Toespraak van Commandant der Strijdkrachten tijdens het Captains Dinner NIVD

Toespraak | 23-01-2014

Dames en heren, Winston Churchill zei het al:
“There are two things that are more difficult than making a dinner speech: Climbing a wall which is leaning toward you, and kissing a girl who is leaning away from you”.

Toch ga ik een poging wagen.
En ik wil dat doen door het met u te hebben over een onderwerp dat u waarschijnlijk niet van een militair verwacht, namelijk ‘de ondernemersgeest’.
U bezit de ondernemersgeest, anders zat u hier niet.
U weet wat u doet, u houdt van wat u doet en u gelooft in wat u doet.
Doorzettingsvermogen is de drive.

Maar ondernemerschap past in deze tijd niet alleen bij bedrijven en bij onderzoeksinstituten. Bij u.
Ondernemerschap past ook bij de krijgsmacht! Bij mij.
Want stelt u zich eens voor dat u wordt gevraagd een joint venture aan te gaan.
In een land op duizenden kilometers afstand.
Dat u daar een bedrijf moet opzetten in een markt die u onbekend is.
Een markt met veel potentieel, maar ook één met dreigingen voor het personeel.
Een markt met grote cultuur- en taalverschillen.
En dat u ook nog eens moet samenwerken met partnerbedrijven uit vijf verschillende continenten, ieder met hun eigen bedrijfscultuur en
bedrijfssystemen.
Oh, en 'by the way', het bedrijf moet er binnen twee maanden staan én gelijk
winstgevend zijn…

Ik denk dat sommigen van u zich dan wel even achter de oren krabben.
Toch is dat de uitdaging waar de krijgsmacht veelvuldig voor staat in de zeventien missies die wij nu uitvoeren.
Ik hoop dat u het met mij eens bent dat ook ons werk dus een ondernemersgeest vereist.
Ik heb het zelf ervaren. Als commandant in Uruzgan, als directeur operaties, en nu als Commandant der Strijdkrachten.

Je moet oude patronen los kunnen laten, grenzen verleggen en kansen creëren.
Maar ook positief denken vanuit eigen kracht, en kijken wat het gezamenlijk belang is met die ander.
En misschien nog wel belangrijker; je moet calculated risks durven nemen.
Met risicoloos gedrag kom je er niet.
Dat geldt voor u, en dat geldt voor mij.
Er is alleen één verschil; de krijgsmacht mag geen verlies lijden.
Want bij ons schaadt het grote nationale belangen en kost het mensenlevens….
Toch blijven er genoeg overeenkomsten over waaruit blijkt dat u en ik de ondernemersgeest delen.

En er is nog meer dat ons bindt.
U en ik delen ook dezelfde belangen.
De krijgsmacht zet zich in voor de stabiliteit die u nodig heeft in uw afzetmarkten.
De krijgsmacht zorgt voor veiligheid op de aan- en afvoerroutes naar uw afnemers.
En de krijgsmacht biedt de gebruikerskennis, die u nodig hebt om voor ons de juiste producten te ontwikkelen.
We hebben zelfs een gezamenlijke uitdaging!

Met enige regelmaat stuiten we op een doolhof aan wet- en regelgeving.
Dodelijk voor de ondernemersgeest en dodelijk voor ons aanpassingsvermogen.
We willen daar bij Defensie dan ook echt iets aan doen.
Want net zoals bij u geldt ook bij ons het credo 'stilstand is achteruitgang'.
Stilstand maakt ons kwetsbaar.

Dames en heren, ik streef er dan ook naar dat we samen meer gaan ondernemen, om innovatief te blijven.
Dat we samen zoeken naar win-winsituaties, om koploper te blijven.
En dat we niet blijven hangen in ambitieuze intenties en mooie woorden, maar concrete projecten écht gaan aanpakken!
Ik weet dat we er toe in staat zijn, want ik zie sinds een jaar steeds meer
hoopvolle initiatieven ontstaan.

De Maintenance Valley Woensdrecht kan aan de slag nu de keuze op de F-35 is gevallen.

De samenwerking in Den Helder groeit als het gaat om civiel medegebruik van
de Marinehaven.

En de Landmacht startte het Land Maintenance Initiative.

Een ander hoopvol voorbeeld is Codemo, het fonds waarmee Defensie bedrijven helpt kansrijke producten tot een succes te maken.
Dankzij dit fonds zijn al een aantal veelbelovende prototypes doorontwikkeld.

Denk aan akoestische sensoren, een virtuele infanterie trainer, een externe brandstoftank en een mortiersimulator. Geniale innovaties!
En de verwachting is dat we binnenkort ook projecten afronden op het gebied van biometrische dataverwerking, afvalverwerking en sensoriek.
Wéér een zetje in de rug voor het Midden-en kleinbedrijf!

