Geen alcohol onder de 18 moet de norm zijn
Samen met de branche werken aan een verantwoord alcoholgebruik. En geen drank onder de 18 jaar. Deze oproep deed Martin van Rijn bij de opening van SpiritsNL, de nieuwe naam van de branchevereniging van de gedestilleerd sector.
Dank voor de uitnodiging. Het is misschien meteen een teken van mijn kant dat ik graag met partijen in de branche in gesprek blijf om onverantwoord alcoholgebruik ook in de toekomst te kunnen voorkomen. Ik denk dat we daarbij een gezamenlijk belang hebben.
Ik hoorde net al zeggen dat het vooral over de feiten gaat en niet over de beelden. Dus dacht ik dat het misschien toch goed is om van mijn kant, u kent de feiten waarschijnlijk nog veel beter dan ik, toch een paar feiten te noemen om te kijken of we een gezamenlijk beeld hebben van verantwoord alcoholgebruik.
Enige jaren geleden opende de toenmalige minister van VWS, Hans Hoogervorst, zijn speech nog met de opmerking dat Nederlandse jongeren ‘de zuipschuiten van Europa’ zijn. Ik denk dat we kunnen constateren, het was een boude uitspraak, dat dat beeld gelukkig nu genuanceerder is geworden.
Er is een daling van het alcoholgebruik onder jongeren. Het alcoholgebruik onder scholieren van 12 tot en met 18 jaar van het voortgezet onderwijs is tussen 2003 en 2011 afgenomen en ook het percentage ‘binge drinkers’ - zes of meer glazen bij één gelegenheid - is tussen 2003 en 2011 gedaald.
Ook bij de alcoholpoli’s lijkt de sterkste stijging voorbij, maar de aantallen zijn nog steeds heel erg hoog. De gemiddelde leeftijd van een jongere die bij de alcoholpoli komt, is ruim 15 jaar. Ze komen uit alle lagen van de samenleving. Jaarlijks worden 2300 jongeren in de leeftijd van 10 tot en met 24 jaar voor een alcoholvergiftiging behandeld op een afdeling spoedeisende hulp.
Ondanks een daling in het alcoholgebruik ligt het percentage Nederlandse scholieren van 15 en 16 jaar dat in de afgelopen maand 10 of meer keer alcohol had gedronken nog steeds ruim boven het Europese gemiddelde in 36 landen (20% tegen 9%). We niet meer ‘de zuipschuit’, maar zijn dus nog lang niet waar we moeten zijn.
De wettelijke leeftijdsverhoging van het verbod op het bezit van alcoholhoudende dranken en leeftijdsgrensverhoging van de verkoop aan jongeren gaat met ingang van 1 januari 2014 naar 18 jaar. De vraag is natuurlijk of dat een verdere bijdrage zal leveren aan het terugdringen van schadelijke alcoholconsumptie van jongeren. U zult daar misschien verschillend over denken, maar ik denk dat het een belangrijke stap zou kunnen zijn. Het gaat dan niet zozeer om die leeftijdsgrens, maar vooral om de discussie: tot een bepaalde leeftijd moet je gewoon ongelofelijk oppassen met drank wegens de schadelijke gevolgen voor jongeren.
Niet omdat ik een algemene uitspraak wil doen over drank, maar omdat het op jonge leeftijd gewoon ongezond en niet goed is. Ik denk dat we het daar eigenlijk over eens zijn. We gaan discussiëren over de vraag: wat vind je ervan en hoe pak je dat aan? En als je een grens zet, krijg je meteen de vraag of je die kunt handhaven? Daar zullen met elkaar altijd problemen mee hebben. Wij moeten niet in een land komen te wonen, waarin we zeggen: wij rijden door rood en dan zeggen: daar konden we niets aan doen want er was geen politie.
Ik denk dat het heel belangrijk is om ook met elkaar te discussiëren over de vraag: hebben we nu - ik zeg ’t maar even dramatisch - ‘een sociale verandering’ ? We zeggen: eigenlijk hoort het niet om tot 18 jaar te drinken’. En er komt één beeldmerk, dat de huidige slogans en logo’s vervangt. ‘Onder de 18 geen alcohol‘. Dat dragen we overal uit, in supermarkten, sport en horeca.
