Opening Landelijk Incassocentrum
Toespraak van staatssecretaris Frans Weekers bij de opening van het Landelijk Incassocentrum.
Beste collega’s,
Hartelijk dank dat ik vandaag het Landelijk Incassocentrum officieel mag openen.
We staan vandaag in Amsterdam, maar ik wil ook de collega’s in Groningen welkom heten.
Jullie zijn hier vertegenwoordigd door Annette Veenstra, die mij samen met Jan Melsen uitstekend heeft ontvangen.
En gelukkig kunnen jullie er ook live bij zijn via een videoverbinding.
Groningen, jullie krijgen van mij ‘douze points’.
Omdat het werk dat jullie in Amsterdam en Groningen doen belangrijk is.
Daar wil ik het vandaag over hebben.
Wat het minst opvalt, is vaak het belangrijkst.
Dat zie je bijvoorbeeld bij voetbal.
Tijdens een wedstrijd is het lastig scoren zonder bal.
Dus zijn ballenafpakkers cruciaal.
Ze voeren hun taak tot in de perfectie uit.
Maar ze worden zelden topscorer.
Ik heb een voorliefde voor dit soort atleten.
Ze krijgen wat mij betreft te weinig lof.
Je vindt ze in alle takken van sport.
Het zijn de renners die zich moedwillig in het peloton laten afzakken om drinkflessen te halen.
Het zijn de hazen, die zich helemaal de blubber lopen voor de snelle tijd van de winnaar.
Het zijn de hockeyers – dat is mijn sport – die zichzelf met gevaar voor eigen leven in de baan van de strafcorner werpen om een tegendoelpunt te voorkomen.
Wat deze atleten zijn voor hun sport, zijn jullie voor Nederland.
Jullie zorgen dat het team kan scoren.
Jullie zorgen dat de machine kan blijven draaien.
En jullie leveren daarmee een wezenlijke bijdrage aan onze economie.
Ik wil jullie daar vandaag graag een groot compliment voor maken.
Door jullie harde werk draait de invordering van belastingschuld een stuk soepeler.
Door jullie is de belastingdienst nog meer solide.
En dat is voor mij van groot belang.
Want het is een van de speerpunten van mijn beleid.
En voor mij persoonlijk een onderwerp waarbij ik me zeer betrokken voel.
Collega’s,
We hebben solide belastinginkomsten nodig om aan de toekomst van Nederland te werken.
Het huishoudboekje moet op orde.
We voeren grote hervormingen door.
En komen uiteindelijk sterk uit de crisis.
Ik zet mij daar honderd procent voor in.
En ik vind het mooi dat ik jullie vandaag kan ontmoeten, want jullie bijdrage aan solide belastinginkomsten is belangrijk.
Daarom ben ik blij met het Landelijk Incassocentrum.
En met jullie nieuwe manier van werken.
Want we zitten midden in de hervorming van de Belastingdienst.
We hebben al veel bereikt op dit punt.
In 2012 heeft de Belastingdienst flink geïnvesteerd in kennis.
We hebben de betaalgeschiedenis van iedere belastingplichtige in kaart gebracht.
En we blijven dit betaalgedrag volgen.
Daardoor zijn we nu beter in staat om iedere belastingplichtige de behandeling te geven die hij of zij verdient.
Verder zijn we van dertien regio’s naar een nieuw, centraal besturingsmodel gegaan.
Om eenduidiger, efficiënter en slagvaardiger te kunnen werken.
We hebben met succes de eerste vier regionale incassocentra ondergebracht in het Landelijk Incassocentrum.
In juli openden de deuren.
Met in Amsterdam en Groningen nu al samen bijna tweehonderd nieuwe medewerkers, waarmee we slagvaardiger te werk kunnen.
En dat aantal nieuwe medewerkers stijgt volgend jaar door verdere concentratie tot 450.
Jullie werk begint op het moment dat een belastingbetaler de herinnering, aanmaning en het dwangbevel van zijn aanslag heeft genegeerd.
Dan komen jullie in actie.
En we staan daarbij open voor innovaties en nieuwe inzichten.
Het Financiële Dagblad schreef onlangs nog over de meerwaarde van ons nieuwe uitgangspunt bij de incasso.
Het is veel effectiever om iemand die niet heeft betaald in eerste instantie vriendelijk te benaderen in plaats van direct een dreigende brief te sturen.
Om die reden zijn we ook de pilot met telefonische incasso gestart.
Ruim een jaar geleden was ik hier in Amsterdam om die pilot te openen.
Nu, een jaar later, kan ik vaststellen dat deze servicegerichte benadering goed werkt.
Zeker bij groepen belastingplichtigen die normaal netjes aan hun verplichtingen voldoen.
Jullie benaderen deze mensen, die misschien wel gewoon vergeten zijn te betalen, of treffen betalingsregelingen waar dat aan de orde is.
Met persoonlijk contact bereik je meer.
In 75% van de gesprekken leidt telefonische incasso tot een betalingsregeling, met een gemiddeld bedrag van zo’n 1000 euro.
Door het succes van deze pilot rollen we de telefonische incasso het komende jaar verder uit.
Een tweede innovatie van het afgelopen jaar is het verder verbeteren van de informatiepositie van de Belastingdienst.
Op dat gebied werkt het Landelijk Incassocentrum heel efficiënt.
We werken nauw samen met het UWV.
Met de informatie uit SUWINET, zoals dit informatiesysteem bekend staat, komen wij er veel sneller achter waar iemand zijn brood verdient.
