Staatssecretaris opent gerestaureerde barak in Kamp Vught
Staatssecretaris Van Rijn opende op 27 november 2013 Barak 1B in Nationaal Monument Kamp Vught. Deze barak is met financiële steun van de Nederlandse overheid volledig gerestaureerd. In de barak is een permanente tentoonstelling over de vele facetten van haar geschiedenis. Voorafgaand aan de opening hield Van Rijn een toespraak waarin hij vertelde over de vier episodes uit het leven van de barak.
Dames en heren,
Het is voor mij de eerste keer dat ik Kamp Vught bezoek. Zojuist ben ik rondgeleid over het hele terrein van Nationaal Monument Vught. Ik heb de maquette bekeken en ik zag de wachttorens. En ik keek rond in het crematorium. Als iedere andere bezoeker was ik er stil van.
Wat mij bijzonder trof, was het monument ter nagedachtenis aan de kinderen. Zij werden in juni 1943 via Westerbork weggevoerd naar Sobibor, of naar andere nazi-kampen. Daar wachtte hen de gaskamers.
Het is goed dat er hier, speciaal voor hen, een kindermonument is. Met kinderspeelgoed aan de voet. Op de gedenkplaten – met vier davidsterren aan elkaar verbonden - staan lange rijen namen: 1269 namen van 1269 joodse kinderen die nooit volwassen mochten worden.
Dit maakt extra indruk op mij omdat ik vorige maand zelf in het voormalige vernietingskamp Sobibor was voor een herdenkingsdienst. Dáár is nu van deze enorme misdaad bijna niets meer te zien. Alles wat er stond, is weggehaald. Uitgewist. Maar ook daar wordt wel aan gewerkt, want er komt ook een herdenkingsplaats, een bezoekerscentrum en een wandelroute over het terrein. De werkzaamheden daar in Polen beginnen volgend jaar.
Hier bent u gelukkig al veel verder. Bezoekers van Kamp Vught krijgen een duidelijk beeld wat er zich hier heeft afgespeeld. Dit kan mede dankzij de inzet van heel veel vrijwilligers die hier rondleidingen verzorgen.
In 2002 is Kamp Vught gerenoveerd en is er een nieuw herinneringscentrum gebouwd. Het kampterrein is toen zoveel mogelijk in de oorspronkelijke staat teruggebracht. Vandaag voegen we opnieuw een uitbreiding toe aan het Nationaal Monument. Ik mag straks Barak 1B officieel openen. Deze barak wordt een plek waar alle bezoekers kennis kunnen maken met vier episodes, bijzondere episodes uit het leven van die barak.
Als staatssecretaris van VWS probeer ik de herinnering aan de Tweede Wereldoorlog in stand te houden. Daarom ben ik benieuwd naar Barak 1B. Naar de laatste stenen barak van dit voormalige SS-concentratiekamp. De bouwkosten van die barak, van het hele kampcomplex werden destijds – hoe verschrikkelijk is de geschiedenis – gefinancierd met van Joodse mensen geroofd geld.
Iedereen die Barak 1B vanaf morgen gaat bezoeken, krijgt een beeld van deze geschiedenis. Van de anderhalf jaar dat het kamp bestond. In die periode verbleven hier ruim 31.000 mensen. Maar, zoals ik al zei, Barak 1B gaat niet alleen over deze geschiedenis tijdens de Tweede Wereldoorlog. Ook drie andere episodes worden uitgebreid belicht. Nadat Kamp Vught ontruimd was, verbleven hier 6.000 Duitse evacués die op last van Britse troepen hun huizen moesten verlaten. Zij zaten hier ongeveer een half jaar.
De derde episode die in Barak 1B wordt toegelicht, is de periode 1944 - 1949. Kamp Vught werd toen een interneringskamp voor NSB’ers en van Nederlanders die van collaboratie werden verdacht. Duizenden Nederlanders werden hier geïnterneerd. Toen het kamp in 1949 werd opgeheven, werd de inventaris bij veiling openbaar verkocht. Daarna kwam de barak weer tijdelijk leeg te staan.
