Defensie traint anti-terreurteams in medische vaardigheden

36 anti-terreurteams uit 27 EU-landen, Noorwegen en Zwitserland) hebben vorige week hun medische vaardigheden aangescherpt.

Dat gebeurde op het Instituut Defensie Geneeskundige Opleidingen (IDGO), een onderdeel van het CDC, waar defensie-instructeurs een belangrijke bijdrage leverden om in internationaal verband de medische werkwijzen en procedures van deze teams op elkaar af te stemmen.

De medische training werd gehouden door de Dienst Speciale Interventie (DSI), de antiterrorisme eenheid van Nederland. Deze eenheid is een onderdeel van de Landelijke Eenheid van de politie en voorbereid op alle mogelijke (terreur)situaties. Daarom traint de DSI regelmatig in binnen- en buitenland. Zo’n 60 % van het DSI-personeel (interventie en ondersteuning) is afkomstig vanuit Defensie.

Een militair helpt een Lotus-slachtoffer

Medisch basisniveau

Binnen ATLAS, het samenwerkingsverband van anti-terreurteams uit de Europese Unie, heeft het project ‘Medic’ als doel alle teams op een medisch basisniveau te brengen. Dat gebeurt vanuit het train-de-trainer-principe, waarbij alle landen operators afvaardigen die in de rol van instructeur geoefend worden. Na de cursus op het IDGO kunnen zij dan de verworven kennis en vaardigheden verder uitdragen binnen de nationale eenheid.

Maatwerk

“Op de momenten en plekken waar wij in actie komen, staat niet altijd civiele medische zorg paraat, en is de locatie niet altijd veilig”, stelt een DSI-projectleider. “Daarom is het belangrijk dat alle ATLAS-eenheden op medisch gebied een zeker basisniveau hebben. Binnen de EU is daar een speciaal (door de EU gesubsidieerd) project voor opgestart. Defensie kan op zeer professionele wijze aan onze trainingswens voldoen. We ontvangen hier op IDGO een perfecte, op ons werk toegespitste training door instructeurs die tevens zeer betrokken zijn. Het geleverde maatwerk wordt door ons dan ook zeer op prijs gesteld.”