen;
- Landelijk uniforme en integrale sanctionering zoals boetes;
- uitwisseling van deskundigheid tussen diensten en onderlinge beoordeling met als motto: houd elkaar scherp, het kan altijd beter
Belangrijke winst is ook dat toezichthouders nu als één opereren.
En dat vergunningen uniform worden.
Deze aanpak zorgt ervoor dat bedrijven gelijk behandeld worden.
En het verbetert de efficiency: het wiel hoeft niet iedere keer opnieuw uitgevonden te worden.
De weg die we nu ingaan is hard nodig.
Veiligheid bij risicovolle bedrijven staat namelijk volop in de aandacht.
En helaas niet altijd even positief.
Denk aan Chemie-pack en Odfjell.
En als het misgaat bij dit soort bedrijven, dan is het ook goed mis.
Veiligheid moet dus te allen tijde voorop staan.
Laat ik beginnen te zeggen dat bedrijven zelf primair verantwoordelijk zijn.
Zij zijn het ook die de achterblijvers binnen de keten moeten blijven aanspreken.
Werken aan een betere veiligheidscultuur is een werkwoord
Door alle lagen heen in de organisatie.
De overheid heeft vanzelfsprekend ook een verantwoordelijkheid.
Ik heb dan ook samen met collega’s Opstelten en Asscher een meerjarenprogramma aangekondigd voor grote risicovolle bedrijven.
Doel is de vergunningverlening en handhaving te verbeteren.
Centraal staat:
- een betere samenwerking tussen toezichthouders – te weten de Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid, de veiligheidsregio en de Omgevingsdienst;
- een uniforme handhaving
- meer openbaarheid van inspectiegegevens; en
- een nieuwe aanpak voor de -programmafinanciering Externe Veiligheid.
Met deze maatregelen gaan we een forse verbeterslag maken.
Vanaf 1 januari houden de drie toezichthouders op risicovolle bedrijven nu integraal toezicht.
Resultaat is één overheid die op uniforme werkwijze bedrijven benadert.
Dat creëert een gelijk speelveld en draagvlak bij bedrijven.
Motto is aanpakken waar nodig, ruimte geven waar het kan.
Alle risicovolle bedrijven in Nederland vallen nu onder de zes gespecialiseerde Omgevingsdiensten.
Bevoegdheden voor vergunningverlening en toezicht bij risico bedrijven zijn nu van alle gemeentes en provincies overgedragen aan de betrokken RUD.
Een directeur van een Omgevingsdienst zet dus nu zelf zijn handtekening onder een dwangsombesluit.
En niet een gedeputeerde of een burgemeester.
Daarmee wordt toezicht en handhaving onafhankelijker en professioneler.
Dames en heren,
Veel tijd om op uw lauweren te rusten is U niet gegund.
Ik noem twee zaken.
De samenvoeging tussen uw Omgevingsdienst met die van IJmond zal de komende tijd zijn beslag gaan krijgen.
Een hele operatie.
Maar wel één waar ik zeker achter sta.
Een andere prioriteit is het verbeteren en verankeren van de kwaliteit.
Alle omgevingsdiensten moeten voldoen aan bepaalde kwaliteitscriteria.
Deze staan beschreven in het wetsvoorstel Vergunning, Toezicht en Handhaving [VTH].
Dit voorstel stuur ik op zeer korte termijn naar de Kamer.
Veel organisaties moeten nog wel een slag maken.
Ik heb daar veel vertrouwen in.
We zijn nu al zover gekomen.
Dus deze uitdaging ga ik graag samen met U aan.
Het wordt wel aanpoten.
Deze criteria worden immers al in 2015 wettelijk verplicht.
Maar vandaag heeft u allereerst recht op een feestje.
Want er is hier veel bereikt.
En er is landelijk veel bereikt.
Nu moeten we het fundament verder opbouwen.
En aan de zaken werken die nog moeten gebeuren.
Op weg naar een professioneel en efficiënt netwerk van toezicht en handhaving.
Een netwerk dat klaar is voor de uitdagingen van vandaag, morgen en de toekomst.
Ik wens u tot slot veel succes in deze nieuwe organisatie!
Dank U wel.