Opening Academisch jaar Politie Academie
Toespraak door minister Opstelten tgv de opening van het Politie-academisch jaar 2013-2014. Apeldoorn Concernlocatie, 2 september 2013.
Dames en heren,
Wij zijn hier vandaag bijeen voor de opening van het nieuwe Politieacademisch Jaar, 2013-2014. Een bijzonder jaar, mag ik wel zeggen. Tenslotte staan we aan de vooravond van een aantal grote veranderingen voor de Politieacademie. De Nationale Politie is inmiddels een feit; nu is het moment daar, dat we de Politieacademie goed - nog steviger dan voorheen – op die nieuwe politieorganisatie laten aansluiten.
Aan de wetgeving die daarvoor nodig is, wordt op mijn departement momenteel gewerkt. Maar die transitie is uiteraard méér dan wetgeving alleen. Die heeft ook gevolgen voor de organisatie van de Politieacademie zelf. Daartoe werkt U op dit moment hard aan een nieuw inrichtingsplan: de blauwdruk voor de nieuwe organisatie.
Grote veranderingen – en dus als het ware een natuurlijk moment voor het oude College van Bestuur van de Politieacademie om het stokje over te dragen. Graag wil ik hier dan ook mijn dank en grote waardering uitspreken voor wat u als College de afgelopen jaren voor de Politieacademie hebt betekend. Een speciaal woord van dank uiteraard voor de heer Van Baal - hier samen met zijn echtgenote aanwezig. Ad, de afgelopen zes jaar heb je je ziel en zaligheid gelegd in je functie als voorzitter van het College van Bestuur. Veel dank voor de enorme inzet en betrokkenheid waarmee je die functie steeds hebt vervuld en het élan waarmee je de Politieacademie extern hebt vertegenwoordigd. Ik wens je alle goeds!
De kersverse bestuursvoorzitter, de heer Kuijs, wil ik veel sterkte en succes toewensen bij de grote uitdaging waar de Politieacademie nu voor staat: het omvangrijke en complexe transitieproces! Ga er maar aanstaan! Maar, Leon, ik heb er alle vertrouwen in dat je het goed gaat doen.
Dames en heren, ook om een andere reden is dit een bijzonder academisch jaar. Een “historisch” jaar zelfs. Want – en ik richt mij nu even speciaal tot de eerstejaars: als lichting 2013-2014 van de Politieacademie zult u de geschiedenis ingaan als de eerste generatie studenten die aan deze mooie studie begint als medewerkers van de Nationale Politie!
En dat doet u in groten getale! Begin dit jaar was er in de media – ten onrechte - even sprake van een opleidingsstop. Maar daar hebt u zich gelukkig weinig van aangetrokken...
En dat is niet voor niets. De politie is een buitengewoon populaire werkgever. Niet alleen waar het gaat om de inhoud van het werk, maar ook vanwege de arbeidsvoorwaarden. Het Intermediair Imago Onderzoek laat – jaar in, jaar uit - zien dat de politie als werkgever uitstekend scoort in de Top 50 van favoriete werkgevers.
Bij het meest recente onderzoek – uit mei 2013 - staat de politie op de 11e plaats. Vorig jaar was het nog de 13de plaats, dus wie weet komt u binnenkort met stip binnen in de Top 10! Met die cijfers is de politie, na de GGZ, overigens de op één na hoogst genoteerde non profit-instelling. Een prachtige score!
Dat de politie zo populair is, maakt het mogelijk om steeds alleen de allerbeste kandidaten te selecteren. Dat geldt zowel voor de opleiding Algemene Politiezorg, als voor specialistische functies in de opsporing, zoals recherchekundige en high tech crime.
Voor de lichting 2013 hebben zich in totaal 15.000 kandidaten aangemeld. Iets meer dan de helft - 8.000 kandidaten - is uitgenodigd voor de selectieprocedure. Van die groep die de selectieprocedure ingaat, weet uiteindelijk slechts één op de tien door te dringen tot de opleiding – het neusje van de zalm. En u, eerstejaars, behoort daar dus toe! Dat is op zich al een felicitatie waard! Tenslotte bent u te uit en te na tegen het licht gehouden en gewogen in een zwaar selectieproces. Wij verwachten dan ook veel van u!
