Commissie Van Dijkhuizen: lagere belastingtarieven met een hele lange eerste schijf, minder aftrekposten en eenvoudiger toeslagen leiden tot meer banen
De Commissie Van Dijkhuizen adviseert te kiezen voor een verbeterd belastingstelsel met lagere tarieven met een hele lange eerste schijf, minder aftrekposten en eenvoudiger toeslagen. Deze structurele hervormingen leveren volgens het CPB op termijn ruim 140.000 nieuwe banen op en de gemiddelde inkomenseffecten zijn beperkt. De commissie heeft begin 2012 de opdracht gekregen om scenario’s te verkennen om te komen tot een eenvoudig, solide en fraudebestendig belastingstelsel dat bijdraagt aan de verbetering van de concurrentiekracht van Nederland. Het rapport werd op maandag 17 juni aangeboden aan staatssecretaris Weekers door voorzitter Van Dijkhuizen.
Kees van Dijkhuizen: "Met het overnemen van de adviezen wordt het mogelijk om te komen tot een eenvoudiger, verbeterd belasting- en toeslagenstelsel. Een stelsel dat er ook voor zorgt dat de in het algemeen goede belastingmoraal van de Nederlandse burger behouden blijft. Het overgrote deel van de bevolking is immers bereid belasting te betalen indien dit op een evenwichtige wijze gebeurt. In onze voorstellen wordt de grens van de eerste schijf verhoogd van circa € 20.000 naar ruim € 60.000. Dan vallen 12 van de 13 miljoen belastingplichtigen onder deze eerste schijf. Tevens dragen onze adviezen bij aan het concurrentievermogen van ons land. Ik zie de door ons voorgestelde structurele hervorming van het belastingstelsel als een aanvulling op andere belangrijke structurele hervormingen die ons land doorvoert op het vlak van pensioenen en arbeidsmarkt , hervormingen waar de Europese Commissie juist erg op aandringt."
Uitgangspunten: budgettair neutraal en beperkte inkomenseffecten
De commissie had de opdracht de belastinghervorming budgettair neutraal te realiseren. Daarbij was het streven om de inkomenseffecten te beperken. Beide zijn gelukt. De commissie adviseert onderscheid te maken tussen inkomensondersteuning via toeslagen gericht op huishoudens én belastingheffing op individuele basis meer gericht op werkbevordering. Een aantal van de voorstellen heeft de commissie op verzoek al eerder naar buiten gebracht ten tijde van de kabinetsformatie. In dit eindrapport presenteert de commissie de totale wijziging van het systeem van inkomstenbelasting en toeslagen.
Lagere tarieven met een hele lange eerste schijf en minder aftrekposten in de inkomstenbelasting
De commissie adviseert om terug te gaan van vier naar twee belastingschijven van 37% en 49%. Over het inkomen tot € 62.500 wordt dan 37% betaald. Het aantal belastingplichtigen dat onder de eerste belastingschijf valt verdubbelt van krap 6 miljoen naar bijna 12 miljoen mensen, ofwel 93% van alle belastingplichtigen. Dit wordt onder andere gefinancierd door een flink aantal aftrekposten af te schaffen of aan te passen. Met deze maatregelen is ruim € 12 miljard gemoeid in 2017, oplopend tot € 24 miljard structureel.
Eenvoudiger en fraudebestendiger systeem van toeslagen
De commissie adviseert een drietal toeslagen, namelijk de zorgtoeslag, de huurtoeslag en het kindgebonden budget, samen te voegen en te stroomlijnen. Hierdoor kunnen mensen makkelijker zien wat zij overhouden als zij meer gaan werken. Daardoor kan ook het aantal toegekende toeslagen met 1 miljoen worden verminderd. In aanvulling daarop stelt de commissie voor, in het kader van fraudebestrijding en uit efficiency-oogpunt, in ieder geval de zorgtoeslag niet meer aan het individu uit te keren maar rechtstreeks aan de zorgverzekeraars. In totaal daalt het aantal burgers dat een toeslag uitbetaald krijgt dan van ruim 4,5 miljoen naar minder dan 1,5 miljoen, dat wil zeggen met ongeveer 70%.
Lager forfaitair rendement over vermogen in box 3
De commissie adviseert verder het forfaitair rendement in box 3 van 4% te verlagen. Dit rendement wijkt teveel af van wat burgers werkelijk aan inkomsten over hun vermogen ontvangen. De commissie beveelt aan om het rendement vast te stellen op basis van de spaarrente van de afgelopen 5 jaar hetgeen voor 2014 een niveau van 2,4 % zou betekenen. De commissie heeft financiering gevonden voor een eerste stap naar 3% met ingang van 2014.
Evenwichtiger behandeling directeur-grootaandeelhouder
De directeur-grootaandeelhouder (DGA) zit in 2 werelden, hij is werknemer en heeft aandelenvermogen. De commissie adviseert het gebruikelijk loon dat de DGA zelf vast mag stellen meer in lijn te brengen met dat van een vergelijkbare werknemer in box 1. Verder adviseert de commissie een forfaitair rendement in box 2 van 2,4% in te voeren over het vermogen net als in box 3. Daardoor wordt de belasting voor deze groep naar voren gehaald, maar niet verhoogd. Het tarief van box 2, na afdracht vennootschapsbelasting, zou kunnen worden verlaagd van 25 naar 22%.