Mansveld: Brede deelname landen cruciaal voor nieuw klimaatakkoord
Staatssecretaris Wilma Mansveld (Infrastructuur en Milieu) neemt vanaf volgende week deel aan de Klimaattop van de Verenigde Naties COP 19 in Warschau. Zij vertegenwoordigt Nederland in de delegatie van de Europese Unie (EU). Op de top onderhandelt de EU namens al haar lidstaten.
De conferentie in Warschau werkt onder meer toe naar een nieuw wereldwijd klimaatakkoord, vast te leggen in 2015. Deze afspraken gaan gelden voor de periode na 2020 wanneer het huidige Kyoto-protocol afloopt. Onder dit protocol heeft een dertigtal landen de verplichting om de uitstoot van broeikasgassen terug te dringen, waaronder Nederland en de andere EU-lidstaten. Brede mondiale participatie is cruciaal om klimaatverandering effectief aan te pakken en te zorgen dat de opwarming onder de 2ºC blijft, aldus staatssecretaris Mansveld.
Zij pleit daarom voor een klimaatakkoord na 2020 waaraan álle landen willen meedoen. Dit vraagt volgens de staatssecretaris om een dynamisch en flexibel raamwerk. Dan kunnen eenvoudig aanpassingen gemaakt worden als omstandigheden van landen veranderen. Dat is nu erg ingewikkeld onder het Kyoto-protocol. 'Als iedereen aan boord is, kunnen we vervolgens de ambitie verhogen', aldus Mansveld.
Omdat het klimaat al verandert door opwarming moeten samenlevingen zich tegen de gevolgen hiervan - zeespiegelstijging, droogte, extreem weer, gezondheidsrisico’s door nieuwe ziekten- kunnen beschermen. De staatssecretaris vindt daarom dat aanpassen aan de gevolgen van klimaatverandering eveneens een belangrijk onderdeel moet worden van het nieuwe akkoord. Nederland houdt dan ook tijdens de top enkele bijeenkomsten waar aanpassen aan klimaatverandering centraal staat. Met zijn kennis en ervaring op het gebied van water- en milieumanagement kan Nederland andere landen helpen.
Ontwikkelingslanden, met name de armste, hebben steun nodig voor het aanpakken van klimaatverandering. Ontwikkelde landen hebben eerder afgesproken er voor te zorgen dat vanaf 2020 100 miljard dollar per jaar beschikbaar is voor klimaatactie in ontwikkelingslanden. Dat geld zal uit diverse bronnen moeten komen; via publiek geld en via private investeringen, bijvoorbeeld van bedrijven. Hoe die klimaatfinanciering preciezer vorm moet krijgen, is ook een belangrijk thema op de conferentie.
Wereldwijd is vóór 2020 aanvullende actie nodig, ook van landen die nu nog niet hebben aangegeven wat zij gaan doen om hun uitstoot te beperken. Nederland steunt daarom aanvullende initiatieven, zoals het uitbannen van HFK-gassen. Dit zijn sterke broeikasgassen die worden gebruikt in bijvoorbeeld koelinstallaties en airco's.
Nederlandse jongeren hebben via Mansveld hun eigen inbreng op de Klimaattop. In een videoboodschap heeft zij hen opgeroepen creatieve ideeën en tips te leveren; alles wat kan helpen om klimaatverandering aan te pakken. De jongerenambassadeurs van de VN hebben die video op scholen en universiteiten vertoond, kriskras door het land. Zij overhandigen de ideeën die deze actie opleverde in Warschau aan de staatssecretaris.