En wat dacht u tot slot van de ontwikkeling van simulatoren?
Ook dat is een prachtig staaltje van ondernemerschap in de Gouden Driehoek!
Zo bezocht ik afgelopen week het Militair Revalidatie Centrum Aardenburg, waar ze gebruik maken van simulatoren.
Deze zijn ontwikkeld door universiteiten en het bedrijfsleven.

Ik kreeg een demo te zien van de applicatie 3-MDR, een nieuwe behandeling tegen post-traumatische stressstoornis.
Het was indrukwekkend om te zien hoe een patiënt met trauma’s, geholpen kan worden door middel van Virtual Reality.
Dat is de ondernemersgeest die ik zoek!

Ik hoop dan ook dat we vooruit blijven kijken.
En dat we samen blijven toewerken naar nieuwe stippen op de horizon.
De nota ‘In het belang van Nederland’ is hiervoor van belang.
Want met de nota is voor de krijgsmacht de stip aan de horizon gezet.
Hierin staan drie kernelementen centraal, die ook voor u van belang zijn.
Ik wil ze daarom kort noemen.

Eén. Operationele duurzaamheid. Hoe blijf je bruikbaar en operationeel relevant
als krijgsmacht?
Natuurlijk door te innoveren, door in te spelen op nieuwe trends en technologieën en door geleerde lessen door te vertalen in nieuwe concepten.
Dat doen we bijvoorbeeld via Concept Development en Experimentation.
In diverse grote projecten is CD&E bij ons al standaard.
Bijvoorbeeld binnen het maritieme domein met de Thalesmast, en binnen het
luchtdomein met de F-35.

Maar we willen CD&E nu ook verbreden.
De landmacht is daarom gestart met het land maintenance initiatief en gaat nu ook een specifieke CD&E eenheid klaar zetten voor de hele krijgsmacht.
Deze eenheid stelt ons in staat om gebruikers- en ontwikkelkennis bij elkaar te brengen en om producten te testen bij oefeningen en tijdens inzet.
Zo leert u van de operationele gebruikers, en krijgen wij concepten en producten die effectief aansluiten bij onze behoefte.
Samen kunnen we zo synergie bereiken.

Het tweede element uit de nota is Financiële Duurzaamheid.
Dit is met name gericht op het reduceren van Life Cycle kosten. Iets waar u veel
ervaring mee heeft.
U heeft mij er al diverse malen op gewezen grote kansen te zien voor Defensie,
om met geringe investeringen de exploitatiekosten aanzienlijk terug te dringen.
Dat is een gedeeld belang.

Want besparingen in de exploitatie bieden ons de mogelijkheden om verder te investeren in vernieuwing, en om verdere reducties te voorkomen.
Ik daag de industrie daarom graag uit om mee te denken.
Als het materieel betreft dat wij al in gebruik hebben dan zijn de onderhoudsbedrijven zeker bereid naar mogelijkheden te kijken!
Als het projecten in voorbereiding zijn dan doen wij dat graag bij de DS en de DMO.

Het derde en laatste element uit de nota is Samenwerking.
Dat doen we natuurlijk met andere landen, met andere ministeries en met de
kennisinstituten.
Maar ook met het bedrijfsleven!
Defensie wil nu eenmaal nieuwe glans aan die Gouden Driehoek geven!
Daarom werken we nu samen aan een consultatie van de industrie in een vroeg stadium.
Zodat we uw kennis van de markt kunnen gebruiken om óók echt het optimale
uit de markt te halen.
Het is weliswaar een kleine stap, maar wel een begin van meer!

Dames en Heren, ik noemde net een paar voorbeelden waar ons ondernemerschap duidelijk over het voetlicht komt.
Maar u weet net als ik, wij zijn nog tot zoveel meer in staat!
Want een sterke ondernemersgeest kijkt altijd vooruit! En staat zeker niet stil.
Ik vraag u dan ook om het potentieel aan ondernemersgeest volledig te benutten.

Ik ben geen Commandant der Strijdkrachten op zoek naar nieuw werk.
Ik ben wel een Commandant die zich, net als u, grote zorgen maakt over
doorlopende reducties op de krijgsmacht.
Maar ik wil niet het hoofd laten hangen. Ik zet mij maximaal in voor veiligheid en welvaart in ons mooie land.

U zorgt voor die welvaart, ik zorg voor de veilige omgeving waarin u die welvaart kunt invullen.
Wij kunnen niet zonder elkaar.
Laten we samen gaan ondernemen.

Dank u.
-0-0-0-