Het beeldmerk zal zich richten op de hele bevolking, het wordt geen jongerencampagne die zich alleen op 18-minners richt. De sociale norm moet immers iets van iedereen worden. Het beeldmerk zal zich dus ook richten op de omgeving van jongeren, zoals ouders, winkels en sportclubs.
Als we die leeftijdsgrens neerzetten en we beginnen in de herfst met een campagne, dan verwacht ik inzet van lokale overheid, producenten, verstrekkers, ouders en jeugd om de jeugd te stimuleren. En hoe moeten bijvoorbeeld lokale overheden daar mee omgaan?
Morgen vindt een congres Alcoholbeleid plaats, waar wordt gediscussieerd over de vraag: wat kun je op lokaal niveau doen om beleid en handhavingsbeleid te maken. Hoe kun je het lokale alcoholbeleid met elkaar bespreken. Dat congres is overtekend; er komen zo’n 500 ambtenaren en bestuurders op af. De animo is dus hoog. Het betekent dat gemeenten aan het nadenken zijn over een zo goed mogelijk handhavingsbeleid, omdat dat nog lang niet op orde is.
Ik vind het ook belangrijk dat het bestrijden, het tegengaan van onverantwoord alcoholgebruik met name onder jongeren een gezamenlijke verantwoordelijkheid is. En wat we bereikt hebben de afgelopen periode, is volgens mij dat we het ook steeds meer als een gezamenlijke verantwoordelijkheid zijn gaan zien. Dat neemt niet weg, dat we met elkaar wel in discussie blijven over de vraag welke inspanningen nodig zijn. Onze inspanning is om duidelijk te zijn over de wet- en regelgeving. Wat is de boodschap en hoe zit het handhavingsbeleid in elkaar. Maar voor u is het natuurlijk zaak om de handhaving feitelijk verder te verbeteren.
Want jongeren kunnen nog steeds erg makkelijk aan drank komen. Dan maar weer een paar feiten en cijfers: Volgens het laatste onderzoek in 2011, was het naleefpercentage van de leeftijdsgrens bijvoorbeeld bij horeca 11%, bij supermarkten 30% en bij de slijters 40% bij verkoop onder de 16 jaar. En 62% bij het verbod op verkoop van sterkedrank onder de 18 jaar. Dat betekent dat die cijfers bij lange na nog niet goed zijn. We moeten afspreken dat we een gezamenlijke verantwoordelijkheid hebben voor een verantwoord alcoholgebruik en naleving van de leeftijdsgrens.
Ik snap dat het niet makkelijk is, zeker voor de kleine slijterijen die soms overspoeld worden door een groep jongeren tegen wie je dan niet zo makkelijk zegt: dat mag niet. Toch moeten met elkaar blijven nadenken over ‘wat te doen?’
Jongeren moeten ook zelf worden aangesproken. En gelukkig zijn zij zich zelf steeds meer bewust van de risico’s van alcohol. Zij drinken minder en proberen het steeds minder vaak te kopen, dus daar zitten ook best goede cijfers bij. Maar de naleving van het verkoopverbod is nog steeds onvoldoende. En ik denk dat het voor de eer en de goede naam van de branche heel goed zou zijn als die nalevingscijfers omhoog gaan.
We hebben de afgelopen periode lang gesproken over de vraag: wat moet nou de boodschap zijn? Namelijk maximaal twee glazen per dag voor mannen en één glas voor vrouwen. Het was geen vanzelfsprekendheid dat we het erover eens waren om deze boodschap uit te dragen. Dat is nu wel het geval. En dat is een heel goede zaak.
Maar het zou niet goed zijn als u dat doet, omdat u mooie cijfers wilt laten zien. Dat politiek correct proof. Het zou natuurlijk uw eigen overtuiging moeten zijn. En laat, ik dat erbij zeggen, ik zie de afgelopen jaren dat er ook in de sector een tendens, een positieve houding is, ten aanzien van verantwoord alcoholgebruik in Nederland.
