Extra geld voor mbo-scholen die werk maken van beter onderwijs
Mbo-scholen die leraren voldoende mogelijkheden tot loopbaanontwikkeling bieden, het studiesucces van hun studenten weten te vergroten en mbo-studenten goed begeleiden tijdens hun stage kunnen extra geld krijgen. Dat staat in een voorstel dat minister Jet Bussemaker (Onderwijs) vandaag naar de Tweede Kamer stuurt. Uitgangspunt is dat scholen die goed presteren of hun niveau weten te verhogen daar financieel voor worden beloond.
De verdeling van het geld is gekoppeld aan meetbare kwaliteitsafspraken die minister Bussemaker binnenkort met de mbo-scholen zal maken. Doel van de afspraken is verbetering van de kwaliteit van het onderwijs aan mbo-studenten, zodat zij meer worden uitgedaagd en beter worden voorbereid op wat de regionale arbeidsmarkt van hen vraagt. Het bedrag dat hiervoor beschikbaar is loopt op tot €250 miljoen in 2017, dat is 7% van het totale budget voor het MBO.
Beter inzicht in kwaliteit opleiding
Minister Bussemaker wil dat de kwaliteit van de opleidingen inzichtelijker wordt gemaakt voor zowel studenten, ouders als voor het regionale bedrijfsleven. Volgens de minister is het juist in deze tijd belangrijk dat studenten en ouders een gerichte studiekeuze kunnen maken op basis van wat opleidingen te bieden hebben: “Dat vraagt om betrouwbare, inzichtelijke en vergelijkbare informatie over opleidingen. Hoe snel vinden afgestudeerde mbo’ers een baan? Hoe slagen zij in het hoger onderwijs en hoe tevreden zijn bedrijven over afgestudeerden van een bepaalde opleiding? Allemaal vragen waar je als aankomend student graag een goed beeld van wilt hebben voordat je een keuze maakt.” aldus Bussemaker. De minister wil daarnaast dat toptalenten meer kansen krijgen in het middelbaar beroepsonderwijs.
Aansluiting onderwijs op arbeidsmarkt
Eerder maakte Bussemaker bekend dat mbo-instellingen worden verplicht het opleidingenaanbod meer op elkaar en op de vraag vanuit de regionale arbeidsmarkt af te stemmen. Volgens minister Bussemaker sluiten mbo-opleidingen over het algemeen goed aan op de arbeidsmarkt. Toch kan de samenwerking tussen onderwijs en het regionale bedrijfsleven wat de bewindsvrouw op veel plekken nog beter. Ze ziet daarbij ook een belangrijke rol voor het bedrijfsleven: “Beter beroepsonderwijs lukt alleen als bedrijven ook meewerken, het gaat tenslotte om de werknemers van morgen.”