Dames en heren, het doet me deugd om zoveel jonge, talentvolle politiestudenten bij elkaar te zien: u vertegenwoordigt de nieuwe esprit de corps die mij met de Nationale Politie voor ogen staat!
Want die Nationale Politie mag dan sinds 1 januari van dit jaar op papier een feit zijn, aan die nieuwe organisatie en die nieuwe esprit de corps wordt nog hard gewerkt. En de Politieacademie speelt in dat geheel een belangrijke rol. Als het aan mij ligt, zelfs een nog belangrijkere rol dan voorheen.
Immers, de veranderingen waar ik zojuist al kort aan refereerde, maken het voor de Politieacademie mogelijk onderwijs te realiseren dat nauw aansluit bij wat de nieuwe politieorganisatie werkelijk nodig heeft. Onderwijs dat ook beter dan voorheen inspeelt op actuele ontwikkelingen. Want de politieorganisatie – zo weet u als geen ander – staat immers nooit stil.
Door die stevige verbinding tussen de Nationale Politie en de Politieacademie is het politieonderwijs in staat de doelen van de politie optimaal te ondersteunen en verder te helpen ontwikkelen.
Dan denk ik bijvoorbeeld aan de nieuwe politiecultuur, die we op dit moment ontwikkelen, die nieuwe esprit de corps die ik zojuist al even noemde.
Wat houdt die nieuwe cultuur zoal in? Ik wil toe naar een cultuur waarin zichtbaar leiderschap een belangrijke rol speelt. Politiemanagers “nieuwe stijl” moeten als een echte leider vóór de troepen gaan staan en zichtbaar aanwezig zijn. Dat betekent onder meer: regelmatig meedraaien in operationele diensten, de leiding pakken op straat, een inspirerend voorbeeld zijn voor je dienders. Daar hoort bij dat politiemanagers allemaal de Integrale Beroepsvaardigheids Trainingen - IBT - gaan volgen.
Leiderschap nieuwe stijl betekent ook dat je stáát voor je mensen. Dat je een luisterend oor biedt, als een diender in de problemen zit, met serieus geweld is geconfronteerd, of een traumatische ervaring heeft meegemaakt.
Een moderne politiemanager schenkt ook vertrouwen in zijn of haar mensen. Vertrouwen stelt politiemannen of -vrouwen in staat méér toegevoegde waarde te bieden aan de organisatie – en dus aan de samenleving. Immers, een diender die vertrouwen geniet, zal zijn of haar professionele ruimte beter benutten.
En die professionele ruimte wordt groter. U weet, de aanpak van de bureaucratie bij de politie reken ik vanaf dag één van mijn aantreden als minister tot mijn prioriteiten! Door overbodige regels te schrappen, maken we het dagelijks werk voor de diender eenvoudiger en minder tijdrovend. Daardoor ontstaat er méér ruimte voor de “echte” politietaken, waarin de politieprofessional ook echt zijn vakmanschap, zijn specifieke, toegevoegde waarde, kan tonen.
Willen we dat politiemensen die professionele ruimte optimaal gaan benutten, dan moet dit thema een duidelijke plek krijgen in het onderwijs - zowel in de initiële opleiding, als in de bijscholing. De versterking van het vakmanschap – acht ik bij uitstek het domein van de Politieacademie. Als opleidingsinstituut levert u daar een zeer belangrijke bijdrage aan. Dat begint uiteraard bij een gedegen basiskennis, waarmee de politieman en -vrouw goed worden toegerust om de politiepraktijk in te gaan. Maar ik gaf het al aan: voor politiemensen - in welke functie dan ook - is het noodzakelijk te blijven investeren in onderhoud en versterken van hun kennis. Niet alleen vanwege de voortdurende ontwikkelingen in de maatschappij, maar ook vanwege ontwikkelingen op het gebied van techniek en verbetering van processen.
De vertaling van deze en andere punten naar het onderwijs is van wezenlijk belang voor een verdere ontwikkeling van de politie als een goed lopende, professionele organisatie.
De transitie van de Politieacademie die optimaal aansluit op de wensen en behoeften van de Nationale Politie gaan we nu full swing in gang zetten.
