Toespraak minister Schultz bij het Deltalinqsdiner
Toespraak van minister Schultz Infrastructuur en Milieu bij het Deltalinqsdiner op 20 januari 2013.
“De Nederlandse zeehavens mogen de komende tijd rekenen op mijn bijzondere aandacht. Er is alle reden om trots te zijn op onze havens, zeker die van Rotterdam. - 90% van alle volume van onze in- en export gaat via de havens. - Bijna 275.000 mensen verdienen er hun brood. Alleen hier in Rotterdam-Rijnmond al 177.000. De zeehavens zijn de sleepboten voor de Nederlandse - maar ook de Europese - economie.”
Meneer Lak,
Dames en heren,
Tot haar spijt kan de minister er vanavond toch niet bij zijn.
Ik zal dus vanavond namens haar spreken.
En ironisch genoeg had ze willen beginnen met de woorden:
“Goed om weer bij u te zijn! De laatste keer was in 2011”..
Want drie jaar geleden was de minister hier wel. En dat lijkt misschien kort, maar toch: wat is er veel gebeurd!
- Dan bedoel ik nog niet eens dat er nu een ander kabinet zit.
- Maar vooral: de Tweede Maasvlakte werd toen nog opgespoten! In oktober verwachten we de eerste schepen.
- De Blankenburgtunnel heette toen nog Nieuwe Westelijke Oeververbinding. Er is nu een knoop doorgehakt!
- De aanleg van het derde spoor in Duitsland was toen nog een belofte van Duitse kant. Nu is het zeker dat die er komt. Een capaciteitssprong voor de Betuweroute!
- De samenwerking met Antwerpen is geïntensiveerd! Hoogtepunt: de gezamenlijke missie vorig jaar naar Houston, met beide MP’s, waar ik met veel plezier aan terugdenk.
- En ik kijk ook naar Deltalinqs zelf, dat sinds een jaar met Steven Lak een nieuw gezicht heeft. Niets van te merken dat u tien jaar niet in de haven was geweest!
Alles bij elkaar constateer ik: er is veel gebeurd en er is veel bereikt met als prachtig hoogtepunt natuurlijk dat de Rotterdamse haveninfrastructuur ook vorig jaar weer is uitgeroepen tot beste van de wereld!
De kernvraag is natuurlijk: hoe blijven we aan de top? Welke keuzes moeten we maken?
Eén ding is zeker: eenzijdige keuzes hebben geen zin.
Dat leert het verleden ons.
Graag neem ik u daarvoor even mee naar zo’n 160 jaar geleden. Ik citeer minister Thorbecke in de Staten Generaal. Hij zei daar toen:
“De Zééuwse weg als de kortste weg tussen Engeland en Duitsland en verbonden met een der beste zeegaten gaat de schoonste toekomst tegemoet.”
Met andere woorden: Vlissingen zou het belangrijkste Nederlandse knooppunt in de internationale goederenstroom moeten worden.
Er werd flink geïnvesteerd in spoorlijnen, in goederenloodsen, kraanbanen, maar toen een fotograaf jaren later wat foto’s wilde nemen constateerde hij dat de haven ‘treurig ledig’ was.
En intussen groeide iets meer naar het noorden de provinciestad Rotterdam uit tot wereldhaven. Zonder dat dit heel bewust was gepland. Natuurlijk was en is de ligging van Rotterdam gunstig.
Maar doorslaggevend was de groeikracht die vooral bestond uit het geloof in de toekomst van de mensen die er woonden en werkten. Hun harde werken en ondernemingslust, gecombineerd met de goede ligging, gaven Rotterdam de voorsprong die het nog altijd heeft.
Als we hieruit iets kunnen leren dan is het wel dat infrastructuur alleen niet zaligmakend is. Je hebt mensen nodig die erin geloven en die steeds de toekomst verkennen om de haven sterker te maken.
Willen we Rotterdam aan de top houden dan lukt dit alleen door vraagstukken gezamenlijk op te pakken en gezamenlijk keuzes te maken: havenbedrijf, bedrijfsleven, en overheid. De heer lak wees daar ook op.
Hoe zorgen we er bijvoorbeeld voor dat ondernemers zich hier willen vestigen en investeren? U weet als geen ander dat je moet knokken voor de klant.
Van harte steun ik uw initiatief om dit jaar een internationale Rotterdamdag te organiseren met de CEO’s van de grote buitenlandse maatschappijen.
Goed idee om ze naar je toe te halen en ze te laten zien waar we trots op zijn.
We zullen samen bekijken welke ondersteuning het kabinet kan bieden om zo’n Rotterdamdag tot een succes te maken.
Het punt is: u kunt hier veel laten zien!
Bijvoorbeeld Rotterdam als veilige haven. Ik denk aan de Delta University die drijft op kennis en ervaring van de ondernemers zelf. Dit jaar begint de vierde fase: een bewijs dat de formule werkt!
Of Rotterdam als duurzame haven. CO2 wordt hier gebruikt voor de kassen. Restwarmte van bedrijven wordt hier gebruikt om de woningen van Rotterdammers te verwarmen.
Maar u kunt ook laten zien hoe Rotterdam de opleidingshaven is. Hoe u samen met de gemeente het arbeidspotentieel van de stad aanboort.
- Bijvoorbeeld door 500 baangarantieplaatsen te creëren.
- Of door duizenden leerlingen van de basisschool vlak voordat ze naar de middelbare school gaan kennis te laten maken met de haven.
Heel belangrijk om ook op die manier de haven en de stad aan elkaar te binden.
En heel wezenlijk is natuurlijk Rotterdam als bereikbare haven.
