Toespraak minister Opstelten bij de ondertekening van het Nederlands Actieplan 1325
Toespraak van minister Opstelten (VenJ) bij de ondertekening van het Nederlands Actieplan 1325 in Den Haag op 13 december 2013.
Dames en heren,
U bent inmiddels gevorderd tot halverwege een druk en interessant programma. Aanvankelijk was het de bedoeling dat ik pas aan het eind mijn opwachting zou maken, maar u weet: de agenda van een bewindspersoon doet qua grilligheid nauwelijks onder voor ons Hollandse weer. Vaak vereist de actualiteit dat een afspraak weer wordt omgezet. Zo ook nu. Maar hoewel ik slechts een klein stukje van het programma heb kunnen bijwonen, is me inmiddels één ding goed duidelijk geworden: de VN Veiligheidsresolutie 1325, over vrouwen, vrede en veiligheid leeft!
Voor ik overga tot wat wel wordt genoemd de “apotheose” van deze middag, de ondertekening van het Nederlands Actieplan 1325, wil ik eerst kort nog iets vertellen over het belang van deze resolutie en het Actieplan.
De VN Veiligheidsresolutie 1325 dateert alweer van een aantal jaren terug. Op 31 oktober 2000 werd ze unaniem aangenomen door de VN Veiligheidsraad. Unaniem én uniek: 1325 is namelijk de eerste resolutie die vrouwen expliciet aan de veiligheidsagenda koppelt. Met 1325 streeft de VN een drieledig doel na:
- Dat vrouwen op alle besluitvormingsniveaus zijn vertegenwoordigd binnen organen die belast zijn met het voorkomen, beheersen en beslechten van conflicten
- Dat de rechten van vrouwen en meisjes beter worden beschermd
- En dat verbetering van de positie van vrouwen en kinderen in fragiele staten structureel een plek moet krijgen in internationale vredesmissies
Bij de implementatie van Resolutie 1325 vervult Nederland momenteel een belangrijke rol. In historisch perspectief bezien, is dat niet vreemd: al in de 17de eeuw verbaasden buitenlandse bezoekers zich al over de positie van vrouwen in de Republiek. Leest u de brieven en dagboekfragmenten er maar op na:
- Zo mochten vrouwen hier vier eeuwen geleden al vrij over straat lopen, zonder chaperonne
- Het slaan van vrouwen – in andere landen nog heel “gewoon”- werd in de Republiek niet getolereerd
- Vrouwen hadden destijds al het recht om te scheiden
- Het percentage Nederlandse vrouwen in de Gouden Eeuw dat kon lezen en schrijven was voor die tijd zeer hoog
- Geen wonder dan ook dat veel vrouwen partner waren in een gezinsbedrijf. En dat na het overlijden van de man de weduwe de zaak vaak voortzette
In dit perspectief bezien, moeten we helaas constateren dat we onze absolute koppositie inmiddels kwijt zijn. Waar wereldwijd het percentage vrouwen in topfuncties in het bedrijfsleven zo’n 20 procent bedraagt, blijft Nederland, met 16 procent, daar wat bij achter. Daar staat tegenover dat we bezig zijn met een hernieuwde opmars: bij ons steeg het aantal vrouwen in topfuncties het afgelopen jaar met twee procentpunt. Dit terwijl het wereldwijd gemiddelde juist met vier procentpunt daalde.
Ook bij de Politie heeft het inmiddels afgesloten programma ‘Politietop Divers’ z’n vruchten afgeworpen. Er zijn meer vrouwen geworven en inmiddels doorgestroomd naar topfuncties.
En wat mooi is: je ziet dat dit beleid nu ook doorsijpelt naar het buitenland. Vooral door onze deelname aan vredesmissies. Zo hebben Nederlandse politievrouwen op missie in Afghanistan voor elkaar gekregen dat het empoweren van politievrouwen op de agenda kwam van de Afghaanse autoriteiten. Ook in Zuid-Soedan zijn door “onze politievrouwen” op missie goede, nuttige projecten opgezet op het terrein van gender.
Ook de medewerkers van de Dienst Justitiële Inrichtingen hebben in vredesmissies in Irak en op de Seychellen goed werk verricht. De combinatie van een vrouw en twee mannen bij de advisering bij de ontwikkeling in de penitentiaire inrichtingen werkte uitstekend. Bij DJI vindt thans een bewustwordingsproces op het gebied van gender plaats waar deze ondertekening weer aan bijdraagt.
Kortom: ook onder de vlag van mijn ministerie, dat van Veiligheid en Justitie, gebeurt er al heel wat op dit terrein. En de ondertekening – zo meteen – van het Nederlands Actieplan 1325 door VenJ, de Dienst Justitiële Inrichtingen én de Nationale Politie zal deze activiteiten en initiatieven een nieuwe, krachtige impuls geven. Want van dit Actieplan gaat een bijzonder stimulerende werking uit. En niet alleen in Nederland zelf: “ons” NAP blijkt ook een inspirerend voorbeeld voor andere landen. Argentinië, Ierland, Duitsland, ja zelfs de EU en de VS zijn in Nederland hun licht komen opsteken voor advies en ondersteuning bij het opstellen van hun eigen Actieplannen 1325. Dat is een fantastisch succes!
Het is dan ook met het grootste genoegen dat ik, als minister van Veiligheid en Justitie, zo meteen mijn handtekening zal zetten onder dit Nederlands Actieplan 1325. Ook de heer Hennephof, hoofddirecteur van de Dienst Justitiële Inrichtingen en de heer Aalbersberg, eenheidschef Amsterdam van de Nationale Politie, zullen het Actieplan ondertekenen. Daarmee sluiten we ons aan bij de departementen van Buitenlandse Zaken, Defensie en Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, alsmede 37 maatschappelijke organisaties en 4 kennisinstituten die ons op dit punt al voorgingen.
Samen vormen we een geweldig sterke coalitie, die de implementatie van de “1325 doelstellingen” met kracht zal doorzetten. Dit alles om te bevorderen dat vrouwen in conflictgebieden méér betrokken gaan worden bij onderhandelingen over vrede en wederopbouw in hun land en een volwaardige positie krijgen bij de besluitvorming over veiligheid!