Staat en ING overeenstemming over verkoop Alt-A portefeuille
Minister Dijsselbloem van Financiën en ING zijn de beëindiging van de Illiquid Assets Back-up Faciliteit (IABF) overeengekomen. Deze faciliteit heeft betrekking op de zogenoemde Alt-A portefeuille. Beëindiging van de IABF past in de kabinetsvisie om overheidsingrijpen in de financiële sector en de bijbehorende risico’s voor de Staat zo spoedig mogelijk af te bouwen. Met de beëindiging van de IABF is het einde van de staatssteun aan ING in zicht. Dat schrijft minister Dijsselbloem in een brief aan de Tweede Kamer.
Dijsselbloem wil de Alt-A portefeuille graag binnen een jaar tegen een passende prijs verkopen. De opbrengsten daarvan zullen worden gebruikt om de lening aan de Staat af te lossen. De huidige marktwaarde wordt geschat op € 6,4 miljard. De resterende verplichting bedraagt € 6,0 miljard. Daarmee zou het positieve resultaat bij verkoop uitkomen op circa € 400 miljoen.
De gesprekken met ING richtten zich op de wenselijkheid van verkoop onder gelijktijdige beperking van het effect op het EMU-saldo. Iedere vroegtijdige verkoop zou leiden tot een verlies in EMU-saldo, omdat de nog te ontvangen garantiefees door het CBS zijn ingeboekt als vordering van de Staat. De uitkomst van de gesprekken met ING is dat ING dit jaar een eenmalige uitkering doet aan de Staat van € 395 miljoen. Hierdoor blijft het negatieve effect op het EMU-saldo beperkt tot € 223 miljoen in 2013. Deze overeenkomst heeft geen gevolgen voor het uitgavenkader, omdat transacties die samenhangen met de financiële crisis hier geen onderdeel van uitmaken.
De IABF is een van de maatregelen die de Staat in 2008 en 2009 heeft getroffen om bij te dragen aan het herstel van de rust op de financiële markten. De IABF heeft betrekking op een deel van de Amerikaanse gesecuritiseerde hypothekenportefeuille van ING dat op dat moment nauwelijks verhandelbaar was (Alt-A portefeuille).