Opening nieuwbouw Veiligheidshuis de Markiezaten
Toespraak van minister Opstelten van Veiligheid en Justitie bij de officiële opening van de nieuwbouw van Veiligheidshuis De Markiezaten in Bergen op Zoom op 15 januari 2014.
Dames en heren,
Dank voor deze heldere uiteenzetting van verleden, heden en toekomst van het Veiligheidshuis Bergen op Zoom – sinds 1 januari getooid met de fraaie, historische naam “De Markiezaten”.
Met die naam legt u een betekenisvolle verbinding tussen verleden en toekomst. Immers: in 1533 werd de “heerlijkheid” Bergen op Zoom door Keizer Karel V verheven tot markiezaat, met de edelman Anton Glymes van Bergen als eerste markgraaf. En per 1 januari van dit jaar is ook uw Veiligheidshuis officieel “verheven”. Als regionaal Veiligheidshuis fungeert u nu voor alle 8 gemeenten in het politiedistrict De Markiezaten.
Of uw directeur, Berry Dückers, zich nu voortaan laat aanspreken als “markies” is mij niet bekend. Maar ik denk dat het met zijn aspiraties op dit punt wel meevalt. Anders had hij zijn intrek wel genomen in het prachtige Markiezenhof, in de oude binnenstad, in plaats van in dit Bedrijfs Verzamel Gebouw aan de rand van Bergen. Bescheidenheid siert de mens...
En terecht, lijkt me. Want al heeft het Veiligheidshuis dan nu een historische naam, de blik blijft eens te meer gericht op de toekomst. En die toekomst, die zit ‘m vooral in goed samenwerken – iets wat je zo ongeveer de core business van het Veiligheidshuis zou kunnen noemen. Samenwerking tussen tal van partners – 28, zo heb ik me laten vertellen – uit de strafrechtketen, de zorgketen en gemeenten. En dit nieuwe pand nodigt nóg meer dan voorheen uit tot nauwe samenwerking, ondersteund door goede ICT. Ik ben ervan overtuigd dat dit alles de prestaties van uw Veiligheidshuis opnieuw een stevige boost kan geven.
Prestaties die - laat dat duidelijk zijn - al niet gering waren. Zo hebt u in de eerste jaren van uw bestaan al uitstekende resultaten geboekt bij het terugdringen van overlast en criminaliteit door veelplegers en risicojongeren. Ook bij huiselijk geweld wist u al snel te komen tot een effectieve aanpak. Echt maatwerk waarbij elk gezinslid – pleger, slachtoffer of kind/getuige – precies die behandeling krijgt die hij of zij nodig heeft.
Dat het met de Veiligheidshuizen zo goed gaat, maakt het ook makkelijker voor mijn departement om voortaan iets meer op de achtergrond te opereren.
Zoals u weet is het programma Doorontwikkeling Veiligheidshuizen onlangs afgerond. Tot 1 maart blijft er nog wat extra capaciteit beschikbaar voor hulp en ondersteuning bij vragen. Maar daarna worden de Veiligheidshuizen “gewoon” een regulier dossier binnen onze Directie Justitieel Jeugdbeleid. Een dossier dat we overigens wel met grote belangstelling zullen blijven volgen.
En per 1 januari heeft nog een andere wijziging plaatsgevonden. Geheel in lijn met de overdracht van de regie over de Veiligheidshuizen van OM naar gemeente, is met ingang van dit nieuwe jaar ook het voorzitterschap van de Landelijke Stuurgroep Veiligheidshuizen overgedragen: van mijn departement naar de VNG. Voorzitter is nu Jantine Kriens. Ik ken haar goed uit mijn periode als burgemeester van Rotterdam, waar ze achtereenvolgens raadslid en wethouder was. Een krachtdadige, besluitvaardige bestuurder – én een vernieuwer! De Veiligheidshuizen krijgen aan haar echt een goeie!
De VNG participeert ook, net als mijn departement, in de interdepartementale werkgroep Privacy, onder voorzitterschap van het Ministerie van BZK. U weet, in veel Veiligheidshuizen worstelen de verschillende partners nog een beetje met de vraag welke persoonsgegevens ze met welke andere organisaties ze mogen delen. Die privacywerkgroep komt naar verwachting eind volgende maand met een beleidskader. Ik verwacht dat de Veiligheidshuizen daar bij dit soort kwesties veel houvast aan zullen hebben. Ook u - hoewel ik heb begrepen dat u in Bergen op Zoom er al vrij goed in bent geslaagd het delen van persoonsgegevens correct en soepel te laten verlopen.
Dames en heren, toen ik vanochtend aan iemand vertelde over dit werkbezoek, vroeg die verbaasd: “Ga je nou alwéér een Veiligheidshuis openen?” Ik heb hem geantwoord dat het ging om de opening van een nieuw onderkomen. Want dat er op korte termijn nog nieuwe Veiligheidshuizen bij zullen komen, lijkt me sterk. We hebben er momenteel 34 – en dat zullen er in de toekomst eerder minder worden.
U weet, dat heeft alles te maken met het feit dat de Veiligheidshuizen regionaal zijn gaan werken en zich ook steeds meer gaan richten op de echt complexe casuïstiek. Dáár ligt tenslotte de grote kracht en de grootste méérwaarde van de Veiligheidshuizen: de aanpak van multi-probleemgevallen, waarbij veel verschillende partners zijn betrokken. Elk vanuit z’n eigen discipline en eigen verantwoordelijkheid, maar wèl onder een goede, strakke regie. En die is er, in het Veiligheidshuis. Die goede regie stelt het Veiligheidshuis in staat uitstekende resultaten te behalen. Resultaten die de betrokken partners bij afzonderlijk functioneren waarschijnlijk niet gehaald zouden hebben.
Die verschuiving naar de complexe casuïstiek is een logische ontwikkeling – zeker tegen de achtergrond van de opkomst van de ZSM-afdoeningstafels voor de eenvoudiger zaken. Ook hier in Bergen op Zoom loopt een pilot, om te komen tot een optimale aansluiting tussen ZSM en het Veiligheidshuis. Dat is een goede zaak. En het doet me dan ook deugd u te kunnen meedelen dat onlangs is besloten deze pilots nog met enkele maanden te verlengen, tot medio 2014. Die pilots moeten leiden tot een effectief procesmodel, dat naar verwachting in de tweede helft van dit jaar landelijk zal worden uitgerold.
De Veiligheidshuizen zullen, net als in het programma Doorontwikkeling, bij al dit soort ontwikkelingen uiteraard nauw betrokken zijn. Én blijven. Uw kennis en ervaring zijn voor ons immers onmisbaar. Mede daarom ben ik ook zo blij met de recente oprichting van de landelijke Vereniging voor Managers van de Veiligheidshuizen – de LVMH. Die club werkt inmiddels al nauw samen met de Landelijke Stuurgroep en levert op die manier een belangrijke bijdrage aan het optimaliseren van de communicatie tussen beleid en uitvoering.
Dames en heren, ik ga afronden. Het moment van de officiële opening is aangebroken. Het fijne wilde men mij er nog niet van vertellen, maar ik heb begrepen dat ik er een rol in zal spelen. Samen met een schaar. Dat laatste vind ik wel gepast, in deze stad, rijk aan historie. Met een knipoog naar het beroemde geuzenlied “Merck toch hoe sterck” zou ik dan ook willen besluiten:
Berg op Zoom, houdt u vroom
Overhandig mij de Spaensche scharen...