Ik ben het er erg mee eens dat we ons niet op een speciaal product moeten richten. Uw boodschap: alcohol is alcohol is alcohol, snap ik ook.
Tegelijkertijd moeten wel in de gaten houden of de vormgeving van een bepaald product het beleid dat we met z’n allen inzetten voor verantwoord alcoholgebruik versterkt of juist ondergraaft. Dat bijvoorbeeld de vorm van een bepaald product ertoe leidt dat meer alcoholgebruik onder jongeren wordt aangemoedigd. Ik volg dat wel heel kritisch om te kijken of ons gezamenlijke beleid niet weer wordt ondergraven. Dat de grens wordt opgezocht om toch eigenlijk onderhuids het alcoholgebruik onder jongeren weer aan te moedigen.
Blij ben ik overigens met het logo. Ik denk dat het erg goed is om met elkaar afspraken te maken en die dan ook na te komen. Ik waardeer het ook dat u op deze positieve manier met ons meedenkt, met elkaar meedenkt, om te kijken hoe we die zelfregulering kunnen honoreren.
Dat we zeggen het wordt in de branche afgesproken. Het wordt ook uitgevoerd en het is ook controleerbaar. Dat komt onze onderlinge relatie heel erg ten goede.
Eind 2012 is door alle leden van het Directeuren Overleg Alcohol een gezamenlijke agenda naar de Tweede Kamer gestuurd. Dat is best wel uniek, omdat we als branche en als overheidsorganisatie met alle andere organisaties, brouwers, producenten, het Centraal Bureau Levensmiddelen, Koninklijke Horeca een gezamenlijk actieplan hebben gemaakt om verantwoord alcoholgebruik te stimuleren. Met als mooie boodschap: we zetten samen de schouders onder het alcoholgebruik in Nederland met een verantwoord risico. De ambitie is samen naar een verantwoord alcoholgebruik voor een gezonder Nederland. Dat is een heel lang proces, maar de actiepunten die ook afgesproken zijn, geven ook wel aan dat we op de goede weg zijn om daar niet-vrijblijvende afspraken over te maken.
Samenvattend, ik denk dat u te maken blijft hebben met een kritische overheid. Een kritische overheid die vanuit het gezondheidszorgbelang denkt. Laten we nu vooral wat alcoholgebruik betreft onder jongeren, zorgen dat we een nieuwe sociale norm krijgen. Een norm waarin het gewoon niet goed is om voor een bepaalde leeftijd alcohol te hebben en te drinken.
Het is goed dat we die verantwoordelijkheid niet hebben als overheid, maar dat het een gezamenlijke verantwoordelijkheid is. Een overheid die beseft dat we niet in een land leven, waarin de overheid regels bedenkt die dan als vanzelf worden nageleefd. Maar voor de onderlinge verhoudingen is het belangrijk om een gezamenlijke agenda te hebben, gezamenlijk afspraken te maken. En die ook naleven.
Dan kan vervolgens de overheid zich daaraan houden door een consistent beleid te voeren. En in die zin denk ik dat het een heel goed signaal is dat u die bereidheid heeft getoond in het Overleg Alcohol. Maar dat u ook heeft gezegd dat de branche ook een medeverantwoordelijkheid voelt om dit op een verantwoorde manier in Nederland gewoon te gaan regelen.
De cijfers moeten beter. De samenwerking blijft. Ik denk dat we alleen als we gezamenlijk optrekken in een heel goede verhouding kunnen blijven staan. En dat we niet met allerlei rare dreigementen en wet- en regelgeving moeten komen en u zich zorgen moet maken over wat dat voor de branche betekent. Dat we gezamenlijk kunnen blijven optrekken. Dus daarom wil ik u vandaag feliciteren met de lancering van de SpiritsNL in de hoop, in de verwachting en in het vertrouwen dat wij gezamenlijk toch tot een verantwoord alcoholgebruik in Nederland komen.