Gala Fonds Slachtofferhulp
Jubileumtoespraak door minister Opstelten tgv Gala Fonds Slachtofferhulp. Apeldoorn, Paleis Het Loo, 16 december 2013.
Dames en heren,
Mooi, zo’n avond ten paleize. Er zit van alles in. Een feestelijke, zeg maar gerust vorstelijke ontvangst, een drankje, een bijzonder indrukwekkend verhaal van een ervaringsdeskundige, een heuse wandeling door de paleisgangen, prachtige muziek...
En nu mag ik dan, als een soort entre acte tussen het voorgerecht en de veiling, u hier kort toespreken. Staatssecretaris Teeven laat weten het zeer te betreuren dat hij dit Gala hier vanavond moet missen. U weet, slachtofferzorg is één van zijn topprioriteiten en hij was hier dan ook bijzonder graag aanwezig geweest. Te meer daar er zo meteen een loterij annex veiling volgt – en hij als staatssecretaris tenslotte ook de kansspelen in zijn portefeuille heeft. Maar goed, ook de agenda van een bewindspersoon – ik weet er alles van – heeft soms iets weg van een kansspel. Vandaar dat u hier vanavond niet de staatssecretaris, maar de minister van Veiligheid en Justitie in uw midden hebt.
Dames en heren, we hebben zojuist allemaal het moedige en indrukwekkende relaas van Linda gehoord. Daar word je wel even stil van. In mijn loopbaan als burgemeester in diverse gemeenten, maar ook nu als minister, heb ik regelmatig gesproken met slachtoffers, of hun nabestaanden. Ik kan u verzekeren: die verhalen wennen nooit! Elke keer opnieuw maken ze diepe indruk op mij. Hoe één fataal moment, de confrontatie met de verkeerde persoon op het verkeerde moment, iemands leven dramatisch kan veranderen – of zelfs doen beëindigen!
Wat ik echter ook heel mooi en geweldig sterk vind aan het verhaal van Linda, is hoe zij hier uit is gekomen. Hoe de deskundige ondersteuning en begeleiding door Slachtofferhulp haar heeft geholpen er weer bovenop te komen en haar leven weer op te pakken. Want daar doen we het toch allemaal voor: zorgen dat het slachtoffer op een goede manier verder kan met haar of zijn leven.
Daar hebben staatssecretaris Teeven – vooral hij - en ik ons de afgelopen jaren steeds voor ingespannen. Mede daardoor kunnen we nu met recht zeggen - en daar zijn we trots op - dat de positie van slachtoffers is verbeterd:
• Met de Wet versterking positie slachtoffers zijn essentiële rechten van slachtoffers nu in de wet verankerd. Bijvoorbeeld het recht op informatie en een correcte bejegening.
• De mogelijkheden voor schadeverhaal via het strafproces zijn verruimd.
• Ook kennen we nu een voorschotregeling voor slachtoffers
• Er is een landelijk dekkend netwerk van slachtofferloketten, waardoor elk slachtoffer nu binnen zijn of haar eigen regio terecht kan voor goede, professionele hulp en advisering
• Het spreekrecht voor slachtoffers is uitgebreid. Slachtoffers die fysiek of geestelijk niet in staat zijn om in de rechtszaal het woord te voeren - zoals jonge kinderen – kunnen zich nu laten vertegenwoordigen door een ander. Is het slachtoffer overleden, dan hebben nu meerdere nabestaanden de mogelijkheid om op de zitting te spreken.
• Zeer binnenkort, op 1 januari 2014, treedt de Wet conservatoir beslag in werking. Dat geeft het OM de mogelijkheid om al in een vroeg stadium van het strafproces beslag te leggen op geld en goederen van de verdachte.
U hoort het, dames en heren, we hebben al heel wat bereikt. Maar, als u ons vraagt: zijn we er nu? Dan zeg ik: nee, het werk is nog niet af. Op dit moment zijn we hard bezig met de verdere verbetering van het slachtofferbeleid. Dat doen we op basis van de vijf speerpunten uit het visiedocument Recht doen aan slachtoffers: erkenning en zorgvuldige bejegening; toegang tot het recht; bescherming; ondersteuning; schadeloosstelling en herstel.