Internationaal scoren we hoog met onze infrastructuur en de verbinding met het achterland. Daarom blijven we de komende jaren fors investeren om groei te kunnen opvangen.
De A15 Maasvlakte Vaanplein, de A4 Noord, de A13-A16, de Blankenburgtunnel, de Calandspoorbrug: we pakken het allemaal op!
Eén ding zeg ik daarbij: er is de komende jaren veel samenwerking en creativiteit nodig om Rotterdam beter bereikbaar te houden. Bijvoorbeeld om de beste oplossing te vinden voor het Calandspoor – de heer Lak noemde dit.
Samen met het bedrijfsleven en het Havenbedrijf kijken we naar de meest kansrijke alternatieven en de financiële haalbaarheid en we hopen de eerste helft van dit jaar tot een voorkeursvariant te komen.
Samenwerking en creativiteit is ook hard nodig om de aanleg van het derde spoor in Duitsland, in aansluiting op de Betuweroute, op te kunnen vangen. Goed dat die er komt!
Maar het betekent ook dat we vanaf 2016 tijdens de bouw minder gebruik kunnen maken van de grensovergang van de Betuweroute.
Daarom moeten we nu slimme oplossingen bedenken en dat kan alleen als u meedenkt! Ik nodig u daarvoor van harte uit.
Slimme oplossingen zijn nodig voor de ontsluiting van de Tweede Maasvlakte. Dit najaar brengen de eerste grote schepen hun lading.
Er ligt een mooie opgave om niet alles via de weg te vervoeren maar ook via de binnenvaart en het spoor.
In de topsector logistiek is men hier volop mee bezig. Mooi voorbeeld is dat rederij Maersk en BCTN [Binnenlands Container Terminal Nederland] de containers dit jaar tussen Rotterdam, Tilburg en Nijmegen niet alleen over de weg vervoeren maar ook over spoor en water. Iedere week 120 vrachtwagens minder over de weg!
Beste mensen,
Ik heb het gehad over de klantenbinding, over de bereikbaarheid van de haven en hoe wezenlijk samenwerking daarbij is.
Maar we moeten ook een kompas hebben. Vooruit denken: hoe zien we de haven over pakweg 20-30 jaar? Welke keuzes horen daarbij?
U heeft die uitdaging al opgepakt. Er ligt een havenvisie tot 2030. En ieder jaar bekijkt u of de koers aangepast moet worden.
Bijvoorbeeld op het gebied van fossiele brandstoffen en energie want daarin gaat veel bewegen.
U bent niet de enige. Alle Nederlandse zeehavens zijn met de toekomst bezig en stellen nieuwe visies op of hebben dit net gedaan.
Ik vind het belangrijk dat we dat niet los van elkaar doen.
Daarom zijn we alle visies nu naast elkaar aan het leggen en mijn bedoeling is om dit voorjaar een gezamenlijk werkprogramma zeehavens op te stellen voor en vooral met de zeehavens en het zeehaven-bedrijfsleven.
Daarnaast kom ik dit najaar met een maritieme strategie waarin ik ook het binnenvaart- en zeevaartbeleid bepaal.
Om u gerust te stellen: mijn doel is praktisch.
Ik wil bijvoorbeeld voorkomen dat we allemaal op hetzelfde paard wedden. We kunnen meer profiteren van elkaar.
Voorbeeld: als hier in Rotterdam de procedures met de douane zo goed lopen waarom zouden we dat dan niet overal invoeren?
Ander voorbeeld: hoe kan de overheid haar rol als toezichthouder en handhaver uitoefenen zonder dat dit ten koste gaat van uw slagkracht?
Ook ik heb er geen enkele baat bij als u langer dan nodig is moet wachten op een vergunning. Daarom moet toezicht en handhaving dicht op de uitvoering liggen en onze inspecties goed samenwerken.
Onnodige regeldruk wil ook ik voorkomen. Ik nodig u dan ook uit om met concrete voorbeelden te komen zodat we naar een vereenvoudiging van regelgeving kunnen komen.
Eén punt – een wens van de Rotterdamse havengemeenschap - is opgepakt. Ik doel op de Omgevingswet en een integrale milieuaanpak.
Die Omgevingswet komt er. Het advies van de Raad van State is net binnen, en dat zijn we nog aan het bekijken.
Vooruitlopend op de wet is Rotterdam al aangewezen als ontwikkellocatie in de Crisis en herstelwet.
De Nederlandse zeehavens mogen de komende tijd dus rekenen op mijn bijzondere aandacht. Er is alle reden om trots te zijn op onze havens, zeker die van Rotterdam.
- 90% van alle volume van onze in- en export gaat via de havens.
- Bijna 275.000 mensen verdienen er hun brood. Alleen hier in Rotterdam-Rijnmond al 177.000.
De zeehavens zijn de sleepboten voor de Nederlandse - maar ook de Europese - economie.
Dat willen we zo houden. Daarom herinner ik u - tot slot - nog even aan de les van Thorbecke.
Echte groeikracht kun je niet forceren met eenzijdige keuzes.
Echte groeikracht komt niet aanwaaien door een gunstige ligging.
Echte groeikracht ontstaat als mensen ergens in geloven. Vertrouwen hebben in de toekomst.
Op zoek gaan naar nieuwe mogelijkheden om de economische waarde van de haven te vergroten en daarbij willen samenwerken.
En als ik naar u kijk, naar dit gemengde gezelschap van hele verschillende bedrijven en ondernemers, dan heb ik er alle vertrouwen in dat de Rotterdamse haven een gezonde toekomst tegemoet gaat.