Minister Blok publiceert nieuwe salarisregeling corporatiebestuurders
Topfunctionarissen bij woningcorporaties krijgen vanaf 2014 te maken met nieuwe salarisnormen. Bij de bepaling van het maximumsalaris telt dan naast het aantal woningen en andere panden van de corporatie, ook de grootte mee van de gemeente waarin zij het meest actief is. De nieuwe beloningsregels zijn vandaag door minister Blok (Wonen en Rijksdienst) in de Staatscourant gepubliceerd.
Met de invoering van de Wet Normering Topinkomens (WNT) geldt sinds dit jaar voor de (semi-) publieke sector al een plafond van 130 procent van een ministerssalaris. Met de staffel maakt de minister gebruik van de mogelijkheid om afhankelijk van de omstandigheden meerdere salarisplafonds vast te stellen. Daardoor worden beloningen die niet in verhouding staan tot de omvang van de corporatie of de gemeente waarin zij bezit heeft verder aan de banden gelegd.
De minister heeft bij de uitwerking van de nieuwe regeling een recente uitspraak van de rechter betrokken. Die oordeelde dat de huidige regeling, gebaseerd op de omvang van de corporatie, te streng uitpakte omdat onderlinge verschillen tussen corporaties onvoldoende meewogen. Een voorstel van de sector voor de nieuwe regeling is niet door de minister overgenomen omdat die te ruim uitpakte.
Wel wordt nu het inwonertal van belang van de gemeente waarin de corporatie tenminste 20 procent van haar bezit heeft. Verder maakt de samenstelling van het bezit (huurwoningen, maatschappelijk vastgoed, garages) verschil uit. De WNT en de daaraan verbonden staffeling gelden voor alle nieuwe contracten.
Voor bestaande arbeidscontracten geldt een overgangsregeling waarbij de beloningen nog vier jaar ongemoeid blijven. Daarna moet het salaris in drie jaar worden afgebouwd. Uitgaande van de salarissen in het jaar 2012 zou dat voor 40 procent van de bestuurders van woningcorporaties het geval moeten zijn.