Van Rijn naar Polen voor herdenking Sobibor
Staatssecretaris Martin van Rijn (VWS) zal op 14 oktober deelnemen aan de herdenking van de opstand in nazi-vernietigingskamp Sobibor in bezet Polen. Het is dan op de dag af zeventig jaar geleden dat na een opstand honderden gevangenen er in slaagden het kamp te ontvluchten.
Op 14 oktober 1943 kwamen enkele gevangenen – die gedwongen te werk waren gesteld in het vernietigingskamp – in opstand. Zij overmeesterden de kampbewakers waarop honderden gevangenen het vernietigingskamp konden ontvluchten. De nazi’s besloten daarop het kamp te ontmantelen en hebben geprobeerd de sporen van hun daden uit te wissen. Slechts 42 van de ontsnapten - waaronder twee Nederlandse vrouwen - overleefden de oorlog.
Programma Van Rijn
Van Rijn is verder aanwezig bij de onthulling van de herinrichting van het kampterrein in Sobibor. Daar verrijst met financiële steun van de Nederlandse overheid een permanent herinneringscentrum. ‘Sobibor is een gruwelijk en onlosmakelijk onderdeel van de Nederlandse geschiedenis’, aldus Van Rijn. ‘Dit centrum is een blijvend eerbetoon aan een ieder die hier vermoord is’.
Eerder op 14 oktober zal de bewindspersoon een bezoek brengen aan voormalig concentratiekamp en hedendaags onderzoekscentrum Majdanek. Van Rijn is namens de Nederlandse regering verantwoordelijk voor het beleid ten aanzien van de oorlogsgetroffenen en de herinnering aan de Tweede Wereldoorlog.
Vernietigingskamp
De nazi's bouwden Sobibor (evenals de kampen Bełżec and Treblinka) uitsluitend als vernietigingskamp van joden. Naar schatting 35.000 uit Nederland afkomstige joden zijn in de gaskamers van Sobibor vermoord. ‘De nazi’s hebben geprobeerd hun gruweldaden in Sobibor aan onze herinnering te onttrekken. Zij zijn daar niet in geslaagd en het is tot in de lengte der dagen onze taak om te zorgen dat dit zo blijft’, aldus Van Rijn.