Commissie onderzoekt positie huishoudelijke hulp
De ministerraad heeft op voorstel van minister Asscher van Sociale Zaken en Werkgelegenheid ingestemd met de installatie van de commissie ‘Dienstverlening aan Huis’. Deze commissie zal voor het einde van dit jaar adviseren over een mogelijke verbetering van de positie van huishoudelijk werkers.
De commissie bestaat uit:
- Mr. Ella Kalsbeek (voorzitter), voorzitter van de raad van bestuur van Altra en onder meer oud-staatssecretaris van Justitie.
- Prof. dr. Barbara Baarsma, directeur van Stichting Economisch Onderzoek, bijzonder hoogleraar Marktwerking- en mededingingseconomie aan de Universiteit van Amsterdam (UvA) en kroonlid van de Sociaal-Economische Raad.
- Prof. dr. Willem Bouwens, hoogleraar sociaal recht aan de VU Amsterdam.
- Prof. dr. Jaap de Koning, hoogleraar arbeidsmarktbeleid Erasmus Universiteit Rotterdam en verbonden aan SEOR.
- Prof. dr. Paul Schnabel, universiteitshoogleraar aan de Universiteit Utrecht, oud-directeur van het SCP en plaatsvervangend Kroonlid van de SER.
Op grond van de regeling 'dienstverlening aan huis' kunnen particulieren gemakkelijk iemand inhuren voor klussen in en om het huis. Zij hoeven voor deze huishoudelijke hulp geen loonbelasting en premies voor werknemersverzekeringen in te houden. De werknemers hebben onder meer recht op het wettelijk aantal vakantiedagen en zes weken doorbetaling bij ziekte.
Deze regeling is niet in overeenstemming met een ILO-verdrag uit 2011, dat bepaalt dat er geen verschillen mogen zijn tussen huishoudelijk werkers en andere werknemers. Als Nederland dit ILO-verdrag ratificeert en een nieuwe regeling maakt, zouden aan huishoudelijk werkers meer rechten moeten worden toegekend. Het leidt echter ook tot meer verplichtingen voor diegenen die de huishoudelijk hulp inhuren.
Het kabinet heeft in het overleg met sociale partners op 19 december 2012 afgesproken een commissie te laten adviseren over een mogelijke verbetering van de positie van huishoudelijk werkers. Het kabinet komt op basis van de voorstellen van de commissie met een reactie.