Paspoort veroordeelde criminelen sneller intrekken om vlucht naar buitenland te voorkomen
Al bij een opgelegde gevangenisstraf van vier maanden kan het Openbaar Ministerie vragen het paspoort van een veroordeelde in te trekken. Nu ligt die grens nog op zes maanden. Door het paspoort in te trekken wordt voorkomen dat veroordeelden hun straf ontlopen door naar het buitenland te vluchten.
De Rijksministerraad heeft hiermee ingestemd op voorstel van minister Plasterk van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en staatssecretaris Teeven van Veiligheid en Justitie. De nieuwe termijn van vier maanden sluit aan bij de termijn voor het uitvaardigen van een Europees opsporingsbevel voor voortvluchtige veroordeelden.
Een paspoort kan ook al worden ingetrokken bij een opgelegde geldboete van 3.900 euro of hoger. Daar komt nu een opgelegde ontnemingsmaatregel (uit de 'pluk ze'-wetgeving) en een opgelegde schadevergoedingsmaatregel van 3.900 euro of meer bij.
Het is de bedoeling om het voorstel bij de Tweede Kamer in te dienen als nota van wijziging op een wetsvoorstel over de Paspoortwet dat al bij de Tweede Kamer ligt. Dat wetsvoorstel regelt het verdwijnen van de vingerafdruk van de Nederlandse identiteitskaart en het verlengen van de geldigheidsduur van het paspoort en Nederlandse identiteitskaart van 5 naar 10 jaar.
De Rijksministerraad heeft ermee ingestemd de nota van wijziging voor advies aan de Raad van State van het koninkrijk te zenden. De tekst van de nota van wijziging en van het advies van de Raad van State worden openbaar bij indiening bij de Tweede Kamer.