Teeven vernieuwt stelsel gesubsidieerde rechtsbijstand

Rechtzoekenden die een aanvraag doen voor gesubsidieerde rechtsbijstand, krijgen te maken met verplichte selectie aan de poort. Straks moet iedereen die een toevoeging wil, zich eerst melden bij de eerstelijns rechtshulp. Daar beoordeelt een functionaris of rechtsbijstand noodzakelijk is. Nu kan een rechtzoekende zelf bepalen of hij voor een toevoeging naar een advocaat gaat, of eerst naar het Juridisch Loket. De nieuwe werkwijze bevordert een eenvoudige afdoening van zaken en beperkt het aantal toevoegingen. Dit blijkt onder meer uit een brief van staatssecretaris Teeven van Veiligheid en Justitie die naar de Tweede Kamer is gestuurd.

De brief bevat - op hoofdlijnen - een pakket aan maatregelen, om een kwalitatief hoogwaardig stelsel van gesubsidieerde rechtsbijstand in stand te houden en de toegang tot het recht ook in de toekomst te garanderen. De maatregelen die nodig zijn om het stelsel van gesubsidieerde rechtsbijstand te vernieuwen, leveren ook een besparing op van - in totaal - 85 miljoen euro in 2018. De kosten van gesubsidieerde rechtsbijstand zijn de afgelopen jaren fors gestegen: van 330 miljoen euro in 2002 naar 495 miljoen euro in 2012. Deze ontwikkeling moet worden gekeerd om het stelsel te behouden. De aangekondigde maatregelen leiden naar verwachting tot ongeveer 17 procent minder toevoegingen.

Eigen verantwoordelijkheid

Advocatenbijstand wordt voortaan pas vergoed als de rechtzoekende kan aantonen dat deze echt noodzakelijk is. Dat past bij de eigen verantwoordelijkheid die van de rechtzoekende mag worden verwacht. Dit moet onnodig procederen zoveel mogelijk voorkomen en de weg vrij maken voor effectief gebruik van alternatieve oplossingen, zoals rechtshulp via een rechtsbijstandverzekering.
Ook kan zo de schuldhulpverlening effectiever worden ingezet. Veel geschillen komen immers voort uit betalingsonmacht van de rechtzoekende. Omdat openstaande vorderingen meestal niet worden bestreden, leidt schuldhulpverlening in zulke gevallen eerder tot resultaat dan de gang naar de rechter.

Hier staat tegenover dat rechtzoekenden in de eerste lijn uitgebreider dan nu worden geadviseerd door een rechtskundige professional. Bij de beoordeling van de noodzaak te procederen, behoort namelijk ook een beoordeling van de kansen en de kosten die met een eventuele zaak gepaard gaan. Daarmee krijgt de rechtzoekende een completer beeld van zijn situatie en wordt hij of zij, ook wanneer een toevoeging niet aan de orde is, beter op weg geholpen.

Filter

Selectie aan de poort werkt als een filter. Straks wordt in iedere zaak eerst gekeken naar het inkomen van de rechtzoekenden, de aard en ernst van het juridisch probleem, de beschikbaarheid van alternatieven en de mogelijkheid om zelf tot een oplossing te komen. Daarna pas valt de beslissing over de aanvraag voor rechtsbijstand. Deze selectie voorkomt dat zaken voor de rechter worden gebracht, die ook op andere wijze naar tevredenheid kunnen worden opgelost.

Geschillen
Omdat er voldoende alternatieven zijn, wil Teeven consumentengeschillen en huurgeschillen uitsluiten van gesubsidieerde rechtsbijstand. Deze zijn immers vaak goed verzekerbaar. Bovendien kunnen burgers zelf naar geschillencommissies stappen en online is advies vaak goedkoop en laagdrempelig beschikbaar. Dit maakt gesubsidieerde rechtshulp in die gevallen niet noodzakelijk - al kunnen bijzondere omstandigheden een beroep op betaalde advocatenbijstand toch rechtvaardigen. In consumentenzaken hanteert de bewindsman de aanname dat daarvan in ongeveer 1 op de 10 zaken sprake van zal zijn. In huurrechtzaken gaat het om ongeveer 1 op de 5 zaken. Bijvoorbeeld in ernstige zaken, om slachtoffers van huisjesmelkers bij te staan.

Echtscheiding

Verder wil Teeven onderzoek doen naar de gevolgen van invoering van de echtscheiding zonder tussenkomst van de rechter - een maatregel die in het huidige regeerakkoord staat. Deze maatregel biedt kansen om echtscheidingen waarin beide partijen het met elkaar eens zijn, en waarin de partners geen minderjarige kinderen hebben, zonder verplichte rechtsbijstand af te wikkelen. Bij de uitwerking van de maatregel wordt bekeken in hoeverre op een echtpaar dat langs deze weg wil scheiden, de verplichting zou moeten rusten voorafgaand aan hun echtscheiding juridisch advies in te winnen.

