Verdere ontwikkeling gedragscode medische hulpmiddelen
Vanaf 2015 worden voor het eerst de financiële relaties tussen leveranciers van medische hulpmiddelen en zorgprofessionals openbaar gemaakt, bij voorkeur in het reeds bestaande Transparantieregister Zorg. Deze afspraak heeft minister Edith Schippers met het zorgveld gemaakt, zo schrijft zij vandaag in een brief aan de Tweede Kamer.
Gedragscode Medische Hulpmiddelen
In deze brief gaat de minister in op de verdere ontwikkeling van de Gedragscode Medische Hulpmiddelen (GMH). Deze gedragscode bestaat nu 2 jaar en geeft regels voor een verantwoorde invulling van de relatie tussen leveranciers van medische hulpmiddelen en zorgprofessionals. Op dit moment geldt de GMH alleen nog voor leveranciers en fabrikanten. Artsenorganisaties KNMG en de Orde van Medisch Specialisten en ziekenhuiskoepels NVZ en NFU hebben besloten zich hier per 1 januari 2014 bij aan te sluiten. Schippers spreekt van een belangrijk signaal en verwacht dat oa verpleegkundigen, care-instellingen en zorgverzekeraars ook het gesprek aan zullen gaan over nut en noodzaak van aansluiten bij de GMH. Zowel de openbaarmaking van de relaties vanaf 2015 als de uitbreiding van het aantal partijen dat de gedragscode onderschrijft zijn belangrijke stappen in de ontwikkeling van de code.
Toezicht op de GMH
De GMH is een vorm van zelfregulering, maar dat mag niet vrijblijvend zijn, aldus Schippers. Als er sprake is van oneigenlijke beïnvloeding van zorgprofessionals door de industrie moet de IGZ in kunnen grijpen. Dat is op dit moment nog niet mogelijk, omdat er geen sprake is van wettelijke regels. De minister wil niet wachten op Europese regelgeving om toezicht door de IGZ mogelijk te maken. Daarom kondigt zij in haar brief ook een wijziging van de Wet op de medische hulpmiddelen aan.