Voorlopig is het “huis” dat we voor slachtoffers aan het bouwen zijn dus nog niet af. Maar, dames en heren, het is niet alleen aan de overheid om bouwmaterialen voor dat huis te leveren. Ook het slachtoffer zelf, zijn of haar omgeving, alsmede – en nu kijk ik even nadrukkelijk naar u, in deze prachtige balzaal – private initiatieven kunnen aan dit huis een belangrijke bijdrage leveren. Dit past ook heel mooi in het verhaal over de participatiemaatschappij dat Zijne Majesteit Koning Willem Alexander op Prinsjesdag schetste.
Het doet me dan ook deugd dat we de laatste tijd steeds meer goede voorbeelden zien van participatie door niet-overheidsorganisaties.
Slachtoffers en/of nabestaanden organiseren zich in lotgenotenorganisaties, zoals Aandacht Doet Spreken, de Vereniging voor Veiligheid, Recht en Solidariteit of de Vereniging van Ouders van een Vermoord Kind. Stuk voor stuk organisaties die actief betrokken zijn bij ontwikkelingen in het slachtofferbeleid, die regelmatig aanschuiven voor overleg met vertegenwoordigers van mijn ministerie en die ook goede feedback geven op onze plannen en voornemens om het slachtofferbeleid te verbeteren.
Bij verschillende voorgenomen vernieuwingen in het slachtofferbeleid hebben slachtoffer- en lotgenotenorganisaties dan ook een nadrukkelijke inbreng gehad:
- Denk bijvoorbeeld aan de verdere uitbreiding van het spreekrecht, waarvoor we onlangs een wetsvoorstel voor advies naar verschillende instanties hebben gestuurd. Daarbij krijgen slachtoffers zelf een actievere rol in het strafproces. Ze mogen zich over alle aspecten van de zaak uitspreken, óók over de straf die de dader in hun ogen verdient.
- Bij herstelbemiddeling, waarmee onlangs vijf pilots van start zijn gegaan, is eveneens een actieve rol voor het slachtoffer weggelegd. Pakken deze proeven goed uit, dan betekent ook dit weer een belangrijke bijdrage aan de versterking van de positie van het slachtoffer in het strafproces.
- Verder willen we bij beslissingen in de tenuitvoerlegging consequent de belangen van de slachtoffers laten meewegen. En we bekijken hoe het slachtoffer op een eenvoudiger manier de geleden schade vergoed kan krijgen.
Stuk voor stuk initiatieven die mede op de agenda zijn gekomen dankzij de inbreng van slachtofferorganisaties!
En uiteraard zijn de staatssecretaris en ik ook bijzonder blij met en trots op het fantastische werk dat een andere particuliere organisatie nu al bijna 25 jaar verricht ten dienste van het slachtoffer: het Fonds Slachtofferhulp. U biedt de samenleving de mogelijkheid om daadwerkelijk te participeren. Dat maakt u mogelijk door diverse lotgenotengroepen, projecten en initiatieven op het terrein van slachtofferzorg te ondersteunen. Met raad en daad – kijk bijvoorbeeld naar de Slachtofferwijzer, een praktisch online instrument, dat het slachtoffer gericht de weg wijst naar de juiste vorm van hulp. Maar zeer zeker ook financieel. Met dit alles levert u een zeer belangrijke bijdrage aan de burgerparticipatie op het terrein van de slachtofferzorg. Kijk maar eens waar we nu staan! Alle lof en waardering voor wat u in die kleine 25 jaar voor het slachtoffer tot stand hebt gebracht!
Dames en heren, ik ga afronden. Tenslotte lonken de loterij en de veiling... Graag willen we de komende tijd bezien hoe wij deze mooie vorm van samenwerking tussen publieke én private partijen breder kunnen inzetten. Zodat we samen ervoor kunnen zorgen dat het “huis” van het slachtoffer steeds mooier, groter en meer solide wordt – ik zou bijna willen zeggen: net zo fraai als dit paleis...