Daarnaast wordt ook bij echtscheidingen het gezinsinkomen  de basis voor de beoordeling of iemand in aanmerking komt voor een toevoeging. Nu telt het inkomen van de ex-partner in beginsel niet mee. Het is niet de taak van de overheid om advocatenbijstand te financieren als er voldoende geld is, maar de echtelieden door omstandigheden dat niet met elkaar willen delen. Om dit op te lossen, kan de partner met inkomen of vermogen worden verplicht een bedrag te storten in een depot dat kan worden gebruikt door de aanstaande ex-echtgeno(o)t(e) voor de kosten voor de echtscheidingsprocedure. 

Eigen bijdrage

Ook wil de bewindsman de eigen bijdrage van rechtzoekenden beter laten aansluiten op hun inkomen. Nu vallen binnen de eerste categorie zowel rechtzoekenden op het sociaal minimum, als degenen met een minimumloon. Teeven vindt dat niet reëel, omdat zij dezelfde eigen bijdrage betalen. Daarom gaan de huidige vijf inkomensgroepen terug naar drie, gebaseerd op het sociaal minimum, het minimumloon en ten slotte het inkomen daarboven. Dit zorgt ervoor dat zij die het minst verdienen, ook daadwerkelijk het minst betalen.
De laagste categorie betaalt straks 200 euro in plaats van de huidige 193 euro. Voor de middelste en de hoogste categorie gaat het om respectievelijk 355 euro en 745 euro. Degene die in een hogere categorie terechtkomt, zal de bij die categorie horende eigen bijdrage moeten betalen. Daarbij is het van belang dat de kosten voor rechtzoekenden voor hen geen structureel, maar een incidenteel karakter hebben. De nieuwe bedragen gelden voor alle zaken.

Vergoeding advocaten

Voor advocaten dalen de administratieve lasten. Zij hoeven geen tijd meer te besteden aan  het indienen van een toevoegingsaanvraag, dat gebeurt straks immers in de eerste lijn. Daar staat tegenover dat zij straks een lager uurtarief krijgen in bewerkelijke zaken. Het bedrag gaat omlaag  van 104 euro naar ongeveer 70 euro. De jaarlijkse indexering voor de hoogte van de vergoedingen aan advocaten en die van de eigen bijdragen komt tijdelijk te vervallen. Verder schrapt de staatssecretaris de financiële tegemoetkoming van 18,74 euro voor administratieve kosten in civiele en bestuursrechtelijke zaken.

Piket

Op dit moment krijgt iedere verdachte die na inverzekeringstelling op last van de rechter-commissaris langer wordt vastgehouden, nog automatisch een advocaat toegevoegd - ongeacht zijn inkomen. Deze rechtsbijstand blijft dan volledig kosteloos voor de verdere duur van de strafvervolging. Dus ook als de verdachte een hoog inkomen heeft, of op een later moment uit de voorlopige hechtenis wordt ontslagen en zelf een advocaat zou kunnen inschakelen.

Deze situatie is onwenselijk. Daarom wordt de zogeheten piketfase (de piketadvocaat die aan de verdacht wordt toegewezen, ontvangt een piketvergoeding) verlengd tot het eerste bevel van gevangenhouding. Een substantieel deel van de huidige ambtshalve toevoegingen, zonder draagkrachttoets, verloopt daardoor via de reguliere toevoeging, mét draagkrachttoets. 

Beter verzekerbaar én betaalbaar

In overleg met de minister van Economische Zaken, laat de staatssecretaris onderzoeken of het wenselijk is om tot enige vorm van tariefregulering te komen. Hij betrekt hierbij ook alternatieve mogelijkheden, die de bereikbaarheid en betaalbaarheid van het recht voor burgers vergemakkelijken. Door tariefregulering is rechtsbijstand makkelijker te verzekeren; de kosten zijn immers voorspelbaar. In veelvoorkomende procedures kunnen maximumtarieven de rechtshulp door advocaten betaalbaar houden, ook voor burgers die geen aanspraak kunnen maken op overheidssubsidie.

Het pakket aan maatregelen is een eerste stap. Nadere uitwerking volgt in nauwe samenwerking met de partners in het veld. Hoe de eerstelijns rechtsbijstand eruit komt te zien hangt af van de resultaten van de nog in gang te zetten pilots bij drie Juridische loketten. Begin volgend jaar krijgt de Tweede Kamer  hierover meer informatie, alsmede over de wijze waarop de selectie aan de poort gestalte krijgt.