Persconferentie MR 12 juli 2013
RUTTE
Vandaag was de laatste ministerraad voor het zomerreces. Er is veel gebeurd. Afgelopen maanden is er ook veel gebeurd. Uiteraard tegen een achtergrond van een economie die zich nog steeds in zwaar weer bevindt. Het kabinet is zeer gecommitteerd om de economische crisis op te lossen, om Nederland weer op een groeipad te krijgen. Om ervoor te zorgen dat er weer banen bijkomen in Nederland. Daartoe hebben wij vandaag een aantal zaken met elkaar besproken. Onder andere zijn we vandaag bijgepraat over het nationaal energieakkoord, wat Henk Kamp, maar vooral ook de voorzitter van de SER met heel veel partijen, Henk Kamp is daar natuurlijk nauw bij betrokken, en de voorzitter van de SER met heel veel partijen bezig is te sluiten. Een belangrijke stap is gezet. Er ligt namelijk een aanzet nu voor zo'n akkoord. Dat wordt nu doorgerekend. En dan is de gedachte om in augustus daar met elkaar finale besluiten op te nemen. Daarbij zijn betrokken: werkgevers, werknemers, milieuorganisaties, het kabinet, en die zijn het op hoofdlijnen eens geworden. En dat is goed voor het milieu, dat is goed voor de toekomstige energievoorziening, maar het is ook heel goed voor de economie. Er zijn afspraken gemaakt die leiden tot lastenverlichting, die leiden tot extra impulsen voor de bouw, die leiden tot extra impulsen op de weg naar meer duurzame energie. Impulsen op de weg naar het snel sluiten van vervuilende, verouderde steenkoolcentrales en dat is allemaal gebeurd in samenspraak met alle betrokken partijen. Er zal uiteraard een hoop werk nog zijn. Ook na augustus, om dit allemaal uit te werken in wetgeving. Maar dat dit gerealiseerd is, is een groot compliment in de eerste plaats aan Wiebe Draijer, de voorzitter van de SER. Maar ook aan alle andere betrokkenen die daarmee bezig zijn.
Het tweede punt vandaag: we zijn het eens geworden over de omgevingswet. We hadden al de crisis- en herstelwet. Die was al permanent gemaakt. De crisis- en herstelwet stamde nog uit de periode van Jan Peter Balkenende. De permanentmaking is een paar jaar geleden gebeurd. Een jaar geleden finaal geworden. En nu de volgende grote stap: de omgevingswet. Die gaat nu naar de Raad van State voor advisering. Komt erop neer dat we 15 wetten terugbrengen naar een wet. Dat we alles wat te maken heeft met ruimtelijke aspecten, uit nog eens 25 andere wetten, naar die ene wet tillen. Dat we van 117 anvb's teruggaan naar 4. Dat we ten aanzien van vergunningen, een periode die nu vaak 26 weken kan duren, dat we teruggaan naar 8 weken. Dat we dit land dus veel sneller aan het werk krijgen. Veel sneller grote projecten kunnen realiseren. Door het schrappen van regels. Door het schrappen van ellenlange procedures. Past ook in de visie van het kabinet om een kleinere, krachtigere overheid.
Derde element van vandaag. We hebben gesproken over het financieel toetsingskader voor de pensioenen. Hiermee worden onze pensioenfondsen minder afhankelijk van dagkoersen op de beurs. Dat leidt tot meer stabiliteit en daarbij aan een toekomstbestendig pensioenstelsel. Uit de eerste berekeningen van De Nederlandsche Bank blijkt dat het nieuwe FTK per saldo kan leiden tot een premiedaling van circa 6 miljard euro. En daarom denken we dat er ook alle ruimte is voor premieverlaging voor alle Nederlanders die in loondienst zijn. Die te maken hebben met de opbouw van hun pensioen. Het stuk wordt nu in consultatie gebracht. Daarna zal het terugkomen. Begin september bij het kabinet. En dan zullen wij op basis van die consultatie onze definitieve keuzes maken. Dat is een zeer grote hervorming en er staan er de komende tijd nog meer op de agenda.
Voor mijzelf geldt dat ik de komende week op pad ben naar de Caribische delen van het Koninkrijk. Zowel de drie landen, als de drie bijzondere gemeenten, zal ik bezoeken. In augustus werken wij verder aan de begroting voor 2014. We zijn daar een heel eind al mee gekomen. Dat zal een pakket zijn aan structurele maatregelen, waarbij een aantal uitgangspunten voor het kabinet voorop staan. Namelijk dat werken moet lonen, dat ondernemen aantrekkelijk moet zijn in Nederland, en dat we de rekening op een fatsoenlijke manier zullen verdelen.