Diagnostische toets voor meer inzicht in ontwikkeling leerlingen
Vanaf schooljaar 2015-2016 krijgen leerlingen in het voortgezet onderwijs aan het eind van de onderbouw een diagnostische toets in het Nederlands, Engels en wiskunde/rekenen. De toets wordt afgenomen op het vmbo, havo en het vwo. Het is een toets om van te leren: het laat zien dat een leerling veel meer presteert dan verwacht of geeft inzicht in mogelijke problemen. Staatssecretaris Dekker heeft het wetsvoorstel hiervoor naar de Tweede Kamer gestuurd.
Nederlands, Engels en wiskunde/rekenen vormen een belangrijke voorwaarde voor het succesvol volgen van andere vakken in het voortgezet onderwijs en in het vervolgonderwijs. De toets, gebaseerd op landelijk vastgestelde tussendoelen, wordt digitaal afgenomen en nagekeken. De toets is adaptief, deze past zich aan naar het niveau van de leerling. Als een leerling fouten maakt, worden de vragen eenvoudiger of wordt doorgevraagd. Bij veel goede antwoorden worden de vragen moeilijker. Hierdoor krijgt een docent inzicht in de sterke en zwakke punten op kennis en vaardigheden van elke leerling.
‘Leerlingen, ouders en docenten zien met deze toets of een leerling op koers ligt richting het examen. De toets biedt docenten een instrument om problemen voor te zijn of kinderen juist extra uit te dagen,’ aldus staatssecretaris Dekker.
Benutten van talent
Het wetsvoorstel bouwt voort op eerdere maatregelen om de onderwijskwaliteit te verhogen. Uit internationaal vergelijkend onderzoek blijkt dat Nederland niet alle leerlingen voldoende uitdaagt. Vooral de meest talentvolle leerlingen scoren lager. Leerlingen presteren het best op scholen die hoge verwachtingen hebben van hun leerlingen, hen gericht aanspreken op hun talenten en ondersteuning op maat bieden.