Zwaardere straf mogelijk bij meerdere delicten

De strafrechter krijgt de mogelijkheid om een verdachte die in één zaak voor meerdere misdrijven terecht staat, zwaarder te straffen. Dit staat onder meer in een wetsvoorstel van minister Opstelten (Veiligheid en Justitie) dat vandaag voor advies naar verschillende instanties is gestuurd, zoals de Raad voor de rechtspraak. De regeling vloeit voort uit het regeerakkoord. Doel is de huidige regels van de zogeheten meerdaadse samenloop in strafzaken aan te scherpen en criminele carrières steviger aan te pakken.

Als een verdachte meerdere misdrijven heeft begaan en daarvoor terechtstaat, legt de rechter voor het totaal één straf op. De wet stelt daaraan een maximum. De rechter kijkt naar het hoogste strafmaximum van de delicten en kan daar - nu nog - een derde bij optellen. Het voorstel van de minister vergroot dat naar de helft. Opstelten wil het feit dat meerdere misdrijven zijn gepleegd zwaarder laten wegen en in de straf tot uitdrukking brengen. Het gaat om ernstige en schokkende delicten, vaak door dezelfde daders.

De verhoging van het strafmaximum is vooral wenselijk in gevallen van ongelijktijdige berechting. Daarvan is sprake als een verdachte na één of meer veroordelingen wordt berecht voor een ernstig misdrijf dat vóór die veroordelingen is begaan. Volgens de huidige regels moet de rechter dan rekening houden met alle voorgaande veroordelingen. Hierdoor is de strafruimte voor het ‘oude‘ delict beperkt en kan de rechter soms niet de straf opleggen die hij zou willen. Het wetsvoorstel biedt daarvoor een oplossing met de verhoging van het strafmaximum en een beperking van de aftrek tot alleen de eerstvolgende veroordeling. Omdat de rechter slechts rekening hoeft te houden met één veroordeling ontstaat voldoende ruimte om een passende straf op te leggen. De minister volgt hiermee de Duitse wetgeving.

De huidige regeling kan tot ongewenste situaties leiden, zoals bleek uit een vonnis van de rechtbank Amsterdam van oktober 2011. De rechters lieten toen de regels voor meerdaadse samenloop buiten toepassing omdat anders te weinig ruimte zou overblijven voor een passende straf. Hierdoor konden zij een verdachte van ernstige zedendelicten tot tien jaar gevangenisstraf veroordelen. Het wetsvoorstel sluit hierbij aan. Volgens de minister ligt het ‘niet in de rede een regeling te handhaven die op een criminele carrière de premie stelt van straffeloosheid voor oude feiten’.

De nieuwe regeling is ook belangrijk vanwege de afschaffing van de verjaringstermijn voor ernstige misdrijven. Rechters kunnen dan bij meerdere veroordelingen voor ‘oude’ feiten die alsnog berecht kunnen worden hogere straffen opleggen dan nu.

Tot slot stelt de minister voor dat bij gelijktijdige berechting van ernstige misdrijven de rechter straks aangeeft wat de straf per feit is en daarna met één totaalstraf komt. Hierdoor wordt niet alleen voor de verdachte, maar ook voor het slachtoffer beter zichtbaar hoe de uiteindelijke straf is opgebouwd. Nu gebeurt dat niet en is onduidelijk wat elk feit bijdraagt aan het geheel.