Toespraak minister-president Rutte bij de afsluiting van het bezoek van president Hollande aan Nederland
Toespraak van minister-president Mark Rutte bij de afsluiting van het economische deel van het bezoek van president Hollande aan Nederland in het Scheepvaartmuseum Amsterdam.
Mijnheer de President, dames en heren,
Kort geleden begon de viering van 200 jaar Koninkrijk der Nederlanden. In 1813 eindigde het Napoleontisch bewind in ons land en in de jaren daarna kreeg het onafhankelijke Nederland zijn huidige staatkundige vorm. Maar, mijnheer de President, het zal u deugd doen dat veel politieke en maatschappelijke vernieuwingen van Franse herkomst in dat nieuwe Koninkrijk van ons werden geïncorporeerd. Van de basisprincipes onder onze eerste Grondwet tot de Koninklijke Nederlandse Academie van Wetenschappen.
En zo is het in de Europese geschiedenis eigenlijk altijd geweest. Strijd, samenwerking en wederzijdse beïnvloeding lagen vaak heel dicht bij elkaar. En Frankrijk en Nederland vormen daarop geen uitzondering. Zo publiceerde Descartes zijn belangrijkste werken in de twintig jaar dat hij in Nederland woonde, o.a. hier in Amsterdam! Samen stonden we na de Tweede Wereldoorlog aan de wieg van de Europese Unie. En Air France en KLM bewijzen nu alweer sinds 2003 hoe belangrijk de samenwerking tussen onze landen is. Het is wat mij betreft daarom meer dan symbolisch dat ook TomTom, de pionier op het terrein van navigatiesystemen, inmiddels een Frans-Nederlandse onderneming is. We weten elkaar letterlijk en figuurlijk steeds beter te vinden. Een andere conclusie laat zich niet trekken.
En als je naar de cijfers kijkt, is dat ook logisch. Frankrijk was in 2012 met 36 miljard euro het derde exportland voor Nederland. Andersom exporteerde Frankrijk in datzelfde jaar voor 17 miljard naar Nederland. De investeringen over en weer bedragen respectievelijk 35 en 39 miljard euro. En het belang van die strategische handels- en investeringsrelatie neemt toe. De bilaterale relatie tussen onze landen biedt nog volop kansen op groei in kwaliteit en kwantiteit.
Waarvan akte. Zojuist hebben we vijf nieuwe samenwerkingsovereenkomsten ondertekend op het terrein van luchtvaartindustrie, bio-based economy, water, agro business en smart cities. We hebben eerder vanmiddag tijdens de Ronde Tafel bijeenkomst met CEO's intensief gesproken over het belang van innovatie voor economische groei en over mogelijkheden om elkaar verder te versterken. En parallel daaraan waren er ook nog twee specifieke seminars met het midden- en kleinbedrijf. De eerste over ontwikkelingen in de duurzame landbouw en de mondiale vraag naar voedsel. En de tweede over de slimme stad van de toekomst. Dat klinkt misschien futuristisch, maar dat is het niet. Frankrijk en Nederland zijn allebei wereldspelers op het gebied van landbouw. En in beide landen moeten steden zich ruimtelijk, sociaal en economisch voorbereiden op een toekomst waarin bijvoorbeeld digitalisering een steeds grotere rol speelt. Ook op deze terreinen zoeken we elkaar op en dat laat zien hoe de verbreding en verdieping van onze bilaterale samenwerking een continu proces is. Ik onderstreep graag de grote betekenis daarvan.
Tegelijkertijd aarzel ik geen seconde om dit ook in het licht te zetten van de Europese context . Zowel voor Frankrijk als Nederland geldt immers: Europa is onze thuismarkt. Daar verdienen we ons geld. En wat er in Europa gebeurt, is direct van invloed op de levens van elke Fransman en elke Nederlander. Daarom moeten we niet alleen de relatie met elkaar koesteren, maar die met al onze partners in Europa én met de Europese Unie als geheel.
De laatste jaren hebben we in Europa gewerkt aan herstel van de financiële stabiliteit. De grote opgave is nu om nieuwe groei en nieuwe banen te creëren. En dat kan. Alleen al de volledige invoering van de Dienstenrichtlijn levert de Europese economie structureel 230 miljard euro extra op. En met de Europese Digitale Agenda zijn in potentie 3,8 miljoen extra banen gemoeid. Dat zijn cijfers die tellen.
Verder is het heel belangrijk dat Europa zich meer dan vroeger als een zelfbewuste eenheid aan de buitenwereld presenteert. Dus als een markt van 500 miljoen koopkrachtige consumenten en een solide economisch blok dat innovatie met hoofdletters schrijft. Denk bijvoorbeeld aan de lopende gesprekken met de Verenigde Staten, Japan en India over een vrijhandelsakkoord. Denk aan de positie van het Europese bedrijfsleven in de grote opkomende economieën in Azië en Zuid-Amerika. De rest van de wereld staat bepaald niet stil. De mondiale economische machtsverhoudingen verschuiven in snel tempo. En in die ontwikkeling wordt van Europa steeds vaker een eenduidig standpunt en een gezamenlijk verhaal gevraagd .Ook op die manier kunnen we de concurrentiekracht van Europa versterken.
Tegen die achtergrond is het goed vast te kunnen stellen dat Nederland en Frankrijk ook op het Europese toneel steeds vaker samen optrekken. De tijd dat generaal De Gaulle en onze minister Luns hardnekkig 'non' en 'nee' tegen elkaar zeiden ligt lang en breed achter ons. Frankrijk en Nederland zeggen ja tegen elkaar. We zeggen ja tegen versterking van de bilaterale economische samenwerking. We zeggen beide ja tegen een Europa dat staat voor groei en banen. En we zeggen ja tegen een gezamenlijke wereldwijde inzet op duurzaamheid en innovatie, omdat we ons realiseren dat die combinatie de toekomst heeft.
Mijnheer de President,
Wie zoekt naar positieve symboliek in de samenwerking tussen onze landen, hoeft niet lang om zich heen te kijken. De Eiffeltoren en de Parijse metro worden verlicht door led-lampen van Philips. De nieuwe klok in de Nôtre-Dame is geleverd door de Klokkengieterij Eijsbouts uit het Nederlandse Asten. En volgend jaar start de Tour de France opnieuw in ons land. Steviger dan dat, kan de basis onder onze relatie nauwelijks worden. Het is een basis die veel belooft voor de toekomst van onze samenwerking, waarin we vandaag opnieuw een paar belangrijke stappen hebben gezet.
Merci beaucoup. Dank u wel.