Extra geld voor verhoging kinderopvangtoeslag

Het kabinet maakt €100 miljoen extra vrij voor kinderopvang. De kinderopvangtoeslag voor ouders met lagere midden- en hogere inkomens gaan vanaf 1 januari 2014 omhoog. De lagere inkomens werden eerder al ontzien.

Dit schrijft minister Asscher van Sociale Zaken en Werkgelegenheid vandaag in een brief aan de Tweede Kamer. De minister nam dit besluit nadat een ruime meerderheid van de Tweede Kamer aan gaf ouders tegemoet te willen komen in de kosten voor kinderopvang (zie ook motie Van Ojik-Samsom).

De minister zet 50 miljoen euro in voor het verhogen van de kinderopvangtoeslag voor ouders met een inkomen tussen rond 47.000 en 105.000 euro. De kinderopvangtoeslag voor het eerste kind wordt daarbij verhoogd. De andere 50 miljoen euro wordt gebruikt om ouders met een inkomen vanaf 105.000 euro weer recht op een vaste vergoeding van 18 procent van de kosten voor kinderopvang te geven voor hun eerste kind. Vooral voor de minst verdienende partner in deze gezinnen wordt het door deze maatregelen aantrekkelijker om een extra dag te gaan werken. In het regeerakkoord van het vorige kabinet was afgesproken dat ouders met de hoogste inkomens (vanaf ongeveer 115.000) vanaf 1 januari 2013 geen kinderopvangtoeslag meer zouden ontvangen.

In zijn begroting reserveerde de minister eerder al 50 miljoen euro om ouders met lagere inkomens tegemoet te komen. De door de overheid te verstrekken vergoeding per uur kan dankzij dat bedrag nu weer aangepast worden aan de stijgende kosten in de kinderopvang. De aanpassing van de door de overheid te verstrekken vergoeding per uur komt vooral ten goede aan ouders met lagere inkomens, omdat het vooral voor deze groep ouders nadelig is als zij over een deel van de betaalde uurprijs geen toeslag ontvangen.

Met de maatregelen denkt de minister de kosten voor kinderopvang voor alle ouders draaglijker te maken. De minister zal bij de behandeling van het wetsvoorstel over de Kindregelingen in de Tweede Kamer bezien of er verzachtende maatregelen nodig zijn voor alleenstaande ouders met een minimumuitkering.

Voorbeeldgezinnen

Leraar en verpleegkundige met twee kinderen.

In dit gezin is de man voltijd werkzaam als leraar en de vrouw in deeltijd werkzaam als verpleegkundige. Tezamen hebben ze een bruto inkomen van rond 1,5x modaal. Ze hebben twee jonge kinderen van 7 en 9 jaar. Het gezin maakt daardoor drie dagen per week gebruik van buitenschoolse opvang. In eerste instantie betaalt dit gezin per jaar circa 12.000 euro aan buitenschoolse opvang, waarvan 8.600 euro wordt vergoed door middel van de kinderopvangtoeslag. Dankzij de intensivering van de kinderopvangtoeslag krijgen ze 70 euro extra kinderopvangtoeslag. Het besteedbaar inkomen gaat er op jaarbasis 70 euro op vooruit.

Accountant en onderwijzer met twee kinderen.

In dit gezin werkt de vrouw voltijd als accountant en de man in deeltijd als onderwijzer. Ze hebben een bruto verzamelinkomen van rond 3,5x modaal. Ze hebben twee jonge kinderen van 7 en 9 jaar. Het gezin maakt daardoor drie dagen per week gebruik van buitenschoolse opvang. In eerste instantie betaalt het gezin per jaar circa 12.000 euro aan buitenschoolse opvang, waarvan 4.500 euro wordt vergoed door middel van de kinderopvangtoeslag. Door de intensivering van de kinderopvangtoeslag ontvangt dit gezin 640 euro meer kinderopvangtoeslag. Het besteedbaar inkomen gaat er op jaarbasis 640 euro op vooruit.