Rijksbrede aanpak fraude
Het kabinet neemt een reeks maatregelen om fraude met publieke middelen te voorkomen en effectiever te bestrijden. Uiterlijk eind 2014 wordt alle nieuwe en bestaande wet- en regelgeving beter en vaker getoetst op fraudebestendigheid. Opsporingsdiensten krijgen een sterkere informatiepositie door betere uitwisseling van gegevens en de basisregistraties worden op orde gebracht. Ook gaan de overheidsdiensten nauwer samenwerken bij de opsporing en vervolging van fraudeurs.
Dat staat in een brief over de Rijksbrede aanpak van fraude die minister Opstelten van Veiligheid en Justitie mede namens de ministers van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Economische Zaken, Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Wonen en Rijksdienst en Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de staatssecretaris van Financiën naar de Tweede Kamer heeft gestuurd. De aanpak van fraude is een belangrijke pijler van dit kabinet. De recente ervaringen met fraude met toeslagen en andere inkomensvoorzieningen voor burgers tonen het belang van een stevige aanpak aan. Het kabinet heeft in de Rijksbrede anti-fraudestrategie gezocht naar een goede balans tussen gerechtvaardigd vertrouwen, goede dienstverlening en fraudebestrijding.
Het kabinet heeft de afgelopen maanden de frauderisico’s op de belangrijkste beleidsterreinen in kaart gebracht. Dit heeft geleid tot extra maatregelen die onlangs zijn getroffen of binnenkort in gang worden gezet, in aanvulling op eerder aankondigde maatregelen op afzonderlijke beleidsterreinen zoals de aanpak van fraude met toeslagen en in de zorg. Het gaat om domein overstijgende maatregelen die overheidsdiensten gezamenlijk treffen om fraude tegen te gaan.
Om misbruik te voorkomen moeten bij het opstellen en aanpassen van wet- en regelgeving frauderisico’s zoveel mogelijk worden beperkt. Uiterlijk eind 2014 zal alle nieuwe regelgeving worden getoetst op fraudebestendigheid. Uitvoerders, toezichthouders en opsporingsdiensten worden hierbij nauw betrokken. Ook na invoering van nieuwe regelgeving zal periodiek en systematisch worden gezocht naar mogelijke fouten of misbruik. Deze aanpak moet eind 2014 bij alle betrokken ministeries zijn ingevoerd.
Om fraude op te sporen en te voorkomen moeten uitvoeringsdiensten en handhavers gemakkelijker en beter gebruik kunnen maken van gegevens uit verschillende basisadministraties. Door de inzet van risicoprofielen en snelle gegevensuitwisseling kunnen diensten bovendien vroegtijdig ingrijpen bij fraude. In de Gemeentelijke Basisadministratie levert deze aanpak bijvoorbeeld verdachte patronen op van in- en uitschrijvingen die aanleiding zijn voor 6000 extra huisbezoeken voor controle door gemeenten.
Overheidsdiensten krijgen ook meer mogelijkheden om bestanden te koppelen. Zo trekken de Belastingdienst, Inspectie SZW, UWV, SVB, politie, openbaar ministerie en gemeenten in 2014 samen op bij de aanpak van adresfraude. Daarnaast komen er nieuwe registers, zoals het centraal aandeelhoudersregister waarmee bijvoorbeeld fraude met BV’s kan worden tegengegaan. Ook wil het kabinet een portaal inrichten dat ervoor zorgt dat opsporingsdiensten gemakkelijker kunnen achterhalen welke bankrekeningen een verdachte op zijn naam heeft staan.
Het kabinet pakt ook de beroepsfraudeurs en zogeheten onderliggende fraudefenomenen aan. Daarbij gaat het om frauduleuze handelingen die andere vormen van zwendel mogelijk maken, zoals identiteitsfraude, faillissementsfraude en het creëren van gefingeerde dienstbetrekkingen. Behalve de overheid worden ook burgers en bedrijven het slachtoffer van dit soort fraude. Door de Rijksbrede aanpak kunnen de afzonderlijke maatregelen die al in verschillende sectoren worden genomen effectiever worden ingezet. Daarnaast komt het kabinet met extra wetgeving, zoals het civielrechtelijk bestuursverbod, de herziening van het strafrechtelijk faillissementsrecht en het wetsvoorstel versterking positie curator waardoor fraudebestrijding een wettelijke taak van de curator wordt.
Fraude mag niet lonen. Geld dat onrechtmatig is verkregen moet worden teruggevorderd en crimineel geld moet worden afgepakt. Bij het terugvorderen en afpakken wordt opgetreden als één overheid. In 2014 gaan politie, openbaar ministerie, Belastingdienst en bijzondere opsporingsdiensten samen met het lokaal bestuur regionaal aan de slag met het integraal afpakken van illegaal verkregen middelen. Daarbij wordt gebruik gemaakt van de goede ervaringen die de afgelopen anderhalf jaar zijn opgedaan met het integraal afpakteam in Brabant. Zo nodig zal het kabinet het instrumentarium voor terugvorderen verder verruimen.
Het kabinet zet ook fors in op het terugvorderen en terughalen van illegaal geld uit het buitenland. De verschillende overheidsdiensten gaan meer fraudeurs in het buitenland opsporen door het vergelijken van (adres)gegevens. Zodra een fraudeur wordt gevonden, wordt per geval bepaald welke dienst actie onderneemt om geld terug te vorderen. Begin volgend jaar bepaalt het kabinet of er extra maatregelen nodig zijn voor het terugvorderen in het buitenland.