Tot maart 1951: de vierde episode. In dat jaar kwamen 12.500 Molukkers, ex-KNIL-militairen met hun gezinnen, naar Nederland. Zij hadden in dienst van Nederland gevochten tegen Japan. Daarna stonden zij aan de Nederlandse kant tegen de Indonesische onafhankelijkheidsstrijders. Het is een stukje geschiedenis dat hoort bij het verhaal van Nederland. Ook al is die geschiedenis soms pijnlijk, het is heel belangrijk dat dit verhaal óók wordt verteld.
Een deel van de Molukse gezinnen werd hier ondergebracht. Zij woonden hier vier decennia lang. Kamp Vught heette vanaf toen ‘woonoord Lunetten’. In 1992 kregen de nog overgebleven Molukse bewoners een nieuwe woonwijk op de plek van het woonoord Lunetten, dat tot op de dag van vandaag een Molukse woonwijk is. Ik was in die tijd directeur-generaal bij het ministerie van VROM en heb kunnen meewerken aan die totstandkoming van die Molukse woonwijk.
Alle barakken zijn toen gesloopt, op één na: Barak 1. De ene helft werd tijdig gerestaureerd; de andere helft, Barak 1B, raakte in onbruik en verval. In zwaar verval, want de barak stond op instorten en binnen groeide een boom.
In 2010 ondernam een groep mensen actie en zo verkreeg Nationaal Monument Kamp Vught het eigendom van het gebouw. Ik wil hier dan ook graag speciaal de Molukse kerkvoogdijraad bedanken voor de overdracht van Barak 1B aan Nationaal Monument Kamp Vught.
Omdat de Barak nu onderdeel van het Nationaal Monument is geworden, werd het mogelijk om ín dit gebouw de geschiedenis van de Barak te tonen. De expositie bevat verhalen van gevangenen, van Duitse evacués, van ‘foute’ Nederlanders en ook persoonlijke verhalen van Molukkers.
Drie instellingen met totaal verschillende achtergronden hebben hier samen aan gewerkt. Dat is uniek in Nederland. Ik heb de Barak nog niet gezien, maar men verzekerd mij dat het resultaat indrukwekkend is. Daarom ook alvast woorden van dank aan Museum Maluku, het Vughts Historisch Museum en het Nationaal Monument Kamp Vught; de instellingen die zich hier gezamenlijk voor hebben ingespannen. Met z’n drieën heeft u dit unieke oorlogserfgoed een herbestemming gegeven. Niet alleen voor deze generatie, maar ook voor komende generaties.
Dames en heren,
Ik heb me voordat ik hier op bezoek kwam natuurlijk ingelezen en mensen gesproken over Kamp Vught. Wat mij zo opviel is de grote betrokkenheid van iedereen, van de gemeente, van de provincie. En dan is er de Stichting Beschermers, die bestaat uit bedrijven en particulieren. Andere herinneringscentra kopiëren dat goede idee nu. Maar Vught begon ermee.
De vrijwilligers die hier de rondleidingen verzorgen, noemde ik al even aan het begin van mijn verhaal. Ik heb mij laten vertellen dat zij niet alleen bezoekers het terrein laten zien, maar ook geld hebben ingezameld voor de Barak. Dit enthousiasme van de rondleiders is opnieuw een voorbeeld van hoe goed het hier in Vught allemaal functioneert.
Kortom, u slaagt er in om niet alleen afhankelijk te zijn van VWS. Dat is een groot compliment waard. Zelfs de staatssecretaris vindt dat!
Ik wil hierbij graag alle betrokkenen bij het Nationaal Monument Kamp aanmoedigen om hun werk voort te zetten, om ook de volgende generatie kinderen weer het verhaal van de oorlog te vertellen. En om hen door het meeleven met dit verhaal gevoelig te maken voor het onrecht dat zij meemaken. En dat voorkomen moet worden dat dit nog eens gebeurt.
Dan denk ik aan uitsluiting en discriminatie, waar ze zelf ook mee te maken hebben, maar ook aan mensenrechtenschendingen en oorlogen. De Tweede Wereldoorlog heeft ons geleerd dat wij onze ogen daarvoor niet kunnen, maar ook nooit mogen sluiten.
Dank u wel, dames en heren.