Zandsuppletie Oesterdam goed voor natuur en veiligheid
Minister Melanie Schultz van Haegen (Infrastructuur en Milieu) heeft vanmiddag samen met basisschoolkinderen van openbare basisschool Ter Tolne de Veiligheidsbuffer Oesterdam geopend. Met het leegkiepen van enkele emmertjes zand vanaf een schip werd de laatste hand gelegd aan de opgehoogde zandplaat tussen Rilland en Tholen. Door het herstellen van de oude zandplaten krijgt de natuur weer de ruimte en kan er in de toekomst 3,5 miljoen euro op het onderhoud aan de dijk worden bespaard.
“Dit project is een prachtvoorbeeld van een praktijkproef waarbij we op een natuurlijke wijze natuur en waterveiligheid versterken”, zegt minister Schultz. “Nederland laat zien voorop te lopen in watertechnologie.”Afgelopen najaar is er bijna 500.000 kuub zand gestort voor de Oesterdam. Rijkswaterstaat, Natuurmonumenten en de provincie Zeeland hebben ruim 3,5 miljoen euro geïnvesteerd in het herstellen van oude zandplaten van de Oesterdam. Een project dat zichzelf in de toekomst terugverdient. Door de golfremmende werking van de zandplaat slaan de golven minder hard op de waterkering en kan het onderhoud ervan zo’n twintig jaar worden uitgesteld.
Natuurwinst
Het project Veiligheidsbuffer Oesterdam is bedoeld om de negatieve effecten van de zandhonger en de zeespiegelstijging tegen te gaan. Ook de natuur profiteert van deze maatregel. Marc van den Tweel, directeur Natuurmonumenten: “De zandplaten in de Oosterschelde zijn belangrijk als rustplaats voor zeehonden en als ‘wegrestaurant’ voor trekvogels. Zo’n herstelde zandplaat barst binnen een paar jaar weer van het bodemleven.”
Zandhonger
Sinds de aanleg van de Oosterscheldekering heeft de Oosterschelde te maken met zogeheten zandhonger. Door de komst van de stormvloedkering is het getij afgenomen. Het is niet meer sterk genoeg om zand en slib aan te voeren om de zandbanken, slikken en schorren op te bouwen. Door de golfslag verdwijnt er echter wel steeds zand en worden de bestaande zandplaten langzamerhand steeds kleiner.