Dit is niet alleen mooi voor ons, het is ook goed nieuws voor de belastingbetaler.
Het percentage succesvolle vorderingen was vorig jaar ongeveer 50%.
Sinds de ingebruikname van SUWINET zitten we boven de 90%.
Ook de tijdsbesteding per loonvordering daalde aanzienlijk.
Eerst was het 15 minuten per vordering.
Nu zitten we op ongeveer 4 minuten.
Door jullie werk ziet de goedwillende belastingbetaler dat wij notoire wanbetalers keihard aanpakken.
Dat is essentieel voor de belastingmoraal en voor de schatkist.
Want niet of te laat betalen kost ons allemaal geld.
De belastingbetaler en de overheid.
Ik ben daarom ook blij dat we via het Landelijk Incassocentrum nieuw gereedschap in de gereedschapskist hebben.
Dat past goed bij mijn acties om ons invorderingsbeleid te stroomlijnen en versterken.
Zoals gezegd krijgen we door de centrale aansturing van de incasso beter zicht op de particuliere debiteuren die we hier volgen.
We kijken op een nieuwe manier naar debiteuren.
En maken nog duidelijker onderscheid tussen mensen die niet kunnen betalen aan de ene kant.
En mensen die niet willen betalen aan de andere kant.
Dat onderscheid moet voor iedereen helder zijn.
De eerste groep moet in alle redelijkheid aan zijn betalingsverplichtingen voldoen.
Maar bij een schuldsanering of faillissement moeten mensen uiteindelijk ook met een schone lei kunnen beginnen.
Over de tweede groep denk ik heel anders.
De mensen die wel kunnen, maar niet willen betalen.
En bij niet willen worden we strenger, bijvoorbeeld door contact op te nemen met de werkgever van de wanbetaler.
Deze groep volgen we nog intensiever en laten we niet meer uit het zicht.
Ik wil ze niet alleen volgen.
Ik wil ze hinderlijk volgen.
Hier heeft de Belastingdienst de afgelopen maanden een proef gedaan met een beperkte groep notoire wanbetalers.
Deze mensen denken weg te komen doordat er schijnbaar niets bij ze te halen valt.
Dat verandert nu.
Zij komen op onze ‘watchlist dubieuze debiteuren’.
Met moderne informatievoorziening zorgen we dat we een signaal krijgen als deze mensen weer loon krijgen.
Als ze een auto, boot of huis kopen.
Als er geld op hun bankrekening wordt gestort.
Of als ze een erfenis of andere bezittingen krijgen.
De dienst kan dit strenge middel desnoods jaren volhouden om te zorgen dat wanbetalers er niet mee wegkomen.
En als deze wanbetalers weer bezittingen krijgen, komt de dienst in actie.
Wat mij betreft haalt de deurwaarder daar per direct de flatscreen van de muur.
Waar het om gaat, is dat mensen het voelen.
Dat iedereen die wel kan, maar niet wil betalen, weet dat de Belastingdienst een lange arm en een nog langere adem heeft.
Dat we ze uiteindelijk te pakken krijgen.
Onze nieuwe aanpak werkt op vele plekken door.
Bijvoorbeeld bij de stop- en betaalacties waarbij we mensen van de weg plukken die nog een belastingschuld hebben openstaan.
Dat is sinds 2009 een succes.
We zijn begonnen met motorrijtuigenbelasting.
Hebben daar andere belastingen aan toegevoegd.
En hebben de stop- en betaalacties in het Belastingplan van dit jaar uitgebreid naar toeslagen.
De Belastingdienst gaat hier dan ook mee door.
Zo weet iedere wanbetaler dat hij elke keer dat hij in de auto stapt risico loopt.
Iedere wanbetaler weet dat hij van de weg wordt gehaald en zijn auto moet laten staan.
En iemand die een achterstand heeft bij zijn motorrijtuigbelasting kan geen nieuw voertuig op naam laten zetten bij de RDW.
Hiermee zetten we zowel wanbetalers, fraudeurs als katvangers de voet dwars.
Zoals jullie zien is het stroomlijnen van de invordering belangrijk voor mij.
We hebben in de afgelopen tijd al veel gedaan.
We hebben het betaalgedrag in kaart gebracht.
We zijn begonnen met telefonisch incasso.
De stop- en betaalacties zijn flink uitbreid.
En we plakken als een schaduw aan mensen die niet willen betalen, onder meer met onze ‘watchlist’.
In het voorjaar informeer ik de Kamer met een brief van de laatste ontwikkelingen.
Want het stroomlijnen van onze invordering gaat altijd door.
Collega’s,
Incasso is zo oud als de belastingen zelf.
De geschiedenis van de incasso is dan ook turbulent.
Vooral in de Middeleeuwen hadden jullie voorgangers het zwaar.
Er zijn verhalen bekend van incasso-ambtenaren die door vensters van kastelen werden geworpen door edelmannen die hun belastingen niet wilden betalen.
En de oud-collega die door een edelman werd gedwongen de belastingaanslag op te eten, had ook geen prettige werkdag.
Dit tijd ligt gelukkig ver achter ons.
Want jullie mogen één ding van mij aannemen.
Jullie werk wordt gewaardeerd.
Door mij, door het ministerie en door al die belastingbetalers die begrijpen dat jullie een cruciaal onderdeel van het geheel zijn om Nederland draaiend te houden.
Dus verklaar ik hierbij het Landelijk Incassocentrum officieel voor geopend.