eID-stelsel maakt digitale identificatie veilig en makkelijk
De omvang en het belang van digitale communicatie neemt toe. Mensen, bedrijven en organisaties hebben daarom behoefte aan meer zekerheid over degene met wie ze digitaal communiceren. Om aan die behoefte tegemoet te komen, werkt de overheid aan een zogeheten eID-stelsel. Met het eID-stelsel regelen overheden en bedrijven samen een betrouwbare en veilige toegang tot online dienstverlening.
Het kabinet wil in 2015 een werkend stelsel voor elektronische identiteit (eID) hebben. Dat schrijven de ministers Plasterk (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) en Kamp (Economische Zaken) vandaag in een brief aan de Tweede Kamer.
Zekerheid
Binnen het eID-stelsel kunnen mensen met de identificatiemiddelen van hun keuze veilig online zaken doen met de overheid en bedrijven. Het stelsel helpt tegen cybercrime en identiteitsfraude, omdat met grotere zekerheid kan worden vastgesteld dat een persoon ook daadwerkelijk is wie hij zegt te zijn. Daarnaast maakt het eID-stelsel het mogelijk dat organisaties online de leeftijd van iemand kunnen verifiëren.
Privacy
De bescherming van de privacy van personen is een belangrijk uitgangspunt van het eID-stelsel. Organisaties krijgen enkel toegang tot die informatie die strikt noodzakelijk is voor het uitvoeren van hun taak. Een online slijter krijgt bijvoorbeeld enkel te zien of een persoon ouder dan 18 jaar is. De slijter krijgt dus niet de geboortedatum of het burgerservicenummer van die persoon te zien.
Minder wachtwoorden
Tot nu toe hebben overheden en bedrijven hun eigen middelen voor online identificatie. Mensen moeten daarom veel verschillende gebruikersnamen en wachtwoorden onthouden. Dankzij het eID-stelsel kunnen mensen hetzelfde identificatiemiddel bij meerdere organisaties gebruiken, zowel bij de overheid als bij bedrijven. Dit zorgt ervoor dat online identificeren makkelijker wordt. Voor ondernemers beschikt de overheid al over een vorm van eID dat goed werkt, namelijk eHerkenning. Het is de bedoeling dat eHerkenning aansluit bij het eID-stelsel.
eID-stelsel
Het is kostbaar als organisaties hun eigen identificatiemiddelen toekomstbestendiger moeten maken. Daarom streeft de overheid naar een eID-stelsel, waarin publieke en private partijen samenwerken om kosten te besparen. Het is de bedoeling dat binnen het stelsel diverse publieke en private identificatiemiddelen naast elkaar bestaan. Als een identificatiemiddel niet bruikbaar is door storing of uitval kan een ander middel gebruikt worden om in te loggen. Het is de intentie dat de identificatiemiddelen worden aangeboden door marktpartijen. De opzet van het eID-stelsel is dit jaar met succes getoetst bij een brede groep publieke en private organisaties.
DigiD-kaart
De overheid onderzoekt de opname van een identificatiemiddel binnen het eID-stelsel dat uitgegeven wordt door de overheid. Het gaat om een DigiD met een hoger zekerheidsniveau dan DigiD nu biedt. Deze zogenaamde DigiD-kaart is geschikt voor het uitwisselen van privacygevoelige informatie, zoals medische, financiële of juridische informatie. Het is qua vorm en gebruik vergelijkbaar met een bankpas.