IenM en Unie van Waterschappen eens over hoofdlijnen Omgevingswet
Het ministerie van Infrastructuur en Milieu en de Unie van Waterschappen zijn het eens over de hoofdlijnen van de Omgevingswet. Deze wet gaat veel van de bestaande wetgeving op het gebied van onze fysieke leefomgeving vervangen. De Unie van Waterschappen steunt de bundeling, vereenvoudiging, harmonisering en modernisering van het omgevingsrecht zoals vormgegeven in de Omgevingswet.
In navolging van gemeenten en provincies hebben de waterschappen met IenM bekeken wat de gevolgen zijn van de Omgevingswet voor de uitvoeringspraktijk. Nagegaan is hoe het waterbeheer, zoals dat nu geregeld is in de Waterwet, verankerd wordt in de Omgevingswet. Daarbij zijn ook de afspraken uit het Bestuursakkoord Water (2011) over doelmatig waterbeheer betrokken. De Unie van Waterschappen en het ministerie hebben toegewerkt naar een set afspraken waar beiden zich in kunnen vinden en die garanties geven dat de wet straks ook goed uitvoerbaar is.
Vergunningverlening en handhaving
IenM en de Unie zijn overeen gekomen dat waterbeheerders bevoegd zijn om vergunningen te verlenen en te handhaven als het gaat om de veiligheid, kwantiteit en kwaliteit van water. Dit is nu geregeld in de Waterwet en de keur, de verordening van het waterschap. Burgers en bedrijven kunnen hun aanvraag indienen via één digitaal loket. Via coördinatieregeling wordt afgestemde en gelijktijdige vergunningverlening geborgd.
Verder is afgesproken dat het belang van integraal waterbeheer scherper in de wet komt. Ook is afgesproken dat het ministerie, de Unie van Waterschappen, VNG en IPO in 2013 een gezamenlijke verkenning uitvoeren naar de knelpunten rond indirecte lozingen in de huidige uitvoeringspraktijk. Oplossingen voor deze knelpunten worden vastgelegd in de Omgevingswet. Daarnaast is afgesproken dat de waterbeheerders nauw blijven samenwerken met de regionale uitvoeringsdiensten en het rioleringsplan tot 2020 een verplicht karakter heeft. Via de Omgevingswet zal ook worden geregeld dat de waterbelangen vroegtijdig worden betrokken bij het opstellen van ruimtelijke plannen van Rijk, provincies en gemeenten.