Een ander – heel belangrijk - thema dat daarbij voortdurend onze aandacht behoeft is de kwaliteit van het onderwijs. Als we die goed weten te borgen, leggen we de basis voor een prima presterende politie op straat. En daarbij leggen we de lat hoog: ik wil dat het politieonderwijs gaat excelleren! Daarvoor is – om te beginnen - een goede afstemming en samenwerking nodig tussen het politieonderwijs en reguliere MBO- en HBO-opleidingen. Maar er is méér. Ik denk dat we - met de Nationale Politie - de juiste voorwaarden hebben gecreëerd om ook op dit punt nog een stap extra te kunnen zetten. Meegaan in het nieuwe élan! Goed onderwijs, dat is mijn stellige overtuiging, leidt immers tot betere, voor de burger goed zichtbare politieprestaties - en uiteindelijk tot een veiliger samenleving en tevreden burgers. En daar doen we het tenslotte allemaal voor!
Als Minister lever ik daar uiteraard graag mijn bijdrage aan. Onder meer door in de wet de randvoorwaarden voor het onderwijs goed neer te zetten. Maar ook door de “rust” te handhaven bij de instroom en continuïteit voor de academie te garanderen. Waarbij ik overigens erken dat er spanning kan ontstaan. Aan de ene kant is er de begrijpelijke wens van voldoende instroom - en dus continuïteit – bij de Politieacademie. Aan de andere kant moeten we die gewenste instroom natuurlijk wel kunnen blijven betalen – iets wat in deze tijd allemaal niet meer zo vanzelfsprekend is. Dat moeten we de komende tijd scherp in de gaten blijven houden.
Een actueel thema blijft natuurlijk ook de weerbaarheid - en soms ook kwetsbaarheid - van politiemensen. Het afgelopen jaar hebben we weer een aantal nare incidenten meegemaakt van geweld tegen dienders. Ik blijf dan ook hameren op het grote belang dat alle politiemedewerkers de juiste weerbaarheidstrainingen volgen, goed op de praktijk gericht. Zodanig dat ze in allerlei situaties hun mannetje of vrouwtje kunnen staan. Nogmaals: geweld - verbaal of fysiek - tegen politieagenten is voor mij niet acceptabel. Van onze dienders blijf je af!
Ik kom tot een afronding. Toch is er nog één onderwerp waarvoor ik hier vandaag uw speciale aandacht wil vragen. En dat zijn de politievrijwilligers. Op 31 december van het afgelopen jaar waren er 2940 vrijwilligers in dienst bij de politie. Onze doelstelling is om in 2015 over 5000 vrijwilligers te beschikken. Een pittige opgave dus, die we dan ook met voortvarendheid hebben ingezet! Dit voorjaar met een wervingscampagne voor executieve vrijwilligers. En binnenkort gaat ook de werving van niet-executieve vrijwilligers van start. Vrijwilligers zijn gewenst én hard nodig! Die 5000 vrijwilligers in 2015 moeten we gewoon halen. Samen met u gaan we hier de komende tijd stevig mee aan de slag!
Dames en heren, burgers stellen terecht hoge eisen aan het functioneren van de overheid – en dat geldt zeker op het gebied van de veiligheid. Aan de politie de taak om de burger op dit punt zo goed mogelijk te bedienen. Dit vereist kwaliteit van onze kant. Voor mij, als verantwoordelijk minister, en voor de korpsleiding is dit een belangrijke uitdaging; de Politieacademie speelt in dit geheel een essentiële rol.
Kortom: we staan met z’n allen voor een stevige, maar mooie én interessante klus: de opgave om te komen tot kwalitatief hoogwaardig politieonderwijs, dat optimaal aansluit op datgene wat de politie nodig heeft om haar mooie, maar lastige taken goed te kunnen verrichten. Om te komen tot het beste resultaat, hebben we elkaar hard nodig. Gelukkig merk ik aan alles dat u zeer gemotiveerd bent, om die opdracht tot een succes te maken!
Ik kijk dan ook vol vertrouwen vooruit en verklaar hierbij het Politieacademisch jaar 2013-2014 voor geopend!