Nederland vraagt Zeerechttribunaal vrijlating bemanning en vrijgave schip Greenpeace
Nederland heeft het Zeerechttribunaal in Hamburg verzocht om een voorlopige maatregel in de kwestie van het Nederlandse schip de Arctic Sunrise. De Staat vraagt vrijlating van de gedetineerde bemanning en vrijgave van het Greenpeace-schip.
Naar verwachting is binnen 2 à 3 weken in Hamburg een zitting waar Nederland en de Russische Federatie hun visie op het juridische geschil kunnen bepleiten. Het tribunaal velt binnen ongeveer een maand na vandaag een oordeel.
De procedure wordt gevoerd op basis van het Zeerechtverdrag van de Verenigde Naties, uit 1982, waarbij de Russische Federatie en Nederland zijn aangesloten. De procedure in Hamburg is mogelijk omdat de Staat eerder, op 4 oktober, een arbitrage is begonnen tegen de Russische federatie. Dat was de verplichte eerste stap. Omdat Nederland vrijgave van schip en vrijlating van de bemanning spoedeisend vindt, is nu deze vervolgstap gezet.
Tegelijk wordt de arbitrageprocedure voortgezet. De Russische federatie moet voor 3 november een arbiter hebben benoemd. Nederland heeft dat inmiddels gedaan. In totaal zijn 5 arbiters nodig. Als Rusland niet voor die dag een arbiter benoemt, dan kan Nederland de president van het Zeerechttribunaal vragen de overige vier arbiters te benoemen.
Als van Russische kant stappen worden gezet om te overleggen over de juridische kwesties, is Nederland bereid de procedure in Hamburg en de arbitrage te staken, maar alleen nadat het schip en de bemanning zijn vertrokken.