Regentschap en ouderlijk gezag over de minderjarige Koning
Als de Prinses van Oranje door erfopvolging Koningin wordt en zij is nog geen achttien jaar, dan wordt haar moeder, Koningin Máxima, benoemd tot regent van het Koninkrijk. Mocht Koningin Máxima voordien onverhoopt al zijn overleden, dan wordt Prins Constantijn benoemd tot regent van het Koninkrijk als de Prinses van Oranje door erfopvolging Koningin wordt voordat zij achttien jaar is. Dit geldt ook in de situatie dat Koningin Máxima gedurende haar regentschap onverhoopt hiervan afstand doet of komt te overlijden.
Dit heeft de regering vandaag per Koninklijke Boodschap voorgelegd aan de Verenigde Vergadering, evenals een regeling die voorziet in een jaarlijkse uitkering aan de regent.
Het ouderlijk gezag over de minderjarige kinderen van Koning Willem-Alexander zal bij zijn eventuele overlijden worden uitgeoefend door Koningin Máxima. Zij wordt daarin bijgestaan door een college van toezicht. Dit college is samengesteld uit twee bij koninklijk besluit aan te wijzen leden en drie ambtsdragers uit hoofde van hun ambt. Het betreft de vice-president van de Raad van State (tevens voorzitter van het college), de president van de Algemene Rekenkamer en de president van de Hoge Raad der Nederlanden.
De drie regelingen over het regentschap en het ouderlijk gezag over de minderjarige Koning zijn opgesteld naar het voorbeeld van de regelingen uit 1981. De Afdeling advisering van de Raad van State (van het Koninkrijk) heeft positief geadviseerd over de regelingen (advies conform; geen inhoudelijke opmerkingen)