Speech van de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, Wilma Mansveld, bij het bekendmaken van de spoorverbinding Arnhem-Düsseldorf, Emmerich, 13 juni 2013

Toespraak | 18-06-2013

Herr minister,
Dames en heren,

De Amerikaan Teju Cole schreef vorig jaar een bijzonder mooi boek over zijn leven in verschillende grote steden: New York, Brussel en het Nigeriaanse Lagos.
Op die manier verbindt hij steden, landen en zelfs continenten met elkaar.
En hij doet het zo, dat je als lezer die verbindingen ook gaat zien.

Het boek stelt je in staat om in je hoofd af te reizen naar de VS, België en Nigeria.
Hoe groot de verschillen ook zijn, de steden gaan vanzelf op elkaar lijken.
En dat helpt om meer begrip voor andere mensen en hun culturen te krijgen.

U vraagt zich nu misschien af waarom ik hiermee begin.
Dat zal ik u uitleggen.
Wat Cole in zijn boek doet, deden de eerste treinen ook.
Het was in de negentiende eeuw een revolutionaire vorm van vervoer.
De trein bracht mensen sneller bij elkaar dan ze ooit gewend waren.
En misschien wel sneller dan we ooit voor mogelijk hielden.
Er gingen hele werelden voor ons open.

Inmiddels is de trein normaal geworden.
We realiseren ons de waarde vaak pas als hij niet rijdt.
En toch is de trein nog altijd een essentiële schakel.
Een schakel die mensen, steden en landen met elkaar verbindt.

Het is mijn taak als staatssecretaris om te zorgen dat de trein die functie nog beter gaat vervullen.
Daar wil ik de komende jaren dus werk van maken: mensen met elkaar verbinden.
Ook hier, tussen Arnhem en Emmerich.

We hebben het over een stukje spoor van nog geen 30 kilometer.
Dat lijkt weinig. Maar de verbinding is van grote waarde.
Die dertig kilometer spoor verbinden namelijk niet alleen Arnhem en Emmerich met elkaar.
Het zorgt namelijk ook voor dat Arnhem en Düsseldorf dichter bij elkaar komen te liggen.
Het verbindt de ruim twee miljoen inwoners van Gelderland met de ruim zeventien miljoen inwoners van Noordrijn-Westfalen.
Of, zoals een Nederlands gezegde ons leert: wie het kleine niet eert, is het grote niet waard.

De nieuwe trein verbindt niet alleen mensen, maar ook twee economieën die elkaar in toenemende mate nodig hebben.
Dat klinkt misschien een beetje abstract, maar dat wordt heel zichtbaar in de verbindingen die er tussen Nederland en Duitsland al zijn.

Tussen onze mainports Amsterdam en Rotterdam en het Roergebied bijvoorbeeld.
In de 150 treinen per dag die uiteindelijk over de Betuweroute moeten gaan rijden.
En in de circa 600 schepen die de grens dagelijks passeren over de Rijn.

Straks komt er een kleine, maar onmisbare schakel in die verbinding bij.
Een verbinding die sinds 2000 ontbrak, maar voor de mensen in de regio onmisbaar is.
En dus investeren we daar samen in.
De landesregierung Nordrhein-Westfalen en het Verkerhrsverbund Rhein-Ruhr (VRR) aan Duitse zijde en de provincie Gelderland, de stadsregio Arnhem-Nijmegen en de Rijksoverheid aan Nederlandse zijde.

De nieuwe stoptrein maakt de reis tussen Arnhem en Emmerich een stuk sneller.
Van ruim twee uur nu, naar een half uur straks.
Dat is dus een kwart van de huidige reistijd.
Sneller en dus ook comfortabeler.

De verbinding brengt Arnhem en Düsseldorf bovendien dichterbij elkaar.
Via Arnhem bereik je snel en comfortabel heel Nederland.
En via Düsseldorf bereik je snel en comfortabel heel Duitsland.
Deze verbinding biedt bovendien nieuwe alternatieven: zowel voor de auto en voor de ICE.
Dat is dus waar een kleine treinverbinding groot in kan zijn.

Voor mij is het verbinden van grensregio’s een belangrijke prioriteit.
Deze nieuwe treinverbinding is daar een klinkend bewijs van.
We zijn er nog niet, maar ik ben ervan overtuigd dat de verbinding een succes wordt, zodra hij in 2017 gaat rijden.

Het is ook een klinkend bewijs van de prima samenwerking tussen Gelderland en Noordrijn-Westfalen.
Een trein laten rijden tussen twee landen lijkt betrekkelijk eenvoudig.
Maar er spelen allerlei juridische, culturele en technische vragen die zo’n proces soms heel lastig maken.
Ik ben dus ook blij met de goed bezocht intervisiebijeenkomst, die gisteren gehouden is.

Hopelijk werkt uw samenwerking inspirerend bij andere trajecten waar de verbinding nog beter zou kunnen.
Zoals tussen Eindhoven en Düsseldorf.
Of tussen Heerlen en Aken.

U weet dat het Rijk veel heeft moeten bezuinigen, ook op het Openbaar Vervoer.
Maar als grensregio´s met goed uitgewerkte plannen voor betere verbindingen komen, ben ik altijd bereid daar heel goed naar te kijken.

Dat zal ik uiteraard ook in goede samenwerking met mijn Duitse collega´s doen.
Zodat we er met elkaar voor zorgen dat we mensen met elkaar blijven verbinden.

[korte adempauze]

Dames en heren,

Twee weken geleden was ik ook in deze regio.
Toen om samen met collega´s uit het Nederlandse en Duitse Kabinet te praten over onze onderlinge samenwerking.
Deze nieuwe treinverbinding is een mooi concreet vervolg op de gesprekken tussen beide regeringen.

En het is een mooi bewijs van geslaagde samenwerking tussen u, Landesminister Groschek, herr Husmann (VRR) en gedeputeerde Bieze.
Ik feliciteer u met dit resultaat.

Ik hoop dat deze nieuwe verbinding Nederland en Duitsland nog dichter bij elkaar brengt
En dat het Gelderland en Noordrijn-Westfalen nieuwe energie geeft in de onderlinge samenwerking.

Natuurlijk zijn Arnhem en Emmerich niet te vergelijken met New York of Brussel, zoals beschreven in het boek van Teju Cole.
Maar de nieuwe verbinding maakt van beide plaatsen wel meer ‘Open Steden’.
Ik wens u dus heel veel reizigers toe.
En ik hoop dat deze nieuwe verbinding, hoe klein ook, nieuwe werelden voor ons opent.

Dank u wel.