Toespraak Rutte bij presentatie boek over kabinet-De Jong
Toespraak van minister-president Rutte bij de presentatie van het boek 'Polarisatie en hoogconjunctuur. Het kabinet De-Jong 1967-1971' in het Catshuis in Den Haag.
Welkom op het Catshuis. En voor sommigen van u: welkom terug op het oude nest. Drie voormalige-premiers en een handvol andere oud-bewindslieden bij elkaar - dat komt zelfs in Den Haag maar heel zelden voor.
Natuurlijk een heel speciaal woord van welkom aan de naamgever van dit mooie boek en het kabinet dat erin beschreven staat: Piet de Jong. Toen u aantrad als premier was ik nog geen drie maanden oud. Dus u begrijpt, het is met enige schroom dat ik hier een paar woorden zeg over de politiek en het regeringsbeleid van die jaren.
Ik heb al even door het boek kunnen bladeren. En terwijl ik dat deed, moest ik denken aan een uitspraak van u die me altijd is bijgebleven. Als duikbootkapitein vond u Nederland na de oorlog maar een aangeharkt land. Op het saaie en brave af. De adrenaline ging bij u pas weer stromen als zich een crisis aandiende. Een echte crisis dan hè, dus niet een verdwaalde Damslaper of de zoveelste afsplitsing in de Boerenpartij.
En dat viel me als eerste op: dat die echte crisismomenten er tijdens uw kabinetsperiode ook echt zijn geweest. Ik noem de Molukse gijzeling op de Indonesische ambassade en de rellen op Curaçao. Twee momenten die niet echt in ons collectieve geheugen zijn opgeslagen. Maar wel twee van die momenten die om rust vroegen en een vaste hand. En dat was dus de hand van Piet de Jong. De man die door Joop van Tijn bij zijn aantreden werd getypeerd als '(…) een onbewogen, stoere, kleine maar fijne zeerob (…). Uit zijn pen was dat een groot compliment. En het was zeker ook terecht.
Mijnheer De Jong, ik twijfel er niet aan dat uw rust en onverstoorbaarheid belangrijke succesfactoren zijn geweest voor het kabinet als geheel. 'Verend meebewegen' heet het ergens in dit boek en dat vind ik persoonlijk een prachtige en ook positieve kwalificatie. Uw ministersploeg was de eerste in een halve eeuw die de rit zonder tussentijdse kabinetscrisis uitzat. En dat in een tijd waarin de lucht in Nederland zwanger was van polarisatie, partijvernieuwing en maatschappelijke onrust. Dat is een prestatie op zich. Het persbericht voor deze bijeenkomst vatte het volgens mij goed samen: 'Kabinet-De Jong zette roerige jaren zestig om in stabiel beleid.'
Wat ook heeft geholpen - en ook dat heb ik met instemming gelezen - is de samenstelling van het team. Het klopte gewoon. Als voormalig duikbootkapitein wist u als geen ander hoe belangrijk het is dat mensen die heel intensief met elkaar moeten samenwerken in een beperkte ruimte een bepaalde klik moeten hebben. Dat er onderling vertrouwen moet zijn. En het liefst ook overzichtelijke ego's met een redelijk gevoel voor humor. In dat opzicht heeft de ministerraad zeker wat weg van een duikboot. In dit boek staan kwalificaties als 'doenerig', 'een plezierig stel mensen', een 'hecht team' en 'een kabinet zonder doordrijvers' dat gericht was op consensus. Ik verzeker u: dat is nog steeds een formule die werkt en die nodig is om resultaten te boeken.
U begrijpt dat ik na een paar uurtjes bladeren en lezen geen doorwrochte analyse kan geven van deze bijna 800 pagina's. Maar wat wel al heb kunnen vaststellen, is dat dit boek dat jaloers maakt, geruststelt en relativeert.
