Betere zorg en ondersteuning voor kinderen en gezinnen
Alle kinderen moeten gezond en veilig kunnen opgroeien, hun talenten ontwikkelen en naar vermogen participeren in de samenleving. Ouders zijn hiervoor eerst verantwoordelijk. De overheid komt in beeld als dit niet vanzelf gaat. Dan moet het jeugdstelsel snel, goed en op maat functioneren om kinderen te behandelen, begeleiden en beschermen. Dat is de inzet van de nieuwe Jeugdwet die vandaag door staatssecretaris Martin van Rijn (VWS) en staatssecretaris Fred Teeven (VenJ) naar de Tweede Kamer is gestuurd.
Maatwerk en verbinding
Het wetsvoorstel regelt – vanaf 1 januari 2015 - een nieuw jeugdstelsel waarin gemeenten bestuurlijk en financieel verantwoordelijk zijn voor alle jeugdhulp en de uitvoering van kinderbeschermingsmaatregelen en jeugdreclassering. Gemeenten zijn beter in staat om – op basis van de specifieke situatie van het kind – maatwerk te leveren en verbinding te leggen met zorg, onderwijs, werk en inkomen, sport en veiligheid.
Omslag naar preventie
Met de overgang naar gemeenten van alle jeugdhulp ontstaan de randvoorwaarden om een omslag te maken in de zorg en ondersteuning van kinderen en gezinnen die het nodig hebben. Er komt meer nadruk op onder andere preventie, eigen kracht en demedicaliseren, allemaal met het uitgangspunt ‘1 gezin, 1 plan, 1 regisseur’.
Antwoord op tekortkomingen
Het wetsvoorstel is een sluitstuk van de visie die in mei 2010 werd gepresenteerd door de parlementaire werkgroep Toekomstverkenning Jeugdzorg, onder voorzitterschap van Pierre Heijnen. Het nieuwe jeugdstelsel dat met de Jeugdwet wordt verankerd, is een antwoord op de tekortkomingen van het huidige jeugdstelsel. Het is aangetoond dat in de huidige situatie specialistische zorg te snel wordt ingezet, de samenwerking van hulpverleners tekortschiet en afwijkend gedrag onnodig wordt gemedicaliseerd. Deze tekortkomingen leiden tot hoge kosten en tegenvallende kwaliteit.