Ploumen: Instorten fabriek Bangladesh onderstreept verantwoordelijkheid textielbedrijven
Minister Ploumen voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking heeft met afschuw kennis genomen van de ineenstorting van een kledingfabriek in Bangladesh. Daarbij vielen bijna 100 doden en raakten ruim 700 textielwerkers gewond.
‘De onveiligheid in textielfabrieken in Bangladesh is structureel en zeer schrijnend. We mogen niet accepteren dat textielarbeiders enorme veiligheidsrisico’s moeten lopen om voor ons spijkerbroeken en t-shirts te maken. Ik verwacht van onze bedrijven dat ze hun verantwoordelijkheid nemen in de keten en tenminste naar de OESO-richtlijnen handelen’, aldus Ploumen.
De OESO-richtlijnen schrijven voor dat bedrijven de risico's in hun keten in kaart hebben en systemen implementeren om deze risico's te minimaliseren. Eerder dit jaar bracht minister Ploumen vertegenwoordigers van de Nederlandse textielsector en maatschappelijke organisaties bijeen. Dit nadat meer dan 100 arbeiders door een brand in een textielfabriek om het leven kwamen. Ze wil dat de sector zo snel mogelijk met een gezamenlijk plan van aanpak komt met meetbare en afrekenbare doelen met een tijdlijn. Daarnaast vraag Nederland de overheid in Bangladesh om meer aandacht te hebben voor het handhaven van veiligheidsvoorschriften in de textielfabrieken.
‘Ik hoop dat deze tragedie een nieuwe impuls geeft aan het overleg tussen de verschillende stakeholders om dit soort ongelukken in de toekomst te voorkomen. Ook het ongeluk van vandaag is geen incident. Sinds 2006 zijn ruim 800 arbeiders in textielfabrieken in Bangladesh omgekomen’, aldus Ploumen.