Die jaloezie heeft natuurlijk te maken met de economische cijfers uit die jaren. Ik kon het bijna niet geloven toen ik het las: 5.8 procent groei gemiddeld over vier jaar en een werkloosheid van rond de 80.000 mensen. Dat zijn cijfers waar we vandaag de dag niet eens meer van durven dromen. Zelfs niet heel stiekem. En natuurlijk begrijp ik best dat die hoge groei en die krapte op de arbeidsmarkt gepaard gingen met een hoge inflatie en een gierende loon-prijsspiraal. Maar toch mijnheer De Jong: ik zou uw problemen in dat opzicht graag ruilen tegen de mijne.
Wat mij in dit boek geruststelt is de gedachte dat het zelfs in politiek-hectische tijden mogelijk blijkt als kabinet een stabiele koers te varen. Ik ben zelf historicus genoeg om te beseffen dat de geschiedenis zich nooit herhaalt. Tegelijkertijd is het een feit dat zowel toen als nu de politieke spelregels als het ware opnieuw werden en worden uitgevonden. Toen was er de polarisatie met zelfs een anti KVP-motie van de PvdA. Er waren jonge en nieuwe partijen als D66, de Boerenpartij, de PPR en DS '70. Er waren vernieuwingsbewegingen binnen de politiek en daarbuiten. En er was overal een activistische drang naar meer democratie, meer openheid en meer gelijkheid, niet in de laatste plaats in de Kamer. Nu zitten we in een politiek krachtenveld met ook de nodige jonge partijen. De zwevende kiezer die zich 24/7 kan informeren is bijna de norm geworden. En de grote en vaste meerderheden van vroeger lijken inderdaad geschiedenis te zijn. Wat dit boek laat zien, is dat het verstandig is als kabinet het oog op de bal te houden en je niet teveel af te laten leiden door de waan van de dag. Dat is misschien geen groot nieuw inzicht, maar het is altijd goed om dat af en toe bevestigd te krijgen.
En wat ik relativerend vind, is het besef dat waardering vaak achteraf komt. Uw kabinet, mijnheer De Jong, werd in de pers en in de Kamer nogal zuinig ontvangen, als ik dat zo mag zeggen. Illustratief is de ophef die ontstond toen u in een interview zei dat, bij alle visionaire vernieuwingsdrang, er toch iemand op de winkel moest passen om de noodzakelijke dagelijkse beslissingen te nemen. Ik vind dat getuigen van gezond realisme. Maar het werd destijds uitgelegd als een gebrek aan ambitie en veranderingsgezindheid. Gaandeweg is de waardering voor die zakelijke en resultaatgerichte aanpak er wel gekomen en dat lijkt me niet minder dan een daad van historische rechtvaardigheid. Waarmee ik niet wil zeggen dat ik voor het huidige kabinet hetzelfde verwacht, maar hoop doet wel leven natuurlijk.
Tot slot, dames en heren, levert dit boek ook de nodige leuke en wetenswaardige feiten en citaten op. Maar dan spreek ik even puur als liefhebber van het genre. Bijvoorbeeld over Joseph Luns, 'minister sinds kiezers heugenis', volgens een journalist in die tijd. Maar liefst 6.883 dagen zat hij op Buitenlandse Zaken. Wat overigens nog niets is vergeleken met de SGP'er Van Dis die in 1971 afscheid nam na 11.929 dagen lid te zijn geweest van de Tweede Kamer. Over Jelle Zijlsta, die in de formatie van '67 ergens werd getypeerd als '(…) de Flipper van de Nederlandse politiek: een politiek wonderdier, zonder welke niets meer tot een goed einde kan worden gebracht'. En u, mijnheer de Jong, vergeleek de reacties op de Troonrede ooit met het 'jaarlijkse bezoek aan de tandarts'. Daar zal ik vanaf nu elke derde woensdag in september aan denken als ik de ochtendkranten opensla.
Mevrouw Van Baalen, ik wil u en de medewerkers van het Centrum voor Parlementaire Geschiedenis van harte feliciteren met weer een prachtig boek. Het is een grote eer dat ik het eerste exemplaar nu mag uitreiken aan de man die ons land tussen 1967 en 1971 koersvast heeft bestuurd, zoals het een oud-marineman betaamt: Piet de Jong.
Dank u wel.